Lódz nasza plynie ociezale,
Slonce przyswieca cudnie;
Trudno sterowac w tym upale,
Wioslowac jeszcze trudniej;
Niosa nas wiec lagodne fale
W zlociste popoludnie.
Niestety. Wlasnie w owym czasie,
Gdy czlowiek by sie zdrzemnal,
Dziewczynki chca, bym mówil basnie
I cisze macil senna.
Lecz trudno. Na cóz opór zda sie?
I tak wygraja ze mna.
Ta pierwsza strasznie jest surowa
I kaze zaczac zaraz.
Ta druga wazna chce osoba,
Bym cos o czarach znalazl.
Trzecia przerywa mi wpól slowa,
Chce wiedziec wszystko naraz.
I nagle cisza. W wyobrazni
Swiat slów mych staje zywy;
Dziewczeta sa w krainie basni,
Juz ich nie dziwia dziwy
I moze swiat basniowy jasniej
Im swieci niz prawdziwy.
A gdy opowiesc ma ospale
Gdzies sie zatrzyma czasem,
Mówie zmeczony: - Dobrze, ale
Reszta nastepnym razem.
Tak powstala ta opowiesc
Przedziwna i necaca;
Slowo rodzilo sie po slowie,
Az basn dobiegla konca.
Plyniemy razno ku domowi
Juz po zachodzie slonca.
Alicjo! Wez te bajke w dlonie,
A potem zlóz ja lekko
W twoich dzieciecych snów ustronie
I otocz ja opieka -
Tak pielgrzym zwiedle kwiaty chroni
Zerwane gdzies daleko.
ALICE begon er erg genoeg van te krijgen om naast haar zusje aan de waterkant te zitten en niets te doen: ze had een paar keer in het boek gegluurd, dat haar zusje aan het lezen was, maar daar stonden geen plaatjes en gesprekken in ‘en wat is nu een boek zonder plaatjes en gesprekken?’ dacht Alice.
Alicja miala juz dosc siedzenia na lawce obok siostry i próznowania. Raz czy dwa razy zerknela do ksiazki, która czytala siostra. Niestety, w ksiazce nie bylo obrazków ani rozmów. „A cóz jest warta ksiazka - pomyslala Alicja - w której nie ma rozmów ani obrazków?”
Dus ging zij er over nadenken (voorzover zij dat kon, want de hitte maakte haar erg slaperig en suf) of ze een krans van madeliefjes zou gaan vlechten en ze wist niet goed of dat nu de moeite van het opstaan en bloemen-plukken wel waard was, toen plotseling een wit konijn met rode oogjes langs haar heen liep.
Alicja rozmyslala wlasnie - a raczej starala sie rozmyslac, poniewaz upal czynil ja bardzo senna i niemrawa - czy warto meczyc sie przy zrywaniu stokrotek po to, aby uwic z nich wianek. Nagle tuz obok niej przebiegl Bialy Królik o rózowych slepkach.
Dit was nu op zichzelf niet zo erg merkwaardig en Alice verbaasde er zich evenmin over, toen zij het Konijn bij zichzelf hoorde zeggen: ‘O wee, o wee, ik kom vast telaat’ (toen zij er later over nadacht, vond zij, dat zij dit vreemd had moeten vinden, maar op dit ogenblik leek het haar heel gewoon). Maar toen het Konijn werkelijk een horloge uit zijn vestzakje haalde, er op keek, en weg holde, sprong Alice op, want zij bedacht plotseling, dat zij nog nooit een konijn had gezien met een vestzakje of met eenhorloge om er uit te halen, en brandend van nieuwsgierigheid rende ze het na door de weide; gelukkig was ze net op tijd om te zien hoe het in een groot konijnenhol onder de heg verdween.
