Pan Gasienica i Alicja przypatrywali sie sobie nawzajem przez kilka minut w zupelnym milczeniu. Na koniec pan Gasienica wyjal z ust fajke i odezwal sie slabym, spiacym glosem:
DE rups en Alice keken elkaar een hele tijd zwijgend aan; tenslotte nam de Rups de pijp uit zijn mond en zei langzaam en slaperig:
- Kim jestes?
‘Wie ben jij.’
Nie bylo to zbyt zachecajace. Alicja odpowiedziala niesmialo: - Ja... ja naprawde w tej chwili nie bardzo wiem, kim jestem, prosze pana. Moglabym powiedziec, kim bylam dzis rano, ale od tego czasu musialam sie juz zmienic wiele razy.
Dit was een niet erg bemoedigend begin voor een gesprek. Alice antwoordde tamelijk verlegen. ‘Ik weet het eigenlijk niet, mijnheer, tenminste - nu niet. Ik weet wie ik vanmorgen was, maar ik moet sindsdien een paar keer veranderd zijn.’
- Co chcesz przez to powiedziec? - zapytal surowo pan Gasienica. - Wytlumacz sie!
‘Wat bedoel je daarmee,’ zei de Rups streng, ‘verklaar je nader.’
- Nie moge sie wytlumaczyc - odrzekla Alicja - poniewaz, jak pan widzi, nie jestem soba.
‘Dat kan ik niet, mijnheer,’ zei Alice, ‘want ik ben eigenlijk mezelf niet, ziet u.’
- Nic nie rozumiem - rzekl pan Gasienica.
‘Ik zie niets,’ zei de Rups.
- Obawiam sie, ze nie bede mogla wytlumaczyc panu tego jasniej, poniewaz, szczerze mówiac, sama nic nie rozumiem. Te ciagle zmiany wzrostu dzialaja na czlowieka raczej oglupiajaco.
‘Ik kan het toch niet duidelijker uitleggen,’ antwoordde Alice beleefd, ‘want ik begrijp het zelf niet goed; het is erg verwarrend om op één dag telkens kleiner en groter te worden.’
- Nie widze powodu - rzekl pan Gasienica.
‘Helemaal niet,’ zei de Rups.
- Byc moze, ze nie zaznal pan tego dotychczas - odparla uprzejmie Alicja - ale kiedy zmieni sie pan w poczwarke, a pózniej w motyla, to bedzie to dla pana czyms równiez bardzo dziwnym, prawda?
‘Misschien hebt u dat nog niet zo ondervonden,’ zei Alice, ‘maar als u in een pop moet veranderen en dan in en vlinder, zou u dat dan niet een beetje gek vinden?’
- Nieprawda - rzekl pan Gasienica.
‘Niet in het minst!’ zei de Rups.
- Byc moze, ale pan te sprawy odczuwa inaczej. W kazdym razie byloby to dziwne dla mnie.
‘Misschien staat u er dan anders tegenover,’ zei Alice, ‘maar ik weet wel dat ik het heel gek vind.’
- Dla ciebie? - rzekl pan Gasienica pogardliwie. - A kim ty wlasciwie jestes?
‘Jij,’ zei de Rups verachtelijk, ‘wie ben jij?’
W ten sposób powrócili na nowo do poczatku rozmowy. Opryskliwe odpowiedzi pana Gasienicy mocno juz zirytowaly Alicje, powiedziala wiec z naciskiem: - Sadze, ze to pan powinien mi sie przedstawic pierwszy.
Zo waren ze weer aan 't begin van het gesprek gekomen. Alice was er een beetje geërgerd over, dat de Rups zulke heel erg korte opmerkingen maakte en zij richtte zich zo hoog als zij kon op en zei ernstig: ‘Ik vind dat u me wel eerst kunt vertellen wie u bent.’
- Dlaczego? - zapytal pan Gasienica.
‘Waarom?’ zei de Rups.
Byla to znowu sprawa nader klopotliwa. Widzac, ze pan Gasienica jest w bardzo kiepskim humorze, Alicja odwrócila sie i zamierzala odejsc.
