AVENTURES D'ALICE AU PAYS DES MERVEILLES

De avonturen van Alice

   CHAPITRE VIII.

   VIII

   LE CROQUET DE LA REINE.

   Het croquet-veld van de koningin

   Un grand rosier se trouvait à l’entrée du jardin ; les roses qu’il portait étaient blanches, mais trois jardiniers étaient en train de les peindre en rouge. Alice s’avança pour les regarder, et, au moment où elle approchait, elle en entendit un qui disait : « Fais donc attention, Cinq, et ne m’éclabousse pas ainsi avec ta peinture. »

   EEN grote rozenboom stond dicht bij de ingang van de tuin; de rozen die er aan groeiden, waren wit, maar drie tuinmannen waren bezig om deze rood te schilderen. Alice vond dit heel zonderling en zij ging op hen af om dat eens nader te bekijken en juist toen zij vlak bij hen was, hoorde zij één van hen zeggen: ‘Kijk toch uit Vijf! Spat toch niet zo met de verf!’

   « Ce n’est pas de ma faute, » dit Cinq d’un ton bourru, « c’est Sept qui m’a poussé le coude. »

   ‘Ik kon er niets aan doen,’ zei Vijf knorrig, ‘Zeven stootte tegen mijn elleboog.’

   Là-dessus Sept leva les yeux et dit : « C’est cela, Cinq ! Jetez toujours le blâme sur les autres ! »

   Waarop Zeven opkeek en zei: ‘Goed zo Vijf! Altijd de schuld aan iemand anders geven!’

   « Vous feriez bien de vous taire, vous, » dit Cinq. « J’ai entendu la Reine dire pas plus tard que hier que vous méritiez d’être décapité ! »

   ‘Jij kunt beter je mond houden,’ zei Vijf, ‘Gisteren hoorde ik de Koningin nog zeggen dat jij eigenlijk onthoofd moest worden!’

   « Pourquoi donc cela ? » dit celui qui avait parlé le premier.

   ‘Waarom?’ vroeg degene, die het eerst iets gezegd had.

   « Cela ne vous regarde pas, Deux, » dit Sept.

   ‘Dat gaat jou niets aan, Twee,’ zei Zeven.

   « Si fait, cela le regarde, » dit Cinq ; « et je vais le lui dire. C’est pour avoir apporté à la cuisinière des oignons de tulipe au lieu d’oignons à manger. »

   ‘Ja, dat gaat hem wel wat aan,’ zei Vijf, ‘en ik zal het hem wel vertellen; het was omdat hij de keukenmeid tulpenbollen gebracht had inplaats van uien.’

   Sept jeta là son pinceau et s’écriait : « De toutes les injustices — » lorsque ses regards tombèrent par hasard sur Alice, qui restait là à les regarder, et il se retint tout à coup. Les autres se retournèrent aussi, et tous firent un profond salut.

   Zeven gooide zijn verfkwast neer en begon: ‘Dat is nu toch wel het onrechtvaardigste’ - toen zijn blik op Alice viel, die naar hen stond te kijken en hij hield plotseling op; ook de anderen keken om en bogen dan allen diep.

   « Voudriez-vous avoir la bonté de me dire pourquoi vous peignez ces roses ? » demanda Alice un peu timidement.

   ‘Ach, zoudt u mij ook willen vertellen,’ zei Alice een beetje verlegen, ‘waarom u die rozen schildert?’

   Cinq et Sept ne dirent rien, mais regardèrent Deux. Deux commença à voix basse : « Le fait est, voyez-vous, mademoiselle, qu’il devrait y avoir ici un rosier à fleurs rouges, et nous en avons mis un à fleurs blanches, par erreur. Si la Reine s’en apercevait nous aurions tous la tête tranchée, vous comprenez. Aussi, mademoiselle, vous voyez que nous faisons de notre mieux avant qu’elle vienne pour — »

À ce moment Cinq, qui avait regardé tout le temps avec inquiétude de l’autre côté du jardin, s’écria : « La Reine ! La Reine ! » et les trois ouvriers se précipitèrent aussitôt la face contre terre. Il se faisait un grand bruit de pas, et Alice se retourna, désireuse de voir la Reine.

