- Obecna! - zawolala Alicja i zapominajac zupelnie o tym, ze znów urosla, zerwala sie na równe nogi z takim impetem, ze spódniczka zawadzila o lawe przysieglych. Lawa wywrócila sie i przysiegli spadli na glowy zebranego ponizej tlumu. Lezeli tam w dziwacznych pozycjach, przypominajac Alicji rybki z akwarium, które niechcacy wywrócila przed kilkoma dniami.
HIER ben ik,’ riep Alice, die in de verwarring van het ogenblik helemaal vergat hoe groot ze de laatste minuten geworden was. En zij sprong zo haastig op dat ze met een slip van haar rok de bank van de jury-leden omvergooide, zodat deze allemaal op de hoofden van de toeschouwers beneden hen terecht kwamen. Daar lagen zij te spartelen. Het herinnerde Alice heel erg aan een kom goudvissen, die zij de vorige week per ongeluk omver had gestoten.
- Och, najmocniej przepraszam! - zawolala Alicja nie na zarty przestraszona tym wypadkiem. To mówiac zaczela z wielkim pospiechem zbierac przysieglych z podlogi. (Po wypadku z akwarium pozostalo jej niejasne wrazenie, ze musza oni byc natychmiast podniesieni i posadzeni na lawie, w przeciwnym bowiem razie grozi im smierc).
‘O neem me niet kwalijk!’ riep ze verschrikt en zij begon zo gauw als ze kon hen weer op te rapen. Het ongeluk met de goudvissen spookte door haar hoofd en zij had een vaag idee dat die dieren, wanneer zij ze niet ineens bij elkaar zocht en in de jury-bank terugzette, dood zouden gaan.
- Sprawa nie moze toczyc sie dalej, dopóki wszyscy sedziowie nie znajda sie z powrotem na swoich miejscach - rzekl z wielka powaga Król. - Wszyscy - powtórzyl z naciskiem, patrzac surowo na Alicje.
‘De rechtszitting kan geen voortgang hebben,’ zei de Koning heel ernstig, ‘voor alle jury-leden op hun eigen plaats terug zijn - allemaal,’ herhaalde hij met grote nadruk en hij keek Alice strak aan toen hij dat zei.
Alicja spojrzala na lawe przysieglych i postrzegla, ze w pospiechu posadzila jaszczurke Bisia glowa na dól. Biedak machal teraz zalosnie ogonkiem, nie umiejac wydostac sie z tej opresji. Musiala wiec wyjac go z powrotem i posadzic w sposób wlasciwy. „Nie jest to zreszta zbyt istotne dla sprawy - pomyslala - tylez samo bedzie zen pozytku w tej pozycji, co i w tamtej”.
Alice keek naar de bank van de jury-leden en zag dat zij de Hagedis op zijn hoofd had gezet. Het arme dier wuifde neerslachtig met zijn staart, niet in staat om zich om te keren. Ze pakte hem gauw op en zette hem recht. ‘Niet dat het er veel op aankomt,’ zei ze bij zichzelf, ‘ik denk dat hij op zijn kop evenveel invloed heeft op het verhoor als wanneer hij rechtop staat.’
Kiedy tylko sedziowie przyszli nieco do siebie po niespodziewanym wstrzasie i kiedy odnaleziono i wreczono im zeszyciki i pióra, zabrali sie do spisania historii wypadku. Jedynie Bis siedzial nieruchomo, wpatrujac sie nieprzytomnie z otwartymi ustami w sufit.
Zodra de jury-leden zich een beetje hersteld hadden van de schok en hun pennen en schriften weer gevonden waren en aan hen teruggegeven, begonnen zij heel ijverig een verslag van het ongeluk op te schrijven. Behalve de Hagedis, die blijkbaar te veel in de war was om iets anders te doen dan met zijn mond open naar het plafond van de zaal te staren.
- Co wiesz o tej sprawie? - zapytal Król Alicje.
‘Wat weet je af van deze zaak?’ zei de Koning tot Alice.
- Nic.
‘Niets,’ zei Alice.
- Zupelnie nic?
‘Niets wat?’ vervolgde de Koning.
- Zupelnie.
‘Niets, maar dan ook helemaal niets,’ zei. Alice.