Wlasciwie nie bylo w tym nic nadzwyczajnego. Alicja nie dziwila sie nawet zbytnio slyszac, jak Królik szeptal do siebie: „O rety, o rety, na pewno sie spóznie”. Dopiero kiedy Królik wyjal z kieszonki od kamizelki zegarek, spojrzal nan i puscil sie pedem w dalsza droge, Alicja zerwala sie na równe nogi. Przyszlo jej bowiem na mysl, ze nigdy przedtem nie widziala królika w kamizelce ani królika z zegarkiem. Plonac z ciekawosci pobiegla na przelaj przez pole za Bialym Królikiem i zdazyla jeszcze spostrzec, ze znikl w sporej norze pod zywoplotem.
Het volgende ogenblik liep Alice het na, zonder er aan te denken hoe zij ooit weer terug moest komen.
Wczolgala sie wiec za nim do króliczej nory nie myslac o tym, jak sie pózniej stamtad wydostanie.
Het konijnenhol liep eerst een eindje rechtuit, als een tunnel, en toen plotseling steil naar beneden, zo plotseling dat ze niet eens tijd had om stil te blijven staan; want voor zij daaraan kon denken, besefte ze dat ze door een diepe put naar beneden viel.
Nora byla poczatkowo prosta niby tunel, po czym skrecala w dól tak nagle, ze Alicja nie mogla juz sie zatrzymac i runela w otwór przypominajacy wylot glebokiej studni.
Nu was òf de put heel diep, òf ze viel erg langzaam, want zij had onder het vallen ruimschoots tijd om om zich heen te kijken en zich af te vragen wat er verder zou gebeuren. Eerst probeerde zij naar beneden te kijken om uit te maken waar zij eigenlijk heenging, maar het was te donker om iets te zien; toen keek zij naar de zijmuren van de put en merkte dat deze vol waren met kasten en boekenplanken; hier en daar zag zij kaarten en platen aan krammen hangen. Zij nam een pot van een van de planken, waar zij langs viel; op het etiket stond ‘Sinaasappel-jam’, maar tot haar grote teleurstelling was de pot leeg. Zij wilde deze niet laten vallen, want zij was bang dat iemand daardoor getroffen kon worden en dus zette zij hem met veel moeite in een van de kasten.
Studnia byla widac tak gleboka, czy moze Alicja spadala tak wolno, ze miala dosc czasu, aby rozejrzec sie dokola i zastanowic nad tym, co sie dalej stanie. Przede wszystkim starala sie dojrzec dno studni, ale jak to zrobic w ciemnosciach? Zauwazyla jedynie, ze sciany nory zapelnione byly szafami i pólkami na ksiazki. Tu i ówdzie wisialy mapy i obrazki. Mijajac jedna z pólek Alicja zdazyla zdjac z niej slój z naklejka Marmolada pomaranczowa. Niestety byl on pusty. Alicja nie upuscila sloja, obawiajac sie, ze moze zabic nim kogos na dole. Postawila go po drodze na jednej z nizszych pólek.
‘Nu,’ dacht Alice ‘na zo'n val zal ik er niets meer om geven als ik van de trappen rol. Wat zullen ze me thuis allemaal flink vinden! En trouwens, ik zou er niet eens wat van zeggen als ik van het dak viel!’(wat zeer waarschijnlijk waar was.)
„No, no - pomyslala - po tej przygodzie zaden upadek ze schodów nie zrobi juz na mnie wrazenia. W domu zdziwia sie, ze jestem taka dzielna. Nawet gdybym spadla z samego wierzcholka kamienicy, nie pisnelabym ani slówka”. Co do tego miala niewatpliwie racje).
Al dieper en dieper. Zou het nooit meer ophouden? ‘Ik zou wel eens willen weten hoeveel kilometers ik nu al gevallen ben,’ zei ze hardop, ‘ik moet zo langzamerhand bij het middelpunt van de aarde zijn gekomen. Laat eens kijken: dat zou ongeveer 6000 kilometers zijn, denk ik’, - want zie je, Alice had allerlei van dit soort belangrijke dingen op school geleerd en zij wou graag eens laten zien wat zij allemaal wist. Dit was nu wel niet zo'n erg goede gelegenheid, want er was niemand die naar haar kon luisteren, maar kwaad kon het toch nooit. ‘Ja, dat klopt, maar dan vraag ik me af op welke Lengte en Breedte ik nu ben.’ (Alice had er geen flauw idee van wat Lengte en Breedte was, maar ze vond die woorden wel heel mooi klinken.)
