— Presente! — rispose Alice.
Dimenticando, nella confusione di quell’istante di esser cresciuta enormemente, saltò con tanta fretta che rovesciò col lembo della veste il banco de’ giurati, i quali capitombolarono con la testa in giù sulla folla, restando con le. gambe in aria. Questo le rammentò l’urtone dato la settimana prima a un globo di cristallo con i pesciolini d’oro.
HIER ben ik,’ riep Alice, die in de verwarring van het ogenblik helemaal vergat hoe groot ze de laatste minuten geworden was. En zij sprong zo haastig op dat ze met een slip van haar rok de bank van de jury-leden omvergooide, zodat deze allemaal op de hoofden van de toeschouwers beneden hen terecht kwamen. Daar lagen zij te spartelen. Het herinnerde Alice heel erg aan een kom goudvissen, die zij de vorige week per ongeluk omver had gestoten.
— Oh, vi prego di scusarmi! — ella esclamò con voce angosciata e cominciò a raccoglierli con molta sollecitudine, perchè invasa dall’idea dei pesciolini pensava di doverli prontamente raccogliere e rimettere sul loro banco se non li voleva far morire.
‘O neem me niet kwalijk!’ riep ze verschrikt en zij begon zo gauw als ze kon hen weer op te rapen. Het ongeluk met de goudvissen spookte door haar hoofd en zij had een vaag idee dat die dieren, wanneer zij ze niet ineens bij elkaar zocht en in de jury-bank terugzette, dood zouden gaan.
— Il processo, — disse il Re con voce grave, — non può andare innanzi se tutti i giurati non saranno al loro posto... dico tutti, — soggiunse con energia, guardando fisso Alice.
‘De rechtszitting kan geen voortgang hebben,’ zei de Koning heel ernstig, ‘voor alle jury-leden op hun eigen plaats terug zijn - allemaal,’ herhaalde hij met grote nadruk en hij keek Alice strak aan toen hij dat zei.
Alice guardò il banco de’ giurati, e vide che nella fretta avea rimessa la lucertola a testa in giù. La poverina agitava melanconicamente la coda, non potendosi muovere. Subito la raddrizzò. "Non già perchè significhi qualche cosa, — disse fra sè, — perchè ne la testa nè la coda gioveranno al processo."
Alice keek naar de bank van de jury-leden en zag dat zij de Hagedis op zijn hoofd had gezet. Het arme dier wuifde neerslachtig met zijn staart, niet in staat om zich om te keren. Ze pakte hem gauw op en zette hem recht. ‘Niet dat het er veel op aankomt,’ zei ze bij zichzelf, ‘ik denk dat hij op zijn kop evenveel invloed heeft op het verhoor als wanneer hij rechtop staat.’
Appena i giurati si furono rimessi dalla caduta e riebbero in consegna le lavagne e le matite, si misero a scarabocchiare con molta ansia la storia del loro ruzzolone, tranne la lucertola, che era ancora stordita e sedeva a bocca spalancata, guardando il soffitto.
Zodra de jury-leden zich een beetje hersteld hadden van de schok en hun pennen en schriften weer gevonden waren en aan hen teruggegeven, begonnen zij heel ijverig een verslag van het ongeluk op te schrijven. Behalve de Hagedis, die blijkbaar te veel in de war was om iets anders te doen dan met zijn mond open naar het plafond van de zaal te staren.
— Che cosa sai di quest’affare? — domandò il Re ad Alice.
‘Wat weet je af van deze zaak?’ zei de Koning tot Alice.
— Niente, — rispose Alice.
‘Niets,’ zei Alice.
— Proprio niente? — replicò il Re.
‘Niets wat?’ vervolgde de Koning.
— Proprio niente, — soggiunse Alice.
‘Niets, maar dan ook helemaal niets,’ zei. Alice.
— È molto significante, — disse il Re, volgendosi ai giurati.
Essi si accingevano a scrivere sulle lavagne, quando il Coniglio bianco li interruppe:
— Insignificante, intende certamente vostra Maestà, — disse con voce rispettosa, ma aggrottando le ciglia e facendo una smorfia mentre parlava.