-To jest nieslychanie wazna okolicznosc - rzekl Król, zwracajac sie do przysieglych. Mieli oni wlasnie zanotowac w zeszycikach te opinie Króla, kiedy nagle odezwal sie Bialy Królik mrugajac porozumiewawczo: - Jego Królewska Mosc chcial powiedziec, ze to nieslychanie niewazna okolicznosc.
‘Dat is heel belangrijk,’ zei de Koning en wendde zich tot de jury. De jury-leden begonnen het juist op te schrijven toen het Witte Konijn hem in de rede viel. ‘Onbelangrijk bedoelt Uwe Majesteit natuurlijk,’ zei hij heel eerbiedig, maar hij fronste zijn voorhoofd en trok allerlei gezichten naar de Koning onderwijl.
- Oczywiscie, chcialem powiedziec, ze niewazna - rzekl pospiesznie Król, po czym zaczal powtarzac pólglosem: - Wazna-niewazna, wazna-niewazna - jakby zastanawiajac sie, które slowo ma ladniejsze brzmienie.
‘Natuurlijk, onbelangrijk bedoelde ik,’ zei de Koning haastig en hij ging zachtjes bij zich zelf verder ‘belangrijk-onbelangrijk-onbelangrijk-belangrijk,’ alsof hij probeerde welk woord het beste klonk.
Alicja zauwazyla, ze niektórzy przysiegli zanotowali: „wazna”, inni zas „niewazna”. Pomyslala jednak, ze nie gra to i tak najmniejszej roli.
Sommige jury-leden schreven op ‘belangrijk’ en sommige ‘onbelangrijk’. Alice kon dit zien, omdat zij dicht genoeg bij hen zat om in hun schriften te kijken, ‘maar het komt er toch niets op aan,’ dacht ze bij zich zelf.
Król, który od pewnego czasu zapisywal cos pilnie w notesie, zawolal nagle: - Spokój! - po czym przeczytal zanotowane zdanie: - Prawo numer czterdziesci dwa. Wszystkie osoby liczace ponad mile wzrostu winny opuscic natychmiast sale sadowa.
Op dit ogenblik riep de Koning, die enige tijd ijverig in zijn notitie-boekje had zitten schrijven: ‘Stilte!’ en dan las hij uit het boekje voor: ‘Wet twee-en-veertig. Alle personen van meer dan een kilometer lang moeten de rechtszaal verlaten.’
Wszyscy spojrzeli na Alicje.
Iedereen keek naar Alice.
- Nie mam mili wzrostu - zauwazyla Alicja.
‘Ik ben geen kilometer lang,’ zei Alice.
- Masz - rzekl Król.
‘Dat ben je wel,’ zei de Koning.
- Blisko dwie mile - dodala Królowa.
‘Bijna twee kilometer,’ voegde de Koningin er aan toe.
- Byc moze - odparla Alicja. - W kazdym razie nie rusze sie stad ani na krok. Poza tym to nie jest prawdziwe prawo, bo zostalo przez Wasza Królewska Mosc dopiero w tej chwili wymyslone.
‘Toch ga ik niet weg,’ zei Alice, ‘het is trouwens geen echte wet, U hebt hem net bedacht.’
-To jest najstarsze prawo w moim notesie - odrzekl Król.
‘Het is de oudste wet in het boek,’ zei de Koning.
- W takim razie powinno miec numer jeden, a nie czterdziesci dwa - stwierdzila Alicja.
‘Dan zou het Wet no. één zijn,’ zei Alice.
Król zbladl i zamknal szybko notes, po czym rzekl do przysieglych cichym, drzacym glosem: - Wydajcie wyrok.
De Koning werd bleek en deed haastig zijn boekje dicht. ‘Overweeg uw oordeel,’ zei hij met zachte, bevende stem tot de jury.
-Trzeba miec wiecej dowodów! - zawolal Bialy Królik zrywajac sie pospiesznie z miejsca. - Poza tym znaleziono dokument.
‘Er zijn nog meer getuigen, Majesteit,’ zei het Witte Konijn en sprong haastig op, ‘dit papier is juist binnen gekomen.’
-A cóz on zawiera? - zapytala Królowa.
‘Wat staat er op?’ zei de Koningin.
- Jeszcze go nie otworzylem - odparl Królik. - Jest to list pisany do kogos przez oskarzonego.
‘Ik heb het nog niet opengedaan,’ zei het Witte Konijn, ‘maar het is blijkbaar een brief, geschreven door de gevangene en gericht aan - aan iemand.’