Dit was weer een moeilijke vraag en daar Alice er geen goed antwoord op kon vinden en de Rups blijkbaar in een erg slecht humeur was, liep ze weg.
- Czekaj! - zawolal nagle pan Gasienica. - Mam ci cos waznego do powiedzenia.
‘Kom terug,’ riep de Rups haar na, ‘ik heb je iets belangrijks te vertellen.’
Brzmialo to dosc obiecujaco. Alicja zawrócila wiec i zmienila sie w sluch.
Dat klonk waarlijk veelbelovend. Alice keerde zich om en liep weer naar hem toe.
-Trzymaj nerwy na wodzy - rzekl pan Gasienica.
‘Houd je bedaard,’ zei de Rups.
- Czy to juz wszystko? - zapytala Alicja, usilujac opanowac gniew.
‘Is dat alles?’ zei Alice, die zo goed mogelijk haar woede inhield.
- Nie - odparl pan Gasienica.
‘Nee,’ zei de Rups.
Alicja pomyslala, ze wlasciwie moze zaczekac na dalszy ciag tej rozmowy, bo i tak nie ma nic lepszego do roboty. Przez pare minut pan Gasienica milczaco pykal z fajki, po czym wyjal cybuch z ust i zapytal: - Wiec wydaje ci sie, ze nie jestes soba?
Alice bedacht, dat zij net zo goed nog een beetje kon wachten, want ze had toch niets beters te doen en misschien zou hij haar tenslotte wel iets vertellen, dat de moeite waard was. Een paar minuten rookte hij zwijgend door, maar toen deed hij zijn armen van elkaar, haalde zijn pijp uit zijn mond en zei: ‘Dus je denkt, dat je veranderd bent.’
- Obawiam sie, ze nie jestem, prosze pana - odpowiedziala Alicja. - Nie pamietam juz niczego w sposób normalny, zmienial wzrost co dziesiec minut.
‘Ik denk het haast wel, mijnheer,’ zei Alice, ‘ik kan me een hele boel niet meer goed herinneren en ik blijf geen tien minuten achter elkaar even groot.’
- Czego nie pamietasz? - zapytal pan Gasienica.
‘Wat kan je je niet herinneren?’ zei de Rups.
- Próbowalam na przyklad powiedziec „Pan kotek byl chory”, ale wyszlo jakos inaczej.
‘Ik heb bijvoorbeeld geprobeerd om‘Hoe vrolijk plast de krokodil’ op te zeggen, maar het werd heel wat anders,’ antwoordde Alice neerslachtig.
- Powiedz „Ojca Wirgiliusza” - rzekl pan Gasienica.
‘Zeg “Oud zijt gij Paai Witbol” op,’ zei de Rups.
Alicja splotla dlonie i zaczela deklamowac:
Alice deed haar handen over elkaar en begon:
Ojciec Wirgiliusz uczyl dzieci swoje
Na glowie przy tym stojac wiele lat
Rzekl jeden z synów: - Tak bardzo sie boje
O ciebie ojcze, bos juz stary dziad.
‘Oud zijt gij Paai Witbol’ sprak laatstmaal een knaap,
‘En het leven wordt grijsaards tot last.
Toch staat gij het liefst op uw hoofd als een aap,
Vindt gij dat uw leeftijd dit past?’
- W latach mlodosci - ojciec mu odpowie Bywalem
nieraz w strachu o swój mózg,
Lecz dzis, gdy widze, ze mam pusto w glowie,
Cwiczac, najwyzej slysze wody plusk.
‘In mijn jeugd’, zei de paai,‘heb ik 't nimmer gedaan,
'k Was bang voor mijn kwetsbaar verstand,
Maar wijl mij dit blijkbaar sinds lang is ontgaan
Is het nu mijn geliefkoosde stand.’
- Jestes juz stary, jak sie wyzej rzeklo,
I gruby - wybacz - ze az brak mi slów,
Ale koziolki fikasz z pasja wsciekla.
Skad sie, mój ojcze, bierze zwyczaj ów?