‘Dat is heel belangrijk,’ zei de Koning en wendde zich tot de jury. De jury-leden begonnen het juist op te schrijven toen het Witte Konijn hem in de rede viel. ‘Onbelangrijk bedoelt Uwe Majesteit natuurlijk,’ zei hij heel eerbiedig, maar hij fronste zijn voorhoofd en trok allerlei gezichten naar de Koning onderwijl.
— Insignificante, già, è quello che intendevo — soggiunse in fretta il Re; e poi si mise a dire a bassa voce: "significante, insignificante, significante..." — come se volesse provare quale delle due parole sonasse meglio.
‘Natuurlijk, onbelangrijk bedoelde ik,’ zei de Koning haastig en hij ging zachtjes bij zich zelf verder ‘belangrijk-onbelangrijk-onbelangrijk-belangrijk,’ alsof hij probeerde welk woord het beste klonk.
Alcuni dei giurati scrissero "significante", altri "insignificante."
Alice potè vedere perchè era vicina, e poteva sbirciare sulle lavagne: "Ma non importa", pensò.
Sommige jury-leden schreven op ‘belangrijk’ en sommige ‘onbelangrijk’. Alice kon dit zien, omdat zij dicht genoeg bij hen zat om in hun schriften te kijken, ‘maar het komt er toch niets op aan,’ dacht ze bij zich zelf.
Allora il Re, che era stato occupatissimo a scrivere nel suo taccuino, gridò: — Silenzio! — e lesse dal suo libriccino: "Norma quarantaduesima: — Ogni persona, la cui altezza supera il miglio deve uscire dal tribunale." Tutti guardarono Alice.
Op dit ogenblik riep de Koning, die enige tijd ijverig in zijn notitie-boekje had zitten schrijven: ‘Stilte!’ en dan las hij uit het boekje voor: ‘Wet twee-en-veertig. Alle personen van meer dan een kilometer lang moeten de rechtszaal verlaten.’
— Io non sono alta un miglio, — disse Alice.
Iedereen keek naar Alice.
— Sì che lo sei, — rispose il Re.
‘Ik ben geen kilometer lang,’ zei Alice.
— Quasi due miglia d’altezza, — aggiunse la Regina.
‘Dat ben je wel,’ zei de Koning.
— Ebbene non m’importa, ma non andrò via, — disse Alice. — Inoltre quella è una norma nuova; l’avete inventata or ora.
‘Bijna twee kilometer,’ voegde de Koningin er aan toe.
— Che! è la più vecchia norma del libro! — rispose il Re.
‘Toch ga ik niet weg,’ zei Alice, ‘het is trouwens geen echte wet, U hebt hem net bedacht.’
— Allora dovrebbe essere la prima, — disse Alice.
‘Het is de oudste wet in het boek,’ zei de Koning.
Allora il Re diventò pallido e chiuse in fretta il libriccino.
‘Dan zou het Wet no. één zijn,’ zei Alice.
— Ponderate il vostro verdetto, — disse volgendosi ai giurati, ma con voce sommessa e tremante.
De Koning werd bleek en deed haastig zijn boekje dicht. ‘Overweeg uw oordeel,’ zei hij met zachte, bevende stem tot de jury.
— Maestà, vi sono altre testimonianze, — disse il Coniglio bianco balzando in piedi. — Giusto adesso abbiamo trovato questo foglio.
‘Er zijn nog meer getuigen, Majesteit,’ zei het Witte Konijn en sprong haastig op, ‘dit papier is juist binnen gekomen.’
— Che contiene? — domandò la Regina
‘Wat staat er op?’ zei de Koningin.
Non l’ho aperto ancora, disse il Coniglio bianco; — ma sembra una lettera scritta dal prigioniero a... a qualcuno.
‘Ik heb het nog niet opengedaan,’ zei het Witte Konijn, ‘maar het is blijkbaar een brief, geschreven door de gevangene en gericht aan - aan iemand.’
— Dev’essere così — disse il Re, — salvo che non sia stata scritta a nessuno, il che generalmente non avviene.