- Niewatpliwie. Listy pisuje sie zawsze do kogos - rzekl z namyslem Król. - Byloby to bardzo dziwne, gdyby oskarzony pisal list do nikogo.
‘Dat moet wel,’ zei de Koning, ‘anders was hij aan niemand gericht en dat komt niet dikwijls voor.’
-A do kogo jest adresowany? - zapytal jeden z przysieglych.
‘Aan wie is hij geadresseerd?’ vroeg een van de jury-leden.
- Nie ma adresu - odparl Królik. - W ogóle na kopercie nic nie jest napisane. - To mówiac Królik rozlozyl list na stole i dodal: - To wcale nie jest list, tylko jakies wiersze.
‘Het is niet geadresseerd,’ zei het Witte Konijn, ‘op de buitenkant staat eigenlijk helemaal niets.’ Hij vouwde het papier open, terwijl hij dit zei en voegde er aan toe: ‘Het is trouwens geen brief, het is een gedicht.’
- Czy pisane sa charakterystycznym pismem oskarzonego? - zapytal inny przysiegly.
‘Is het geschreven met de hand van de gevangene?’ vroeg een van de jury-leden.
- Nie - odpowiedzial Królik. - I to jest wlasnie najbardziej zagadkowe. (Miny sedziów wyrazaly wielkie zaklopotanie).
‘Nee,’ zei het Witte Konijn, ‘en dat is wel het gekste van alles.’ (De jury-leden keken heel beteuterd)
- Musial zapewne podrobic czyjs charakter pisma - rzekl Król. (Miny sedziów rozjasnily sie na nowo).
‘Dan moet hij iemand anders handschrift na hebben gedaan,’ zei de Koning. (De gezichten van de juryleden klaarden op).
- Wasza Królewska Mosc! - zawolal oskarzony Walet Kier. - Ja nie napisalem tego listu i nikt mi nie udowodni, ze go napisalem. A poza tym nie ma na nim wcale podpisu.
‘Majesteit,’ zei de Hartenboer, ‘ik heb het niet geschreven en niemand kan bewijzen dat ik het wel heb gedaan. Er staat geen naam aan het slot.’
-Tym gorzej dla ciebie - rzekl Król. - Musiales knuc cos niecnego, w przeciwnym bowiem razie podpisalbys sie jak kazdy uczciwy czlowiek.
‘Als je het niet ondertekend hebt,’ zei de Koning, ‘maakt dat de zaak enkel erger. Je moet een of andere misdaad van plan zijn geweest. Anders had je als eerlijk man je naam er wel onder gezet.’
Po tych slowach Króla rozlegly sie huczne oklaski. Istotnie byla to pierwsza madra mysl, jaka Król wypowiedzial tego dnia.
Iedereen klapte luid in zijn handen. Dit was het eerste werkelijk verstandige woord dat de Koning die dag had gezegd.
-To dowodzi jego winy - rzekla Królowa.
‘Dat bewijst zijn schuld,’ zei de Koningin.
-To niczego nie dowodzi - przerwala Alicja. - Nie wiecie nawet, co tam jest w tym liscie.
‘Het bewijst niets!’ zei Alice, ‘U weet niet eens wat er in staat.’
- Odczytaj go - rzekl Król.
‘Lees voor,’ zei de Koning.
Bialy Królik wlozyl na nos okulary i zapytal: - Od którego miejsca mam rozpoczac, prosze Jego Królewskiej Mosci?
Het Witte Konijn zette zijn bril op. ‘Waar zal ik beginnen,Majesteit?’ vroeg hij.
- Zacznij od poczatku - odparl z powaga Król - doczytaj do konca, a potem przerwij czytanie.
‘Begin bij het begin,’ zei de Koning ernstig, ‘en ga net zo lang door tot je aan het slot bent. Houd dan op!’
A oto, co odczytal Bialy Królik:
Dit was het gedicht, dat het Witte Konijn voorlas:
Mówiono mi, zes u niej trzykroc
Powiedzial jemu, ze
Choc im to wielka sprawia przykrosc,
Niestety plywam zle.
Ze zeiden dat u bij haar waart
En noemden mij aan hem.
Zij roemde wel mijn goede aard,
Maar zei dat ik niet zwem.
On mial stos listów na ten temat
(To jasne jest jak dzien),
Lecz jesli rozmawiano z trzema,
Zrobiono durnia zen.