‘Gijzijt oud,’ zei de knaap, ‘zoals ik reeds zei,
En uw buik wordt onnoemelijk zwaar,
Nu buitelt gij achterom uit de wei,
Ai, zeg mij, hoe speelt gij dit klaar’
- W mojej mlodosci - rzecze medrzec siwy Nacierac
zwyklem co dzien czlonki swe,
Zas uzywalem tej oto oliwy,
Chcesz, to ci sprzedam butelke lub dwie?
‘In mijn jeugd,’ zei de oude en glimlachte staag,
‘Behield ik mijn veerkracht altoos
Door 't gebruik van dit zalfje - 'k verkoop het u graag,
Het kost u een stuiver de doos.’
- Masz ojcze, szczeki slabe ze starosci
I zdolnys chyba lykac tylko ciecz,
Ale zezarles ges z dziobem i koscmi,
Przyznasz mi, ojcze, ze to dziwna rzecz.
‘Gij zijt oud,’ zei de knaap, ‘met uw kracht is het uit,
Uw gebit is reeds jaren vergaan,
Toch aat gij een gans op met haar en met huid,
Ai, zeg mij, hoe legt hij dat aan?’
- Za mlodu - rzecze starzec - prowadzilem
Dyskusji z zona codziennie ze szesc
I to mym szczekom dalo owa sile,
Która pozwala dzis mi gesi jesc.
‘In mijn jeugd,’ zei de grijsaard, ‘bezat ik een zaak
En 'k besprak elk probleem met mijn vrouw,
De spierkracht die 'k daardoor verleende aan mijn kaak
Verlicht mij het bestaan als ik kauw.’
- Wez pod uwage, ojcze, ilosc lat twa,
W tym wieku oczom bystrosci juz brak,
A ty wegorza utrzymujesz latwo
Na czubku nosa - powiedz, ojcze, jak?
‘Gij zijt oud,’ zei de knaap, ‘en niemand denkt heus,
Dat uw oog nog scherp ziet bij het werk,
Toch wiegt gij een aal op de punt van uw neus,
Wat maakt u zo handig en sterk?’
- Jest w domu dzieci sto dwadziescia troje
- ojciec odpowie - i mam pytan dosc.
Juz mi obrzydly idiotyzmy twoje,
Wiec radze, zmykaj, zanim wpadne w zlosc!
‘'k Heb drie vragen beantwoord, nu ben ik het moe,’
Zei zijn vader, ‘verwacht gij schavuit,
Dat 'k mijn ganse dag met die onzin verdoe,
Ga heen of ik trap u eruit.’
-To sie zupelnie nie zgadza - rzekl pan Gasienica.
‘Zo is het niet’, zei de Rups.
- Niezupelnie sie zgadza - poprawila niesmialo Alicja. - Niektóre slowa sa inne.
‘Niet helemaal, geloof ik’, zei Alice bescheiden, ‘sommige woorden waren veranderd.’
-To brzmi inaczej od poczatku do konca - zaopiniowal pan Gasienica, po czym zapanowalo parominutowe milczenie.
‘Het was fout van het begin tot het einde’, zei de Rups beslist en ze zwegen weer een paar minuten.
Wreszcie odezwal sie znowu:
De Rups nam het eerst weer het woord.
-A jakiego wzrostu chcialabys byc?
‘Hoe groot wil je zijn?’ vroeg hij.
- Wlasciwie jest mi wszystko jedno - odpowiedziala Alicja. - Nie chcialabym tylko zmieniac sie tak czesto, wie pan...
O, het kan me niet veel schelen hoe groot ik ben’, antwoordde Alice haastig, ‘ik wil alleen niet zo dikwijls van lengte veranderen, begrijpt u.’
- Nie wiem - rzekl pan Gasienica.
‘Ik begrijp het niet’, zei de Rups.
Alicja nie odrzekla na to ani slowa. Nigdy w zyciu nie spotkala sie jeszcze z kims tak nieuprzejmym i czula, ze zaczyna tracic panowanie nad soba.
Alice zei niets; ze was nog nooit in haar leven zo tegengesproken en zij voelde dat zij haar goede humeur begon te verliezen.
- Czy twój obecny wzrost ci odpowiada? - zapytal pan Gasienica.