   Vijf en Zeven zeiden niets, maar keken naar Twee. Twee begon zachtjes: ‘Ach, juffrouw, ziet u, er had hier eigenlijk een rode rozenboom moeten staan en wij hebben per ongeluk een witte geplant; en als de Koningin dat ontdekt, worden wij allemaal onthoofd, ziet u. En daarom proberen we om voor zij komt -’ Op dit ogenblik riep Vijf, die angstig de tuin rond had gekeken: ‘De Koningin! de Koningin!’ en de drie tuinmannen wierpen zich plat op hun gezicht. Men hoorde het geluid van vele voetstappen en Alice keek rond, verlangend om de Koningin te zien.

   D’abord venaient des soldats portant des piques ; ils étaient tous faits comme les jardiniers, longs et plats, les mains et les pieds aux coins ; ensuite venaient les dix courtisans. Ceux-ci étaient tous parés de carreaux de diamant et marchaient deux à deux comme les soldats. Derrière eux venaient les enfants de la Reine ; il y en avait dix, et les petits chérubins gambadaient joyeusement, se tenant par la main deux à deux ; ils étaient tous ornés de cœurs. Après eux venaient les invités, des rois et des reines pour la plupart. Dans le nombre, Alice reconnut le Lapin Blanc. Il avait l’air ému et agité en parlant, souriait à tout ce qu’on disait, et passa sans faire attention à elle. Suivait le Valet de Cœur, portant la couronne sur un coussin de velours ; et, fermant cette longue procession, LE ROI ET LA REINE DE CŒUR.

   Eerst kwamen tien soldaten, die knuppels droegen; deze hadden alle hetzelfde figuur als de drie tuinmannen, langwerpig en plat met aan de hoeken hun handen en voeten. Toen de tien hovelingen; deze waren helemaal versierd met ruiten en liepen twee aan twee, net als de soldaten. Na hen kwamen de koningskinderen; het waren er tien en de lieve kleintjes kwamen vrolijk hand in hand aanspringen, al weer twee aan twee; zij waren opgeschikt met harten. Daarna kwamen de gasten, meest koningen en koninginnen en onder hen herkende Alice het Witte Konijn; hij praatte zenuwachtig, en glimlachte bij alles wat er werd gezegd en nam geen notitie van haar. Dan volgde de Hartenboer, die de kroon van den Koning op een kussen droeg van rood fluweel; en aan het slot van de grote optocht kwamen DE KONING EN DE KONINGIN VAN HARTEN.

   Alice ne savait pas au juste si elle devait se prosterner comme les trois jardiniers ; mais elle ne se rappelait pas avoir jamais entendu parler d’une pareille formalité. « Et d’ailleurs à quoi serviraient les processions, » pensa-t-elle, « si les gens avaient à se mettre la face contre terre de façon à ne pas les voir ? » Elle resta donc debout à sa place et attendit.

   Alice wist niet goed of zij ook op de grond moest gaan liggen, net als de drie tuinmannen, maar zij herinnerde zich een dergelijk voorschrift bij optochten niet, ‘en trouwens, waar zou een optocht voor dienen,’ dacht ze, ‘als ieder met zijn gezicht op de grond gaat liggen, zodat niemand iets kan zien?’ Dus bleef zij staan waar zij stond en wachtte.

   Quand la procession fut arrivée en face d’Alice, tout le monde s’arrêta pour la regarder, et la Reine dit sévèrement : « Qui est-ce ? » Elle s’adressait au Valet de Cœur, qui se contenta de saluer et de sourire pour toute réponse.

   Toen de optocht vlak bij Alice gekomen was, hielden allen stil en keken naar haar en de Koningin zei streng: ‘Wie is dit?’ Zij vroeg dit aan den Hartenboer, die enkel diep boog en glimlachte als antwoord.

   « Idiot ! » dit la Reine en rejetant la tête en arrière avec impatience ; et, se tournant vers Alice, elle continua : « Votre nom, petite ? »

   ‘Idioot,’ zei de Koningin, en schudde ongeduldig haar hoofd; toen wendde zij zich tot Alice en ging verder: ‘Hoe heet jij, meisje?’