Hij schreef hun dat ik er niet was
(Zo is het, weet ik nu).
Komt haar de zaak geheel van pas,
Wat wordt er dan van u?
Dalem jej jedno, oni dali,
Jak sadze, raczej dwa,
Lecz jesli rzecz tak pójdzie dalej,
Ucierpi babka twa.
Ik gaf haar twee, zij twee aan hem,
En drie of meer gaaft gij.
Zij keerden dan van u naar hem,
Toch waren zij van mij.
Zapewne, jesli zamieszaly
W te sprawe mnie lub ja,
To moga do was w rok niecaly
Powrócic, jesli chca.
Wordt gij en ik bij dit bestel
Betrokken in die zaak,
Voor uwe vrijspraak zorgt hij wel,
Nauwkeurig als ik waak.
Wydaje sie, ze wyscie sami,
Nie znajac roli swej,
Byli przeszkoda miedzy nami
I nimi w domu jej
Mijn mening was, dat uwe stem
(Voor ziekte 't heeft belet)
Een hinderpaal was tussen hem,
Onszelf en u en het.
Wiec mimo stanowiska obu
Przedstawiamy sprawe im
W formie sekretu miedzy toba,
Mna, wami oraz nim.
Laat hem niet weten dat haar wens
Zo was ten naasten bij.
Dit is geheim voor dier en mens
Tussen uzelf en mij.
-To jest najwazniejszy material dowodowy, z jakim zapoznalismy sie od poczatku sprawy - rzekl Król zacierajac rece. - Niech teraz przysiegli...
‘Dit is het belangrijkste bewijsstuk, dat ik tot nu toe gehoord heb,’ zei de Koning en wreef in zijn handen, ‘laat nu de jury -.’
- Gotowa jestem isc o zaklad, ze nikt nie zrozumial z tego ani slowa - rzekla Alicja, która tak bardzo urosla w ciagu ostatnich paru minut, ze nie bala sie juz przerywac Królowi. - Przeciez w tym nie ma ani odrobiny sensu.
‘Als iemand er iets van begrijpt,’ zei Alice (ze was de laatste minuten zo groot geworden, dat ze helemaal niet bang meer was om hen in de rede te vallen), ‘krijgt hij van mij een stuiver. Ik geloof dat het absoluut niets te betekenen heeft.’
Sedziowie zanotowali w swych zeszycikach: „Przeciez w tym nie ma ani odrobiny sensu”, ale zaden z nich nie staral sie nawet zrozumiec, o co chodzi.
De jury-leden schreven allemaal in hun schriften: ‘Zij gelooft dat het absoluut niets te betekenen heeft,’ maar niet een van hen probeerde het gedicht uit te leggen.
- Jezeli istotnie nie byloby w tym dokumencie sensu - przemówil Król po chwili milczenia - zaoszczedziloby to nam wielu klopotów, gdyz nie potrzebowalismy glowic sie nad jego znaczeniem. Ja jednak nie jestem wcale przekonany - rzekl rozkladajac list na kolanie i wpatrujac sie wen jednym okiem. - Wydaje mi sie, ze jest w tym jakis sens. Na przyklad: „... niestety plywam zle”. -Ty nie umiesz plywac, prawda? - dodal zwracajac sie do Waleta.
‘Als het niets betekent,’ zei de Koning, ‘bespaart ons dat een heleboel moeite, want dan hoeven we ook niet naar een verklaring te zoeken. En toch weet ik het niet,’ ging hij voort en spreidde het papier uit op zijn knie en keek ernaar met één oog: ‘Het heeft toch blijkbaar wel iets te betekenen, - Maar zei dat ik niet zwem - jij kunt niet zwemmen?’ ging hij verder en wendde zich daarbij tot de Hartenboer.
- Walet smutnie zaprzeczyl ruchem glowy i zapytal: - Czy wygladam na plywaka? (Trzeba mu przyznac, ze na plywaka rzeczywiscie nie wygladal, bedac najzwyczajniejsza w swiecie karta do gry).
De Hartenboer schudde bedroefd zijn hoofd. ‘Zie ik daarnaar uit?’ zei hij. (Wat hij beslist niet deed, want hij was van karton gemaakt).
- Doskonale, zgadza sie jak dotad - rzekl król, po czym zaczal mamrotac pod nosem dalszy tekst wiersza: - „To jasne jest jak dzien”, oczywiscie idzie o kradziez... „Dalem jej jedno, oni dali, jak sadze, raczej dwa” - nie ulega watpliwosci, ze mowa jest o ciastkach...