‘Ben je nu tevreden?’ zei de Rups.
- Chcialabym byc troszeczke wieksza, jesli nie ma pan nic przeciwko temu. Dziesiec centymetrów, wie pan, to nie jest zbyt dobry wzrost.
‘Ik zou als het kon graag een beetje groter worden’, zei Alice, ‘één decimeter is zo erg klein.’
-To jest swietny wzrost - odpowiedzial gniewnie pan Gasienica. (On sam mial wlasnie dziesiec centymetrów wzrostu).
‘Het is een heel goede lengte’, zei de Rups boos en ging rechtop staan, terwijl hij sprak (hij was precies één decimeter groot).
-Ale ja nie jestem do takiego wzrostu przyzwyczajona - rzekla placzliwie Alicja, po czym dodala cicho: - Jakzebym chciala, zeby te zwierzeta nie obrazaly sie tak latwo.
‘Maar ik ben er niet aan gewend’, klaagde de arme Alice, en zij dacht bij zich zelf ‘ik wou dat die beesten niet allemaal zo gauw beledigd waren.’
- Przyzwyczaisz sie do tego wzrostu z czasem - rzekl pan Gasienica, wkladajac cybuch w usta i pykajac wolno z fajki.
‘Je zult er op den duur wel aan wennen’, zei de Rups en hij stak de pijp weer in zijn mond en begon te roken.
Alicja czekala cierpliwie, dopóki pan Gasienica sie znowu nie odezwie. Po minucie wyjal cybuch z ust, ziewnal, przeciagnal sie, po czym zlazac z grzyba rzucil jakby od niechcenia: - Od jednej strony sie rosnie, od drugiej - maleje.
Dit keer wachtte Alice geduldig tot hij weer verkoos iets te zeggen. Na een paar minuten haalde de Rups de pijp weer uit zijn mond, geeuwde een paar keer en rekte zich uit. Toen daalde hij af van de paddestoel en kroop weg door het gras, terwijl hij enkel opmerkte: ‘De ene kant zal je kleiner maken, en de andere groter.’
„Od jednej i drugiej strony, ale czego?” - pomyslala Alicja.
‘De ene kant van wat? En de andere kant van wat?’ dacht Alice.
- Grzyba - odpowiedzial pan Gasienica, jak gdyby uslyszal pytanie, po czym znikl w trawie.
‘Van de paddestoel’, zei de Rups, alsof zij het hardop gevraagd had en het volgende ogenblik was hij verdwenen.
Alicja przypatrywala sie przez chwile grzybowi, starajac sie rozróznic dwie strony, o których wspominal pan Gasienica. Ale jak to zrobic, skoro grzyb byl okragly? Na koniec objela go rekami, jak najdalej mogla, i odlamala po kawalku z obu konców.
Alice keek in gedachten verzonken naar de paddestoel; zij probeerde uit te maken wat de twee kanten daarvan waren, maar hij was volkomen rond en dus vond ze dit een moeilijk probleem. Tenslotte legde ze echter haar armen zover als ze kon om de paddestoel en brak met iedere hand een stuk van de rand af.
- Jak teraz odróznic te kawalki? - zapytala Alicja odgryzajac odrobine grzyba z prawej reki. W tej samej chwili poczula gwaltowny ból: kurczac sie stuknela podbródkiem o kolano!
‘En welk stuk moet ik nu hebben?’ zei ze bij zich zelf en knabbelde een beetje aan dat in haar rechterhand om de uitwerking eens te proberen; het volgende ogenblik kreeg ze een geweldige klap: haar kin was tegen haar voet gestoten.
Alicja przerazila sie nie na zarty ta nagla zmiana. Wiedziala, ze nie ma chwili do stracenia, usilowala wiec odgryzc odrobine z drugiego kawalka. Podbródek jej przylegl juz tymczasem tak mocno do stopy, ze zaledwie mogla otworzyc usta. Na koniec udalo jej sie przelknac kawalek grzyba z lewej reki.