   « Je me nomme Alice, s’il plaît à Votre Majesté, » dit Alice fort poliment. Mais elle ajouta en elle-même : « Ces gens-là ne sont, après tout, qu’un paquet de cartes. Pourquoi en aurais-je peur ? »

   ‘Ik heet Alice, Majesteit,’ zei Alice heel beleefd; maar zij voegde er bij zichzelf aan toe. ‘Wat zal ik me druk maken! Het is toch maar een pak kaarten!’

   « Et qui sont ceux-ci ? » dit la Reine, montrant du doigt les trois jardiniers étendus autour du rosier. Car vous comprenez que, comme ils avaient la face contre terre et que le dessin qu’ils avaient sur le dos était le même que celui des autres cartes du paquet, elle ne pouvait savoir s’ils étaient des jardiniers, des soldats, des courtisans, ou bien trois de ses propres enfants.

   ‘En wie zijn dit?’ zei de Koningin, wijzend op de drie tuinmannen, die om de rozenbomen lagen; want zie je, ze lagen op hun buik en de figuren op hun rug waren precies eender als die van de andere kaarten, dus kon zij niet zien of het tuinmannen waren of soldaten of hovelingen of drie van haar eigen kinderen.

   « Comment voulez-vous que je le sache ? » dit Alice avec un courage qui la surprit elle-même. « Cela n’est pas mon affaire à moi. »

   ‘Hoe kan ik dat weten?’ zei Alice, verbaasd over haar eigen moed, ‘daar heb ik niets mee te maken.’

   La Reine devint pourpre de colère ; et après l’avoir considérée un moment avec des yeux flamboyants comme ceux d’une bête fauve, elle se mit à crier : « Qu’on lui coupe la tête ! »

   De Koningin werd purperrood van woede en schreeuwde na haar een ogenblik strak te hebben aangestaard, als een wild beest: ‘Sla haar hoofd eraf! Haar -’

   « Quelle idée ! » dit Alice très-haut et d’un ton décidé. La Reine se tut.

   ‘Onzin,’ zei Alice luid en beslist en de Koningin zweeg.

   Le Roi lui posa la main sur le bras, et lui dit timidement : « Considérez donc, ma chère amie, que ce n’est qu’une enfant. »

   De Koning legde zijn hand op haar schouder en zei bedeesd: ‘Bedenk, liefste, het is maar een kind!’

   La Reine lui tourna le dos avec colère, et dit au Valet : « Retournez-les ! »

   De Koningin keerde zich boos om en zei tot den Hartenboer: ‘Draai hen om!’

   Ce que fit le Valet très-soigneusement du bout du pied.

   En deze deed dat, heel zorgvuldig, met één voet.

   « Debout ! » dit la Reine d’une voix forte et stridente. Les trois jardiniers se relevèrent à l’instant et se mirent à saluer le Roi, la Reine, les jeunes princes, et tout le monde.

   ‘Sta op,’ zei de Koningin met een schrille harde stem en de drie tuinmannen sprongen onmiddellijk op en begonnen te buigen voor de Koning, de Koningin, de kinderen en alle anderen.

   « Finissez ! » cria la Reine. « Vous m’étourdissez. » Alors, se tournant vers le rosier, elle continua : « Qu’est-ce que vous faites donc là ? »

   ‘Houdt op!’ schreeuwde de Koningin, ‘je maakt me duizelig.’ En toen keerde zij zich naar de rozenboom en ging verder: ‘Wat waren jullie daar aan het doen?’

   « Avec le bon plaisir de Votre Majesté, » dit Deux d’un ton très-humble, mettant un genou en terre, « nous tâchions — »

   ‘Met uw welnemen, Majesteit,’ zei Twee nederig en knielde terwijl hij dit zei, ‘wij proberen -’

   « Je le vois bien ! » dit la Reine, qui avait pendant ce temps examiné les roses. « Qu’on leur coupe la tête ! » Et la procession continua sa route, trois des soldats restant en arrière pour exécuter les malheureux jardiniers, qui coururent se mettre sous la protection d’Alice.

   ‘Ik zie het,’ zei de Koningin, die intussen de rozen had onderzocht, ‘hun hoofden eraf!’ en de optocht zette zich weer in beweging. Drie soldaten bleven achter om de ongelukkige tuinmannen terecht te stellen en deze liepen om bescherming naar Alice.