‘Dat moet wel,’ zei de Koning, ‘anders was hij aan niemand gericht en dat komt niet dikwijls voor.’
— A chi è indirizzata — domandò uno dei giurati.
‘Aan wie is hij geadresseerd?’ vroeg een van de jury-leden.
— Non ha indirizzo, — disse il Coniglio bianco, — infatti non c’è scritto nulla al di fuori. — E aprì il foglio mentre parlava, e soggiunse: — Dopo tutto, non è una lettera; è una filastrocca in versi.
‘Het is niet geadresseerd,’ zei het Witte Konijn, ‘op de buitenkant staat eigenlijk helemaal niets.’ Hij vouwde het papier open, terwijl hij dit zei en voegde er aan toe: ‘Het is trouwens geen brief, het is een gedicht.’
— Sono di mano del prigioniero? — domandò un giurato.
‘Is het geschreven met de hand van de gevangene?’ vroeg een van de jury-leden.
— No, no, —rispose Il Coniglio bianco, questo è ancora più strano. (I giurati si guardarono confusi.)
‘Nee,’ zei het Witte Konijn, ‘en dat is wel het gekste van alles.’ (De jury-leden keken heel beteuterd)
— Forse ha imitato la scrittura di qualcun altro, — disse il Re.(I giurati si schiarirono.)
‘Dan moet hij iemand anders handschrift na hebben gedaan,’ zei de Koning. (De gezichten van de juryleden klaarden op).
— Maestà, — disse il Fante, — io non li ho scritti, e nessuno potrebbe provare il contrario. E poi non c’è alcuna firma in fondo.
‘Majesteit,’ zei de Hartenboer, ‘ik heb het niet geschreven en niemand kan bewijzen dat ik het wel heb gedaan. Er staat geen naam aan het slot.’
— Il non aver firmato, — rispose il Re, non fa che aggravare il tuo delitto. Tu miravi certamente a un reato; se no, avresti lealmente firmato il foglio.
‘Als je het niet ondertekend hebt,’ zei de Koning, ‘maakt dat de zaak enkel erger. Je moet een of andere misdaad van plan zijn geweest. Anders had je als eerlijk man je naam er wel onder gezet.’
Vi fu un applauso generale, e a ragione, perchè quella era la prima frase di spirito detta dal Re in quel giorno.
Iedereen klapte luid in zijn handen. Dit was het eerste werkelijk verstandige woord dat de Koning die dag had gezegd.
— Questo prova la sua colpa, — affermò la Regina.
‘Dat bewijst zijn schuld,’ zei de Koningin.
— Non prova niente, — disse Alice. — Ma se non sai neppure ciò che contiene il foglio!
‘Het bewijst niets!’ zei Alice, ‘U weet niet eens wat er in staat.’
— Leggilo! — disse il re.
‘Lees voor,’ zei de Koning.
Il Coniglio bianco si mise gli occhiali e domandò: — Maestà, di grazia, di dove debbo incominciare ?
Het Witte Konijn zette zijn bril op. ‘Waar zal ik beginnen,Majesteit?’ vroeg hij.
— Comincia dal principio, — disse il Re solennemente... — e continua fino alla fine, poi fermati.
‘Begin bij het begin,’ zei de Koning ernstig, ‘en ga net zo lang door tot je aan het slot bent. Houd dan op!’
Or questi erano i versi che il Coniglio bianco lesse:
Dit was het gedicht, dat het Witte Konijn voorlas:
"Mi disse che da lei te n’eri andato,
ed a lui mi volesti rammentar;
lei poi mi diede il mio certificato
dicendomi: ma tu non sai nuotar.
Ze zeiden dat u bij haar waart
En noemden mij aan hem.
Zij roemde wel mijn goede aard,
Maar zei dat ik niet zwem.
Egli poi disse che non ero andato
(e non si può negar, chi non lo sa?)
e se il negozio sarà maturato,
oh dimmi allor di te che mai sarà?
Hij schreef hun dat ik er niet was
(Zo is het, weet ik nu).
Komt haar de zaak geheel van pas,
Wat wordt er dan van u?