Ze schrok heel erg van deze plotselinge verandering, maar ze begreep dat ze geen tijd te verliezen had, zo snel kromp ze in elkaar; daarom begon ze meteen iets te eten van het andere stuk. Haar kin was zo dicht tegen haar voet gedrukt dat er nauwelijks plaats was om haar mond open te doen; maar dit lukte tenslotte en ze kon gauw een hapje nemen van het linker stuk.
- Nareszcie moge swobodnie poruszac glowa! - krzyknela Alicja. Ale zachwyt zmienil sie w przerazenie, kiedy po chwili zorientowala sie, ze jej ramiona znikly gdzies w niewytlumaczalny sposób. Patrzac w dól widziala jedynie szyje potwornej dlugosci, która wyrastala na ksztalt olbrzymiej lodygi z morza zielonych lisci, szemrzacego gdzies w dole.
‘Nu, mijn hoofd is tenminste vrij,’ zei Alice opgelucht, maar het volgende ogenblik bemerkte ze tot haar grote verontrusting dat haar schouders nergens meer te vinden waren; alles wat zij kon zien, wanneer ze naar beneden keek, was een verbazend lange hals, die als een stengel scheen op te rijzen uit een zee van bladeren ver beneden haar.
- Co to wlasciwie moze byc? - powiedziala na glos Alicja. - I gdzie podzialy sie moje ramiona? A moje rece - jakzebym chciala je zobaczyc! - To mówiac podniosla rece, ale nie ujrzala nic, poza jakims lekkim poruszeniem posród odleglych lisci.
‘Wat zou al dat groen toch zijn?’ zei Alice. ‘En waar zijn mijn schouders gebleven? En o, arme handen, waarom kan ik jullie niet eens meer zien?’ Zij bewoog ze terwijl ze praatte, maar dat veroorzaakte enkel een kleine deining tussen de verre groene bladeren.
Jesli nie mozna uniesc rak do wysokosci glowy, to moze uda sie przynajmniej pochylic glowe ku rekom? Czyniac to Alicja stwierdzila z zachwytem, ze szyja jej wygina sie z latwoscia we wszystkich kierunkach niczym zmija. Wygiela ja wiec w sliczny zygzak i myszkowala glowa miedzy listowiem (okazalo sie, ze byly to korony drzew, pod którymi Alicja przechadzala sie jeszcze tak niedawno). Nagle uslyszala ostry syk i z przerazeniem cofnela glowe. Naprzeciw ujrzala duza Golebice bijaca gwaltownie skrzydlami.
Daar zij haar handen niet op kon heffen naar haar hoofd, probeerde zij haar hoofd naar haar handen te brengen en zij was erg blij toen ze merkte dat haar hals als een slang in iedere richting kon draaien. Ze was er juist in geslaagd deze in een elegante zig-zag naar beneden te bewegen en tussen de bladeren te steken, die de toppen van de bomen bleken te zijn, waaronder zij had rondgedwaald, toen een scherp gesis haar haastig haar hoofd terug deed trekken: een grote duif was pal in haar gezicht gevlogen en sloeg haar nu geweldig met haar vleugels.
- Zmija! - wrzasnela Golebica.
‘Slang,’ gilde de Duif.
- Nie jestem zmija - odparla z godnoscia Alicja. - Prosze zostawic mnie w spokoju.
‘Ik ben geen slang,’ zei Alice verontwaardigd, ‘laat mij met rust.’
- Zmija - powtarzam - rzekla Golebica pokorniejszym juz tonem i dodala z naglym szlochem: - Próbowalam juz wszystkich sposobów, ale widac nie ma na to rady!
‘Slang, zeg ik nog eens,’ herhaalde de Duif een beetje zachter en zij voegde er met een soort snik aan toe: ‘Ik heb alles geprobeerd, maar niets schijnt hun te bevallen.’
- Nie wiem, o czym pani mówi - rzekla Alicja.
‘Ik begrijp helemaal niet waar u het over hebt,’ zei Alice.
- Próbowalam juz chronic sie miedzy korzeniami drzew, próbowalam odgradzac sie zywoplotem - zalila sie Golebica, nie zwracajac zadnej uwagi na slowa Alicji wszystko na prózno!