   « Vous ne serez pas décapités, » dit Alice ; et elle les mit dans un grand pot à fleurs qui se trouvait près de là. Les trois soldats errèrent de côté et d’autre, pendant une ou deux minutes, pour les chercher, puis s’en allèrent tranquillement rejoindre les autres.

   ‘Ze zullen jullie niet onthoofden,’ zei Alice en stopte hen in een grote bloempot, die dicht bij haar stond. De soldaten liepen een tijdje naar hen te zoeken en toen gingen ze rustig de anderen achterna.

   « Leur a-t-on coupé la tête ? » cria la Reine.

   ‘Zijn hun hoofden eraf?’ riep de Koningin.

   « Leurs têtes n’y sont plus, s’il plaît à Votre Majesté ! » lui crièrent les soldats.

   ‘Hun hoofden zijn weg met uw welnemen, Majesteit.’ riepen de soldaten als antwoord.

   « C’est bien ! » cria la Reine. « Savez-vous jouer au croquet ? »

   ‘Goed’ riep de Koningin, ‘kan je croquet spelen?’

   Les soldats ne soufflèrent mot, et regardèrent Alice, car, évidemment, c’était à elle que s’adressait la question.

   De soldaten zwegen en keken naar Alice, want deze vraag was blijkbaar tot haar gericht.

   « Oui, » cria Alice.

   ‘Ja,’ riep Alice.

   « Eh bien, venez ! » hurla la Reine ; et Alice se joignit à la procession, fort curieuse de savoir ce qui allait arriver.

   ‘Kom dan mee,’ brulde de Koningin en Alice voegde zich bij de optocht, heel benieuwd wat er verder zou gebeuren.

   « Il fait un bien beau temps aujourd’hui, » dit une voix timide à côté d’elle. Elle marchait auprès du Lapin Blanc, qui la regardait d’un œil inquiet.

   ‘Het is, het is - mooi weer vandaag,’ zei een verlegen stem naast haar. Zij liep naast het Witte Konijn, dat haar ernstig aankeek.

   « Bien beau, » dit Alice. « Où est la Duchesse ? »

   ‘Heel mooi,’ zei Alice, ‘waar is de Hertogin?’

   « Chut ! Chut ! » dit vivement le Lapin à voix basse et en regardant avec inquiétude par-dessus son épaule. Puis il se leva sur la pointe des pieds, colla sa bouche à l’oreille d’Alice et lui souffla : « Elle est condamnée à mort »

   ‘St, st,’ zei het Konijn zacht en snel. Hij keek angstig om zich heen terwijl hij praatte, ging dan op zijn tenen staan, hield zijn mond dicht bij haar oor en fluisterde: ‘Zij is ter dood veroordeeld.’

   « Pour quelle raison ? » dit Alice.

   ‘Waarvoor?’ zei Alice.

   « Avez-vous dit : « quel dommage ? » » demanda le Lapin.

   ‘Zei je wat vreselijk?’ vroeg het Konijn.

   « Non, » dit Alice. « Je ne pense pas du tout que ce soit dommage. J’ai dit : « pour quelle raison ? » »

   ‘Nee,’ zei Alice, ‘ik vind het helemaal niet vreselijk. Ik zei waarvoor.’

   « Elle a donné des soufflets à la Reine, » commença le Lapin. (Alice fit entendre un petit éclat de rire.) « Oh, chut ! » dit tout bas le Lapin d’un ton effrayé. « La Reine va nous entendre ! Elle est arrivée un peu tard, voyez-vous, et la Reine a dit — »

   ‘Ze heeft de Koningin een draai om de oren gegeven,’ begon het Konijn. Alice schoot in de lach. ‘St,’ fluisterde het Konijn angstig, ‘de Koningin zal je horen! Ze kwam te laat, zie je, en de Koningin zei -’

   « À vos places ! » cria la Reine d’une voix de tonnerre, et les gens se mirent à courir dans toutes les directions, trébuchant les uns contre les autres ; toutefois, au bout de quelques instants chacun fut à sa place et la partie commença.