‘Precies,’ zei de Koning en hij mompelde verder bij zichzelf: ‘- Zo is het, weet ik nu -, dat is iemand van de jury natuurlijk. - Ik gaf haar een, zij twee aan hem -, wel dat slaat natuurlijk op de gebakjes.’
- Ale dalej powiedziane jest: „... moga do nas w rok niecaly powrócic, jesli chca” wtracila Alicja.
‘Maar het gaat verder: Zij keerden dan van u naar hem,’ zei Alice.
- No, wlasnie - zawolal Król uradowany, wskazujac na ciastka. - Czy moze byc cos bardziej oczywistego? Przeciez to brzmi calkiem jasno: „On mial stos listów na ten temat”. Czys ty pisala do niego jakies listy, kochanie? - zapytal zwracajac sie do Królowej.
‘Nu, dat zijn ze!’ riep de Koning triomfantelijk en wees naar de gebakjes op de tafel, ‘dat is overduidelijk. Dan verder - Voor ziekte 't heeft belet -Jij bent niet ziek, liefste?’ zei hij tot de Koningin.
- Przenigdy - odpowiedziala obrazona monarchini rzucajac z wsciekloscia kalamarzem w Bisia (biedaczek przestal juz wodzic palcem po zeszycie, kiedy przekonal sie, ze nie pozostawia to zadnych sladów. Teraz jednak zaczal to czynic na powrót z wielkim pospiechem, poslugujac sie sciekajacym mu po twarzy atramentem).
‘Nooit!’ zei de Koningin woedend en gooide een inktpot naar de Hagedis. (De arme kleine Jan was opgehouden met zijn ene vinger in zijn schrift te schrijven, toen hij merkte dat dat toch geen zin had. Maar nu begon hij haastig weer en gebruikte zolang als het ging de inkt, die van zijn gezicht droop).
- Jezeli ten stos listów nie pochodzi od ciebie - rzekl Król spogladajac dokola z figlarnym usmiechem - to w takim razie ten ustep do ciebie sie nie stosuje. Po tych slowach monarchy zapanowala grobowa cisza.
‘Dan beletten die woorden je ook niets,’ zei de Koning en keek glimlachend de zaal rond. Er heerste een diepe stilte.
-To byla gra slów! - zawolal gniewnie Król i wszyscy wybuchneli smiechem. - No, ale czas juz, abyscie naradzili sie nad wyrokiem - dodal chyba po raz dwudziesty tego dnia.
‘Het was een woordspeling,’ voegde de Koning er beledigd aan toe en iedereen begon te lachen. ‘Laat de jury uitspraak doen,’ zei de Koning ongeveer voor de twintigste maal die dag.
- Nie, nie - przerwala Królowa. - Najpierw niech wydadza wyrok, a potem niech sie zastanawiaja.
‘Nee, neen,’ zei de Koningin, ‘eerst de veroordeling en dan de uitspraak.’
- Bzdura! - rzekla na glos Alicja. - Nie slyszalam jeszcze w zyciu nic glupszego.
‘Grote onzin,’ riep Alice luid. ‘Stel je voor, eerst de veroordeling!’
-Trzymaj jezyk za zebami! - warknela Królowa.
‘Houd je mond,’ zei de Koningin, die purper werd van woede.
-Ani mi sie sni - rzekla Alicja.
‘Ik denk er niet over,’ zei Alice.
- Sciac ja! - wrzeszczala Królowa w istnym ataku furii. Ale nikt nie ruszyl sie z miejsca.
‘Sla haar hoofd af,’ riep de Koningin zo hard als ze kon. Niemand bewoog zich.
- Czy myslicie, ze sie was kto boi? - zapytala Alicja, która osiagnela tymczasem swój normalny wzrost. - Jestescie zwykla talia kart, niczym wiecej.
‘Wat geef ik om jullie?’ zei Alice (zij had nu haar gewone lengte teruggekregen), ‘jullie zijn toch maar een pak kaarten.’
Na te slowa cala talia kart uniosla sie w góre i opadla na Alicje. Nasza bohaterka wydala okrzyk gniewu i usilowala strzasnac z siebie karty. W tej samej chwili spostrzegla, ze lezy na lawce, z glowa na kolanach siostry, która lagodnie ogarnia jej z twarzy opadle z drzew zwiedle liscie.