Una a lei diedi, ed essi due le diero,
tu me ne desti tre, fors’anche più;
ma tutte si rinvennero, — o mistero!
ed eran tutte mie, non lo sai tu?
Ik gaf haar twee, zij twee aan hem,
En drie of meer gaaft gij.
Zij keerden dan van u naar hem,
Toch waren zij van mij.
Se lei ed io per caso in questo affare
misterioso involti ci vedrem,
egli ha fiducia d’esser liberato
e con noi stare finalmente insiem.
Wordt gij en ik bij dit bestel
Betrokken in die zaak,
Voor uwe vrijspraak zorgt hij wel,
Nauwkeurig als ik waak.
Ho questa idea che prima dell’accesso,
(già tu sai che un accesso la colpì),
un ostacol per lui, per noi, per esso
fosti tu solo in quel fatale dì.
Mijn mening was, dat uwe stem
(Voor ziekte 't heeft belet)
Een hinderpaal was tussen hem,
Onszelf en u en het.
Ch’egli non sappia chi lei predilige
(il segreto bisogna mantener);
sia segreto per tutti, chè qui vige
la impenetrabile legge del mister."
Laat hem niet weten dat haar wens
Zo was ten naasten bij.
Dit is geheim voor dier en mens
Tussen uzelf en mij.
— Questo è il più importante documento di accusa, — disse il Re stropicciandosi le mani; — ora i giurati si preparino.
‘Dit is het belangrijkste bewijsstuk, dat ik tot nu toe gehoord heb,’ zei de Koning en wreef in zijn handen, ‘laat nu de jury -.’
— Se qualcuno potesse spiegarmelo, — disse Alice (la quale era talmente cresciuta in quegli ultimi minuti che non aveva più paura d’interrompere il Re) — gli darei mezza lira. Non credo che ci sia in esso neppure un atomo di buon senso.
‘Als iemand er iets van begrijpt,’ zei Alice (ze was de laatste minuten zo groot geworden, dat ze helemaal niet bang meer was om hen in de rede te vallen), ‘krijgt hij van mij een stuiver. Ik geloof dat het absoluut niets te betekenen heeft.’
I giurati scrissero tutti sulla lavagna: "Ella non crede che vi sia in esso neppure un atomo di buon senso". Ma nessuno cercò di spiegare il significato del foglio.
De jury-leden schreven allemaal in hun schriften: ‘Zij gelooft dat het absoluut niets te betekenen heeft,’ maar niet een van hen probeerde het gedicht uit te leggen.
— Se non c’è un significato, — disse il Re, — noi usciamo da un monte di fastidi, perchè non è necessario trovarvelo. E pure non so, — continuò aprendo il foglio sulle ginocchia e sbirciandolo, — ma mi pare di scoprirvi un significato, dopo tutto... "Disse... non sai mica nuotar." Tu non sai nuotare, non è vero? — continuò volgendosi al Fante.
‘Als het niets betekent,’ zei de Koning, ‘bespaart ons dat een heleboel moeite, want dan hoeven we ook niet naar een verklaring te zoeken. En toch weet ik het niet,’ ging hij voort en spreidde het papier uit op zijn knie en keek ernaar met één oog: ‘Het heeft toch blijkbaar wel iets te betekenen, - Maar zei dat ik niet zwem - jij kunt niet zwemmen?’ ging hij verder en wendde zich daarbij tot de Hartenboer.
Il Fante scosse tristemente la testa e disse: — Vi pare che io possa nuotare? (E certamente, no, perchè era interamente di cartone).
De Hartenboer schudde bedroefd zijn hoofd. ‘Zie ik daarnaar uit?’ zei hij. (Wat hij beslist niet deed, want hij was van karton gemaakt).
— Bene, fin qui,—, disse il Re, e continuò: — "E questo è il vero, e ognun di noi io sa." Questo è senza dubbio per i giurati. — "Una a lei diedi, ed essi due gli diero." — Questo spiega l’uso fatto delle torte, capisci...