Alice n’avait de sa vie vu de jeu de croquet aussi curieux que celui-là. Le terrain n’était que billons et sillons ; des hérissons vivants servaient de boules, et des flamants de maillets. Les soldats, courbés en deux, avaient à se tenir la tête et les pieds sur le sol pour former des arches.

   ‘Ga allemaal op je plaats!’ schreeuwde de Koningin met donderende stem en zij begonnen alle richtingen uit te hollen, waarbij ze voortdurend tegen elkaar aan liepen; maar na een paar minuten stonden zij allen op hun plaats en het spel begon. Alice had nog nooit in haar leven zo'n wonderlijk croquetveld gezien. Het bestond helemaal uit heuveltjes en kuilen, de ballen waren levende egels, de hamers waren levende flamingo's en de soldaten stonden voorover op handen en voeten om de poorten te vormen.

   Ce qui embarrassa le plus Alice au commencement du jeu, ce fut de manier le flamant ; elle parvenait bien à fourrer son corps assez commodément sous son bras, en laissant pendre les pieds ; mais, le plus souvent, à peine lui avait-elle allongé le cou bien comme il faut, et allait-elle frapper le hérisson avec la tête, que le flamant se relevait en se tordant, et la regardait d’un air si ébahi qu’elle ne pouvait s’empêcher d’éclater de rire ; et puis, quand elle lui avait fait baisser la tête et allait recommencer, il était bien impatientant de voir que le hérisson s’était déroulé et s’en allait. En outre, il se trouvait ordinairement un billon ou un sillon dans son chemin partout où elle voulait envoyer le hérisson, et comme les soldats courbés en deux se relevaient sans cesse pour s’en aller d’un autre côté du terrain, Alice en vint bientôt à cette conclusion : que c’était là un jeu fort difficile, en vérité.

   De grootste moeilijkheid vond Alice eerst het hanteren van haar flamingo; zij kon het lichaam heel gemakkelijk met hangende poten onder haar arm wegstoppen, maar juist als zij zijn nek mooi recht had gestrekt en zij de egel een klap wou geven met zijn kop, moest hij zich beslist omdraaien en haar aankijken met een zo verbaasde uitdrukking, dat zij in lachen uitbarstte. En als zij zijn hoofd naar beneden had geduwd en weer wou beginnen, had de egel zich intussen uitgerold en was bezig weg te kruipen. Bovendien was er altijd, waar zij de egel ook heen sloeg, wel een heuveltje of een kuil in de weg en de dubbelgebogen soldaten stonden voortdurend op en liepen naar een ander deel van het veld, zodat Alice al gauw tot de ontdekking kwam, dat dit wel een heel moeilijk spel was.

   Les joueurs jouaient tous à la fois, sans attendre leur tour, se querellant tout le temps et se battant à qui aurait les hérissons. La Reine entra bientôt dans une colère furieuse et se mit à trépigner en criant : « Qu’on coupe la tête à celui-ci ! » ou bien : « Qu’on coupe la tête à celle-là ! » une fois environ par minute.

   De spelers speelden allemaal tegelijk zonder op hun beurt te wachten, maakten de hele tijd ruzie en vochten om de egels. En al heel gauw raakte de Koningin in een vreselijke woede, liep stampvoetend rond en schreeuwde ieder ogenblik: ‘Zijn hoofd eraf! Haar hoofd eraf!’

   Alice commença à se sentir très-mal à l’aise ; il est vrai qu’elle ne s’était pas disputée avec la Reine ; mais elle savait que cela pouvait lui arriver à tout moment. « Et alors, » pensait-elle, « que deviendrai-je ? Ils aiment terriblement à couper la tête aux gens ici. Ce qui m’étonne, c’est qu’il en reste encore de vivants. »

   Alice voelde zich niets op haar gemak. Ze had nog wel geen ruzie gehad met de Koningin, maar zij wist dat dat ieder ogenblik, gebeuren kon ‘en wat zal er dan van mij worden?’ dacht zij. ‘Zij schijnen het hier bijzonder prettig te vinden om mensen te onthoofden, ik begrijp eigenlijk niet dat er nog zo veel in leven zijn!’