‘Ik heb boomwortels geprobeerd, ik heb de waterkant geprobeerd en ik heb heggen geprobeerd,’ ging de Duif verder, ‘maar die slangen, ze blijven maar lastig.’
Alicja byla coraz bardziej zdumiona, ale uwazala, ze dopóki Golebica nie skonczy swych biadan, wszelkie wyjasnienia sa bezcelowe.
Alice begreep er steeds minder van, maar ze vond het zinloos om iets te zeggen voor de Duif was uitgesproken.
-Tak jakby nie bylo dosc klopotu z wysiadywaniem jajek! - skarzyla sie dalej Golebica. - Trzeba jeszcze dniem i noca strzec sie zmij! Juz od trzech tygodni nie zmruzylam oka!
‘Alsof het niet al moeilijk genoeg is om eieren uit te broeden,’ zei de Duif, ‘maar ik moet ook nog dag en nacht op wacht staan voor slangen. En ik heb al drie weken lang geen oog dicht gedaan.’
- Naprawde, bardzo mi przykro - rzekla Alicja, która zaczynala na koniec pojmowac, o co chodzi.
‘Het spijt me dat ik u last veroorzaakt heb,’ zei Alice, die haar bedoeling begon te begrijpen.
- Wybralam sobie najwyzsze drzewo w calym lesie - biadala Golebica - juz myslalam, ze bede miala troche spokoju, a tu raptem znowu zmija wpelza w moje gniazdo, i to prosto z nieba! Precz, zmijo!
‘En nu heb ik net de hoogste boom van het bos uitgezocht,’ vervolgde de Duif en haar stem sloeg gillend over ‘en nu ik net dacht, dat ik hier geen last van ze zou hebben, moeten ze beslist uit de hemel naar beneden komen kronkelen! Bah! Slang!’
-Alez ja nie jestem zmija - rzekla Alicja. - Ja jestem... jestem...
‘Maar ik ben geen slang, zeg ik je,’ zei Alice, ‘ik ben, ik ben...’
- No, kim jestes? Widze, ze usilujesz cos krecic!
‘Nou, wat ben je dan,’ zei de Duif,‘ik merk heus wel dat je iets probeert te verzinnen!’
- Jestem mala dziewczynka - rzekla niepewnie Alicja, przypominajac sobie wszystkie przeobrazenia, jakich doznala od rana.
‘Ik, ik ben een klein meisje,’ zei Alice, bijna twijfelend, toen zij bedacht hoe vaak zij die dag al veranderd was.
- Patrzcie ja! Kto by w to uwierzyl! - krzyknela Golebica tonem najglebszej pogardy. Widzialam juz w zyciu dosc malych dziewczynek, ale nie spotkalam sie nigdy z dziewczynka o takiej szyi! Nie, nie! Ty na pewno jestes zmija, nie próbuj nawet zaprzeczac! Mam nadzieje, ze nie bedziesz mi wmawiac, ze nie znasz smaku jajka!
‘Dat geloof ik vast,’ zei de Duif met de diepste verachting, ‘ik heb in mijn leven een hele boel meisjes gezien, maar nog nooit één met zo'n hals als jij. Nee, nee, je bent een slang, ontken dat maar niet. Straks ga je me wijs maken dat je nog nooit een ei hebt gegeten.’
- Oczywiscie, ze znam smak jajka - rzekla Alicja z wrodzona sobie prawdomównoscia - ale male dziewczynki jedza nie mniej jajek niz zmije.
‘Ik heb eieren gegeten, zeker!’ zei Alice, die een erg waarheidslievend kind was, ‘maar meisjes eten ook eieren, minstens evenveel als slangen.’
- Nigdy w to nie uwierze - rzekla Golebica - ale jesli tak czynia, to sa one równiez rodzajem zmij. To wszystko, co mam do powiedzenia.
‘Dat geloof ik niet,’ zei de Duif, ‘maar als zij het doen dan zijn ze een soort slangen, dat vind ik.’
Bylo to dla Alicji cos zupelnie nowego. Zamilkla wiec na chwile, a Golebica dodala triumfujaco: - Wiem doskonale- ze szukasz jajek. Wiec cóz za róznica, czy jestes mala dziewczynka, czy zmija?