‘Precies,’ zei de Koning en hij mompelde verder bij zichzelf: ‘- Zo is het, weet ik nu -, dat is iemand van de jury natuurlijk. - Ik gaf haar een, zij twee aan hem -, wel dat slaat natuurlijk op de gebakjes.’
Ma, — disse Alice, — continua con le parole: "Ma tutte si rinvennero."
‘Maar het gaat verder: Zij keerden dan van u naar hem,’ zei Alice.
— Già, esse son la, —disse il Re con un’aria di trionfo, indicando le torte sul tavolo. — Nulla di più chiaro. Continua:"Già tu sai che un accesso la colpì",— tu non hai mai avuto degli attacchi nervosi, cara mia, non è vero?— soggiunse volgendosi alla Regina.
‘Nu, dat zijn ze!’ riep de Koning triomfantelijk en wees naar de gebakjes op de tafel, ‘dat is overduidelijk. Dan verder - Voor ziekte 't heeft belet -Jij bent niet ziek, liefste?’ zei hij tot de Koningin.
— Mai! — gridò furiosa la Regina, e scaraventò un calamaio sulla testa della lucertola. (Il povero Guglielmo! aveva cessato di scrivere sulla lavagna col dito, perchè s’era accorto che non ne rimaneva traccia; e in quell’istante si rimise sollecitamente all’opera, usando l’inchiostro che gli scorreva sulla faccia, e l’usò finche ne ebbe.)
‘Nooit!’ zei de Koningin woedend en gooide een inktpot naar de Hagedis. (De arme kleine Jan was opgehouden met zijn ene vinger in zijn schrift te schrijven, toen hij merkte dat dat toch geen zin had. Maar nu begon hij haastig weer en gebruikte zolang als het ging de inkt, die van zijn gezicht droop).
— Dunque a te questo verso non si attacca, — disse il Re, guardando con un sorriso il tribunale. E vi fu gran silenzio.
‘Dan beletten die woorden je ook niets,’ zei de Koning en keek glimlachend de zaal rond. Er heerste een diepe stilte.
È un bisticcio — soggiunse il Re con voce irata, e tutti allora risero. — Che i giurati ponderino il loro verdetto — ripetè il Re, forse per la ventesima volta quel giorno.
‘Het was een woordspeling,’ voegde de Koning er beledigd aan toe en iedereen begon te lachen. ‘Laat de jury uitspraak doen,’ zei de Koning ongeveer voor de twintigste maal die dag.
— No, disse la Regina. — Prima la sentenza, poi il verdetto.
‘Nee, neen,’ zei de Koningin, ‘eerst de veroordeling en dan de uitspraak.’
— È una stupidità — esclamò Alice. — Che idea d’aver prima la sentenza!
‘Grote onzin,’ riep Alice luid. ‘Stel je voor, eerst de veroordeling!’
— Taci! — gridò la Regina, tutta di porpora in viso.
‘Houd je mond,’ zei de Koningin, die purper werd van woede.
— Ma che tacere! — disse Alice.
‘Ik denk er niet over,’ zei Alice.
— Tagliatele la testa! urlò la Regina con quanta voce aveva. Ma nessuno si mosse.
‘Sla haar hoofd af,’ riep de Koningin zo hard als ze kon. Niemand bewoog zich.
— Chi si cura di te? — disse Alice, (allora era cresciuta fino alla sua statura naturale.); — Tu non sei che la Regina d’un mazzo di carte.
‘Wat geef ik om jullie?’ zei Alice (zij had nu haar gewone lengte teruggekregen), ‘jullie zijn toch maar een pak kaarten.’
A queste parole tutto il mazzo si sollevò in aria vorticosamente e poi si rovesciò sulla fanciulla: essa diede uno strillo di paura e d’ira, e cercò di respingerlo da sè, ma si trovò sul poggio, col capo sulle ginocchia di sua sorella, la quale le toglieva con molta delicatezza alcune foglie secche che le erano cadute sul viso.
Tegelijk stoof het hele pak in de lucht en vloog op haar neer. Ze uitte een lichte kreet, half uit angst, half uit boosheid, en probeerde ze weg te slaan. En toen merkte ze dat ze aan de waterkant lag met haar hoofd in de schoot van haar zuster, die zachtjes de dorre bladeren wegstreek, die over haar gezicht waren gedwarreld.