   Elle cherchait autour d’elle quelque moyen de s’échapper, et se demandait si elle pourrait se retirer sans être vue ; lorsqu’elle aperçut en l’air quelque chose d’étrange ; cette apparition l’intrigua beaucoup d’abord, mais, après l’avoir considérée quelques instants, elle découvrit que c’était une grimace, et se dit en elle-même, « C’est le Grimaçon ; maintenant j’aurai à qui parler. »

   Zij zocht juist een middel om te ontsnappen zonder dat iemand het zou zien, toen zij een merkwaardige verschijning in de lucht opmerkte. Ze kon deze eerst onmogelijk thuisbrengen, maar toen zij een poosje er naar gekeken had, zag ze dat het een grijns was en ze zei bij zichzelf: ‘Het is de Kat van de Hertogin, nu heb ik tenminste iemand om mee te praten.’

   « Comment cela va-t-il ? » dit le Chat, quand il y eut assez de sa bouche pour qu’il pût parler.

   ‘Hoe gaat het er mee?’ zei de Kat, zodra hij genoeg mond had om ermee te praten.

   Alice attendit que les yeux parussent, et lui fit alors un signe de tête amical. « Il est inutile de lui parler, » pensait-elle, « avant que ses oreilles soient venues, l’une d’elle tout au moins. » Une minute après, la tête se montra tout entière, et alors Alice posa à terre son flamant et se mit à raconter sa partie de croquet, enchantée d’avoir quelqu’un qui l’écoutât. Le Chat trouva apparemment qu’il s’était assez mis en vue ; car sa tête fut tout ce qu’on en aperçut.

   Alice wachtte tot zijn ogen verschenen waren en knikte toen.‘Het heeft geen zin om iets te zeggen,’ dacht zij, ‘voor zijn oren er zijn of één oor tenminste.’ Het volgende ogenblik verscheen de hele kop en nu zette Alice haar flamingo op de grond en begon te praten over het spel, want zij was erg blij dat er iemand naar haar luisterde. De Kat vond blijkbaar dat er nu genoeg van hem zichtbaar was en liet het er verder bij.

   « Ils ne jouent pas du tout franc jeu, » commença Alice d’un ton de mécontentement, « et ils se querellent tous si fort, qu’on ne peut pas s’entendre parler ; et puis on dirait qu’ils n’ont aucune règle précise ; du moins, s’il y a des règles, personne ne les suit. Ensuite vous n’avez pas idée comme cela embrouille que tous les instruments du jeu soient vivants ; par exemple, voilà l’arche par laquelle j’ai à passer qui se promène là-bas à l’autre bout du jeu, et j’aurais fait croquet sur le hérisson de la Reine tout à l’heure, s’il ne s’était pas sauvé en voyant venir le mien ! »

   ‘Ik geloof nooit dat ze eerlijk spelen,’ klaagde Alice, ‘ze maken allemaal zo verschrikkelijk veel ruzie, dat je jezelf niet eens kunt verstaan - en ze hebben blijkbaar helemaal geen spelregels, tenminste, niemand houdt zich er aan - en u weet niet hoe verwarrend het is dat alle dingen leven, bijvoorbeeld, het poortje waar ik onder door wou slaan is weggelopen naar een ander stuk van het veld en ik wou net de egel van de Koningin een klap geven, maar hij liep weg toen hij de mijne aan zag komen!’

   « Est-ce que vous aimez la Reine ? » dit le Chat à voix basse.

   ‘Hoe vind je de Koningin?’ zei de Kat zachtjes.

   « Pas du tout, » dit Alice. « Elle est si — » Au même instant elle aperçut la Reine tout près derrière elle, qui écoutait ; alors elle continua : « si sûre de gagner, que ce n’est guère la peine de finir la partie. »

   ‘Niet erg aardig,’ zei Alice, ‘ze is zo geweldig -’ toen merkte ze net op tijd dat de Koningin achter haar stond te luisteren en ging verder - ‘aan het winnen, dat het niet eens de moeite waard is om het spel uit te spelen.’

   La Reine sourit et passa.

   De Koningin glimlachte en liep verder.

   « Avec qui causez-vous donc là, » dit le Roi, s’approchant d’Alice et regardant avec une extrême curiosité la tête du Chat.