W dól, w dól, wciaz w dól. Czy juz nigdy nie skonczy sie to spadanie?
- Ciekawa jestem, ile mil dotychczas przebylam - rzekla nagle Alicja. - Musze byc juz gdzies w poblizu srodka ziemi. Zaraz... zaraz... To bedzie, zdaje sie, okolo tysiaca mil. (Alicja uczyla sie wielu podobnych rzeczy w szkole. Nie byla to co prawda chwila na popisywanie sie wiedza, no i imponowac nie bylo komu. Uznala jednak, ze mala „powtórka” bywa czasami pozyteczna). „Tak, wydaje mi sie, ze to bedzie wlasnie tysiac mil. Ciekawe, pod jaka szerokoscia i dlugoscia geograficzna obecnie sie znajduje”. (Alicja nie imala najmniejszego pojecia, co oznacza „dlugosc” lub „szerokosc geograficzna”, ale slowa te wydaly jej sie dzwieczne i pelne madrosci).
Al gauw begon ze opnieuw. ‘Ik vraag me af, of ik recht door de aarde heen zal vallen. Wat zal het grappig zijn om bij de mensen terecht te komen, die met hun hoofd naar beneden lopen. De Antipathieën geloof ik,’ (ze was nu wel heel blij dat er niemand naar haar luisterde, want dit woord was beslist niet goed) ‘maar dan moet ik hun vragen hoe dat land heet. Ach mevrouw, is dit Nieuw-Zeeland of Australië?’ (en ze probeerde een buiging te maken, terwijl ze dat zei - stel je voor, een buiging maken als je door de lucht valt, zou jij dat kunnen?) ‘en wat zullen ze me een dom meisje vinden! Nee, ik zal er maar niet naar vragen, misschien zie ik de naam wel ergens opstaan.’
Tymczasem rozmyslala dalej: „Chcialabym wiedziec, czy przelece cala ziemie na wylot. Jakie to bedzie smieszne, kiedy znajde sie naraz wsród ludzi chodzacych do góry nogami. Zapytam ich o nazwe kraju, do którego przybylam. „Przepraszam pania bardzo, czy to Nowa Zelandia, czy Australia?” (Tu Alicja usilowala dygnac, ale spróbujcie to zrobic w takich warunkach. Czy sadzicie, ze Wam sie to uda?) „I co oni sobie o mnie pomysla? Chyba ze jestem glupia. Nie, juz lepiej nie pytac. Moze zobacze gdzies jaki napis”.
Al dieper en dieper! Alice had niets anders te doen en daarom begon ze al gauw weer te praten. ‘Dina zal me vanavond wel missen, denk ik’ (Dina was de kat) ‘ik hoop maar dat ze thuis er aan denken haar een schoteltje met melk te geven. Lieve Dina, ik wou dat je hier was. Ik denk niet dat er muizen in de lucht zijn, maar je mag een vleermuis vangen, dat is net een muis, weet je. Maat eten katten vleermuizen?’ En nu werd Alice tamelijk slaperig en bleef alsmaar dromerig bij zichzelf zeggen ‘eten katten vleermuizen, eten katten vleermuizen?’ en soms ‘eten vleermuizen katten?’, want, zie je, ze kon geen van beide vragen beantwoorden en het deed er dus niet veel toe wat ze precies vroeg. Ze voelde dat ze in slaap viel en ze begon juist te dromen, dat zij hand in hand met Dina aan het wandelen was, en heel ernstig tegen haar zei: ‘Dina, zeg me eens eerlijk, heb jij ooit een vleermuis gegeten’, toen zij plotseling, bons, bons, op een hoop droge bladeren neerkwam en de val was uit.