Dit was een zo nieuw gezichtspunt voor Alice, dat ze er een paar minuten stil van was, wat de Duif gelegenheid gaf om op te merken: ‘Je zoekt eieren, dat weet ik heel goed, en wat kan het mij dan schelen of je nu een meisje bent of een slang.’
- Dla mnie jednak to jest róznica - rzekla szybko Alicja. - Poza tym wcale nie szukam jajek. A gdybym nawet szukala, to nie laszczylabym sie na pani jajka: nie lubie ich na surowo.
‘Dat kan mij wel wat schelen,’ zei Alice haastig, ‘maar ik zoek helemaal geen eieren, en als ik het deed, zou ik die van u toch niet willen hebben, ik houd niet van rauwe eieren.’
- W takim razie wynos sie - rzekla Golebica obrazonym tonem, po czym schowala sie w swym gniezdzie. Alicja wyruszyla tymczasem w dalsza droge miedzy drzewami, co odbywalo sie bardzo wolno. Szyja jej bowiem zaplatywala sie ciagle w galezie i Alicja musiala zatrzymywac sie, aby ja odplatywac. Po chwili przypomniala sobie, ze trzyma wciaz w rekach kawaleczki czarodziejskiego grzyba. Zabrala sie wiec do dziela z cala ostroznoscia^ odgryzala po malej odrobince z kazdej czasteczki i to rosnac, to znów malejac, zdolala wreszcie osiagnac normalna wysokosc.
‘Nu, ga dan weg,’ zei de Duif knorrig, terwijl zij terugging naar haar nest. Alice hurkte zo diep als ze kon tussen de bomen, maar haar hals raakte telkens verward in de takken en zo nu en dan moest ze ophouden om zich los te maken. Na een poosje bedacht ze dat ze nog altijd de stukjes van de paddestoel in haar handen had en zij ging nu heel zorgvuldig te werk, knabbelde eerst aan het ene en dan aan het andere stukje, werd soms groter en soms kleiner, tot ze haar gewone lengte weer bereikt had.
Odwykla juz bardzo od swego wzrostu., tak ze z poczatku bylo jej dosc dziwnie. Przyzwyczaila sie jednak po paru minutach i zaczela, jak zwykle, rozmawiac ze soba:
- W ten sposób polowa mojego planu bylaby wykonana! Jakze zdumiewajace sa te ciagle zmiany! Nie moge przewidziec, co sie ze mna stanie za chwile! Jak to przyjemnie byc z powrotem soba! Teraz trzeba sie jakos dostac do ogrodu - ale ja k, wlasnie jak? - To mówiac znalazla sie nagle na otwartej przestrzeni. Posrodku zauwazyla domek mniej wiecej metrowej wysokosci. „Nie bede mogla wejsc do tego domku - pomyslala Alicja. - Jestem na to obecnie za duza. Jego lokatorzy zwariowaliby chyba ze strachu na mój widok!” Odgryzla wiec kawalek grzyba z prawej reki i podeszla blizej dopiero wtedy, gdy miala odpowiedni wzrost (to znaczy okolo dwudziestu centymetrów).
Het was zo lang geleden dat zij zo geweest was, dat zij het eerst bijna vreemd vond, maar ze was er al gauw aan gewend en begon zoals gewoonlijk in zichzelf te praten. ‘Zo, de helft van mijn plan is klaar! Wat zijn al die veranderingen toch verwarrend! Ik ben van het ene ogenblik op het andere niet zeker wat ik zal worden. Maar nu ben ik tenminste weer gewoon en nu moet ik in die mooie tuin zien te komen. Ik vraag me af hoe ik dat aan moet leggen!’ Terwijl ze dat zei kwam ze plotseling aan een open plaats in het bos met een klein huisje er op dat ongeveer één meter twintig hoog was. ‘Daar kan ik zo nooit heengaan,’ dacht Alice, ‘wie er ook woont; ik ben veel te groot, ze zouden gek worden van angst.’ Dus begon ze weer aan het rechter stukje te knabbelen en ze dorst niet naar het huisje te gaan voor zij twintig centimeter groot was.