   ‘Met wie ben je aan het praten?’ zei de Koning, die op Alice toeliep en heel nieuwsgierig naar de kop van de Kat keek.

   « C’est un de mes amis, un Grimaçon, » dit Alice : « permettez-moi de vous le présenter. »

   ‘Dat is een vriend van mij - een Kat,’ zei Alice, ‘mag ik u voorstellen?’

   « Sa mine ne me plaît pas du tout, » dit le Roi. « Pourtant il peut me baiser la main, si cela lui fait plaisir. »

   ‘Zijn uiterlijk bevalt me helemaal niet,’ zei de Koning, ‘maar hij mag mij de hand kussen als hij wil.’

   « Non, grand merci, » dit le Chat.

   ‘Liever niet,’ merkte de Kat op.

   « Ne faites pas l’impertinent, » dit le Roi, « et ne me regardez pas ainsi ! » Il s’était mis derrière Alice en disant ces mots.

   ‘Wees niet zo onbeschoft,’ zei de Koning, ‘en kijk me niet zo aan!’ Hij verschool zich achter Alice, toen hij dit zei.

   « Un chat peut bien regarder un roi, » dit Alice. « J’ai lu quelque chose comme cela dans un livre, mais je ne me rappelle pas où. »

   ‘Een kat mag naar een Koning kijken,’ zei Alice, ‘dat heb ik in een of ander boek gelezen, maar ik weet niet meer in welk.’

   « Eh bien, il faut le faire enlever, » dit le Roi d’un ton très-décidé ; et il cria à la Reine, qui passait en ce moment : « Mon amie, je désirerais que vous fissiez enlever ce chat ! »

   ‘Hij moet daar weg,’ zei de Koning beslist en hij riep aan de Koningin, die juist voorbijging: ‘Liefste, ik wil dat je die Kat daar weg laat halen.’

   La Reine n’avait qu’une seule manière de trancher les difficultés, petites ou grandes. « Qu’on lui coupe la tête ! » dit-elle sans même se retourner.

   De Koningin had maar één manier om alle moeilijkheden, grote of kleine, op te lossen en zij zei zonder op te kijken: ‘Sla zijn kop af!’

   « Je vais moi-même chercher le bourreau, » dit le Roi avec empressement ; et il s’en alla précipitamment.

   ‘Ik zal zelf de beul halen,’ zei de Koning vlug en liep weg.

   Alice pensa qu’elle ferait bien de retourner voir où en était la partie, car elle entendait au loin la voix de la Reine qui criait de colère. Elle l’avait déjà entendue condamner trois des joueurs à avoir la tête coupée, parce qu’ils avaient laissé passer leur tour, et elle n’aimait pas du tout la tournure que prenaient les choses ; car le jeu était si embrouillé qu’elle ne savait jamais quand venait son tour. Elle alla à la recherche de son hérisson.

   Alice vond dat zij wel eens terug moest gaan om te kijken hoe het met het spel stond, want zij hoorde de stem van de Koningin op enige afstand krijsen van woede. Zij had al drie spelers horen veroordelen omdat ze niet op hun beurt gelet hadden en de hele situatie beviel haar allerminst, want het spel verliep zo verward, dat zij waarlijk niet meer wist of het nu haar beurt was of niet. Dus ging ze haar egel maar eens opzoeken.

   Il était en train de se battre avec un autre hérisson ; ce qui parut à Alice une excellente occasion de faire croquet de l’un sur l’autre. Il n’y avait à cela qu’une difficulté, et c’était que son flamant avait passé de l’autre côté du jardin, où Alice le voyait qui faisait de vains efforts pour s’enlever et se percher sur un arbre.

   De egel was in een gevecht gewikkeld met een andere egel, wat Alice een bijzonder goede gelegenheid vond om een van hen met de ander weg te slaan. De enige moeilijkheid was, dat haar flamingo naar de andere kant van de tuin was gelopen, waar hij - zoals Alice zag - vergeefs probeerde om in een van de bomen te vliegen.

   Quand elle eut rattrapé et ramené le flamant, la bataille était terminée, et les deux hérissons avaient disparu. « Mais cela ne fait pas grand’chose, » pensa Alice, « puisque toutes les arches ont quitté ce côté de la pelouse. » Elle remit donc le flamant sous son bras pour qu’il ne lui échappât plus, et retourna causer un peu avec son ami.