Tegelijk stoof het hele pak in de lucht en vloog op haar neer. Ze uitte een lichte kreet, half uit angst, half uit boosheid, en probeerde ze weg te slaan. En toen merkte ze dat ze aan de waterkant lag met haar hoofd in de schoot van haar zuster, die zachtjes de dorre bladeren wegstreek, die over haar gezicht waren gedwarreld.
- Wstawaj kochanie - rzekla siostra. - Nigdy nie sypiasz tak dlugo.
‘Wordt wakker Alice,’ zei haar zusje, ‘wat heb jij lang geslapen!’
- Och, mialam taki przedziwny sen! - zawolala Alicja i opowiedziala siostrze wszystkie nadzwyczajne przygody, o których dowiedzieliscie sie z tej ksiazki. Kiedy skonczyla, siostra ucalowala ja i rzekla: „To naprawde byl przedziwny sen, kochanie. Ale teraz pobiegnij na podwieczorek, bo robi sie pózno”. Alicja wstala wiec i pobiegla do domu, rozmyslajac po drodze o niezwyklych przygodach, jakich doznala we snie.
‘O, ik heb zo leuk gedroomd,’ zei Alice en zij vertelde haar zuster zo goed als ze kon al de avonturen, die jullie juist hebt gelezen. En toen zij klaar was, gaf haar zusje haar een zoen en zei: ‘Het was een heel leuke droom, maar ga nu gauw thee drinken, het is laat geworden.’ Toen sprong Alice op en holde weg en onderwijl dacht zij wat een wonderlijke droom het toch was geweest.
Siostra Alicji pozostala na lawce i tam, z glowa wsparta na dloni, patrzala na zachód slonca i rozmyslala o swej malej siostrzyczce i jej przygodach. Wreszcie zasnela i przysnil jej sie taki sen:
Z poczatku zobaczyla Alicje,. Male raczki siostrzyczki obejmowaly jej kolana, a jasne, bystre oczy wpatrywaly sie w jej oczy. Slyszala glosik Alicji i widziala ów tak dobrze jej znany ruch glowy, jakim odrzucala niesforne wlosy, które zawsze musialy opadac jej na czolo. Po chwili wszystko dokola zaludnilo sie dziwacznymi stworzonkami ze snu Alicji.
Opodal przemknal po trawie, jak zwykle w wielkim pospiechu Bialy Królik. Po pobliskim stawie plynela z pluskiem przerazona Mysz. Siostra Alicji slyszala brzek naczyn w czasie nie konczacego sie podwieczorku u Szaraka Bez Piatej Klepki, ochryply glos Królowej skazujacej swych gosci na sciecie, wrzask prosiecianiemowlecia na kolanach Ksiezny, zmieszany z odglosem tluczonych talerzy, skrzeczenie Smoka, skrzypienie pióra Bisia, chrzakanie „tlumionych” swinek morskich oraz teskne zawodzenie nieszczesliwego Niby Zólwia.
Siedziala tak z przymknietymi oczyma, wyobrazajac sobie, ze znajduje sie w Krainie Czarów, choc wiedziala, ze wystarczyloby otworzyc oczy, aby wszystko stalo sie na powrót zwykle i codzienne: aby trawa poruszala sie po prostu na wietrze, aby szelescily trzciny na stawie, aby brzek naczyn przemienil sie w dzwonienie dzwoneczków owczych, krzyk Królowej - w nawolywanie pasterzy, a wrzask niemowlecia, skrzeczenie Smoka i inne przedziwne dzwieki - w róznorodny gwar wiejskiego podwórka, gdy tymczasem daleki ryk bydla zastapily zalosne szlochy Niby Zólwia.
Wreszcie siostrze Alicji przyszlo na mysl, ze jej mala siostrzyczka bedzie kiedys w przyszlosci dorosla kobieta, az ze zachowa az do póznej starosci swe ufne i dobre serce dziecka. Pomyslala, ze dorosla Alicja nieraz zbierze dokola siebie gromadke dzieci i opowiadac im bedzie najdziwniejsze basnie, a miedzy tymi basniami znajdzie sie moze i sen sprzed wielu lat o Krainie Czarów. I Alicja martwic sie bedzie wówczas ich dzieciecymi troskami i cieszyc ich radoscia, pamietajac swoje wlasne dziecinstwo i szczesliwe lenie dni.