— Risvegliati, Alice cara,— le disse la sorella, — da quanto tempo dormi, cara!
‘Wordt wakker Alice,’ zei haar zusje, ‘wat heb jij lang geslapen!’
— Oh! ho avuto un sogno così curioso! — disse Alice, e raccontò alla sorella come meglio potè, tutte le strane avventure che avete lette; e quando finì, la sorella la baciò e le disse:
— È stato davvero un sogno curioso, cara ma ora, va subito a prendere il tè; è già tardi. — E così Alice si levò; e andò via, pensando, mentre correva, al suo sogno meraviglioso.
‘O, ik heb zo leuk gedroomd,’ zei Alice en zij vertelde haar zuster zo goed als ze kon al de avonturen, die jullie juist hebt gelezen. En toen zij klaar was, gaf haar zusje haar een zoen en zei: ‘Het was een heel leuke droom, maar ga nu gauw thee drinken, het is laat geworden.’ Toen sprong Alice op en holde weg en onderwijl dacht zij wat een wonderlijke droom het toch was geweest.
Sua sorella rimase colà con la testa sulla palma, tutta intenta a guardare il sole al tramonto, pensando alla piccola Alice, e alle sue avventure meravigliose finchè anche lei si mise a sognare, e fece un sogno simile a questo:
Prima di tutto sognò la piccola, Alice, con le sue manine delicate congiunte sulle ginocchia di lei e coi grandi occhioni lucenti fissi in lei. Le sembrava di sentire il vero suono della sua voce, e di vedere quella caratteristica mossa della sua testolina quando rigettava indietro i capelli che volevano velarle gli occhi. Mentre ella era tutta intenta ad ascoltare, o sembrava che ascoltasse, tutto il. luogo d’intorno si popolò delle strane creature del sogno di sua sorella.
L’erba rigogliosa stormiva ai suoi piedi, mentre il Coniglio passava trotterellando e il Topo impaurito s’apriva a nuoto una via attraverso lo stagno vicino. Ella poteva sentire il rumore delle tazze mentre la Lepre di Marzo e gli amici suoi partecipavano al pasto perpetuo; udiva la stridula voce della Regina che mandava i suoi invitati a morte. Ancora una volta il bimbo Porcellino starnutiva sulle ginocchia della Duchessa, mentre i tondi e i piatti volavano e s’infrangevano d’intorno e l’urlo del Grifone, lo stridore della matita della Lucertola sulla lavagna, la repressione dei Porcellini d’India riempivano l’aria misti ai singhiozzi lontani della Falsa-testuggine.
Si sedette, con gli occhi a metà velati e quasi si credè davvero nel Paese delle Meraviglie; benchè sapesse che aprendo gli occhi tutto si sarebbe mutato nella triste realtà. Avrebbe sentito l’erba stormire al soffiar del vento, avrebbe veduto lo stagno incresparsi all’ondeggiare delle canne. L’acciottolio, delle tazze si sarebbe mutato nel tintinnio della campana delle pecore, e la stridula voce della Regina nella voce del pastorello, e gli starnuti del bimbo, l’urlo del Grifone e tutti gli altri curiosi rumori si sarebbero mutati (lei lo sapeva) nel rumore confuso d’una fattoria, e il muggito lontano degli armenti avrebbe sostituito i profondi singhiozzi della Falsa-testuggine.
Finalmente essa immaginò come sarebbe stata la sorellina già cresciuta e diventata donna: Alice avrebbe conservato nei suoi anni maturi il cuore affettuoso e semplice dell’infanzia e avrebbe raccolto intorno a sè altre fanciulle e avrebbe fatto loro risplendere gli occhi, beandole con molte strane storielle e forse ancora col suo sogno di un tempo: le sue avventure nel Paese delle Meraviglie. Con quanta tenerezza avrebbe ella stessa partecipato alle loro innocenti afflizioni, e con quanta gioia alle loro gioie, riandando i beati giorni della infanzia e le felici giornate estive!