   Toen zij de flamingo gevangen had en hem terug had gebracht, was het gevecht uit en de egels waren nergens meer te vinden, ‘maar het komt er niet veel op aan,’ dacht Alice, ‘want er zijn toch geen bogen meer op dit stuk van het veld.’ Daarom stopte ze de flamingo onder haar arm, zodat hij niet kon ontsnappen en ging terug om nog een beetje met haar vriend te babbelen.

   Quand elle revint auprès du Chat, elle fut surprise de trouver une grande foule rassemblée autour de lui. Une discussion avait lieu entre le bourreau, le Roi, et la Reine, qui parlaient tous à la fois, tandis que les autres ne soufflaient mot et semblaient très-mal à l’aise.

   Toen zij terugkwam bij de Kat zag zij tot haar grote verrassing een hele menigte om haar heen staan. Er was een twist gaande tussen de beul, de Koning en de Koningin, die allemaal tegelijk praatten, terwijl de anderen doodstil waren en blijkbaar heel slecht op hun gemak.

   Dès que parut Alice, ils en appelèrent à elle tous les trois pour qu’elle décidât la question, et lui répétèrent leurs raisonnements. Comme ils parlaient tous à la fois, elle eut beaucoup de peine à comprendre ce qu’ils disaient.

   Zodra Alice verscheen, smeekten zij haar om het probleem op te lossen en zij herhaalden voortdurend hun argumenten. Maar zij praatten allemaal tegelijk en Alice vond het erg moeilijk om precies uit te maken wat zij zeiden.

   Le raisonnement du bourreau était : qu’on ne pouvait pas trancher une tête, à moins qu’il n’y eût un corps d’où l’on pût la couper ; que jamais il n’avait eu pareille chose à faire, et que ce n’était pas à son âge qu’il allait commencer.

   Het argument van de beul was dat je iemand's hoofd niet kunt afslaan, als er geen lichaam is, dat hij nog nooit zo iets gedaan had en dat hij niet van plan was om het op zijn leeftijd nog te gaan doen.

   Le raisonnement du Roi était : que tout ce qui avait une tête pouvait être décapité, et qu’il ne fallait pas dire des choses qui n’avaient pas de bon sens.

   De Koning echter beweerde dat iedereen die een hoofd heeft ook onthoofd kan worden en dat je geen onzin moet praten.

   Le raisonnement de la Reine était : que si la question ne se décidait pas en moins de rien, elle ferait trancher la tête à tout le monde à la ronde. (C’était cette dernière observation qui avait donné à toute la compagnie l’air si grave et si inquiet.)

   De Koningin tenslotte zei, dat als het nu niet gauw gebeurde, zij iedereen hier zou laten onthoofden. (Het was deze laatste opmerking, die het hele gezelschap zo ernstig en angstig maakte!)

   Alice ne trouva rien de mieux à dire que : « Il appartient à la Duchesse ; c’est elle que vous feriez bien de consulter à ce sujet. »

   Alice kon niets anders bedenken dan: ‘Hij is van de Hertogin. U kunt het beter aan haar vragen.’

   « Elle est en prison, » dit la Reine au bourreau. « Qu’on l’amène ici. » Et le bourreau partit comme un trait.

   ‘Die is in de gevangenis,’ zei de Koningin tot de beul, ‘breng haar hier.’ En de beul vloog weg als een pijl uit de boog.

   La tête du Chat commença à s’évanouir aussitôt que le bourreau fut parti, et elle avait complétement disparu quand il revint accompagné de la Duchesse ; de sorte que le Roi et le bourreau se mirent à courir de côté et d’autre comme des fous pour trouver cette tête, tandis que le reste de la compagnie retournait au jeu.

   De kop van de Kat begon op het ogenblik dat hij wegging, langzaam te verdwijnen en toen deze terugkwam met de Hertogin was hij weg. Dus holden de Koning en de beul wild heen en weer om hem te zoeken, terwijl de rest van het gezelschap terugging naar het spel.

Text from wikisource.org
Audio from litteratureaudio
Text from www.dbnl.org