W dól, w dól, wciaz w dól. Nie bylo nic do roboty, wiec Alicja zabawiala sie nadal rozmowa z sama soba: „Jacek bedzie tesknil za mna dzis wieczorem”. (Jacek byl to kot). „Mam nadzieje, ze w domu nie zapomna dac mu mleka na podwieczorek. Kochany, najdrozszy Jacku! Gdybym cie teraz miala przy sobie! Obawiam sie, co prawda, ze w powietrzu nie ma myszy, ale móglbys chwytac nietoperze, a gacki bardzo przypominaja myszy. Ale czy Jacek zjadlby gacka?” Tu Alicji zachcialo sie nagle spac i zaczela powtarzac na wpól sennie: „Czy Jacek zjadlby gacka? Czy Jacek zjadlby gacka?”, a czasami: „Czy gacek zjadlby Jacka?” Tak czy inaczej, nie umiala odpowiedziec na te pytania, bylo jej wiec wlasciwie wszystko jedno. Wreszcie poczula, ze zasypia. Snilo jej sie, ze jest na spacerze z Jackiem i ze mówi do niego bardzo groznie: „Powiedz mi teraz cala prawde, Jacku, czys ty kiedy zjadl nietoperza?” I nagle - tym razem juz na jawie - Alicja usiadla miekko na stosie chrustu i suchych lisci. Spadanie skonczylo sie.
Alice had zich heel geen pijn gedaan en sprong direct weer op; ze keek naar boven, maar daar was het erg donker; voor haar lag weer een lange gang en zij zag nog net hoe het Witte Konijn daar razend vlug doorheen holde. Zij had geen ogenblik te verliezen; vooruit schoot Alice, als de wind en zij was net op tijd om hem, terwijl hij een hoek omging, bij zichzelf te horen zeggen: ‘Bij mijn oren en snorrebaard, wat wordt het laat!’ Ze was vlak achter hem toen hij de hoek omliep, maar het Konijn was nergens meer te zien; zij stond in een lange, lage zaal, die verlicht werd door een rij lampjes aan het plafond.
Alicja nie potlukla sie ani troche i po chwili byla juz na nogach. Spojrzala w góre, lecz panowaly tam straszne ciemnosci. Przed nia ciagnal sie znowu dlugi korytarz. W dali spostrzegla pedzacego Bialego Królika. Nie bylo ani chwili do stracenia. Puscila sie wiec w pogon za Królikiem i przed jednym z zakretów korytarza uslyszala jego zdyszany glosik:
- O, na moje uszy i bokobrody, robi sie strasznie pózno! Byla juz zupelnie blisko, ale za zakretem Bialy Królik znikl w sposób niewytlumaczony. Alicja znalazla sie w podluznej, niskiej sali z dlugim rzedem lamp zwisajacych z sufitu.
Aan alle kanten van de zaal waren deuren, maar die waren allemaal dicht; en toen Alice de zaal op en af was gelopen en iedere deur geprobeerd had, liep zij treurig naar het midden en vroeg zich af hoe zij er ooit weer uit moest komen.
Rozejrzala sie dokola i spostrzegla mnóstwo drzwi. Usilowala otworzyc kazde z nich po kolei, ale wszystkie byly zaryglowane. Zasmucona, odeszla wiec ku srodkowi sali, stracila bowiem nadzieje, ze sie kiedykolwiek stad wydostanie.
Plotseling kwam ze bij een kleine, driepotige tafel van dik glas; er lag enkel een gouden sleuteltje op en Alice dacht onmiddellijk dat dit wel eens passen kon op een van de deuren; maar ach! òf de sloten waren te groot, òf het sleuteltje was te klein; in elk geval kon zij er geen enkele mee openmaken. Toen zij echter voor de tweede keer de zaal doorliep, zag ze een laaghangend gordijn, dat ze eerst niet had opgemerkt en daarachter was een kleine deur van ongeveer veertig centimeter: ze stak het gouden sleuteltje in het slot en tot haar grote vreugde paste het!
Nagle znalazla sie przed stolikiem na trzech nogach, zrobionym z grubego szkla. Na stoliku lezal malenki, zloty kluczyk. Alicja ucieszyla sie myslac, iz otwiera on jakies drzwi. Niestety. Czy zamki byly zbyt wielkie, czy kluczyk zbyt maly, dosc ze nie pasowal on nigdzie. Obchodzac sale po raz drugi, Alicja zauwazyla jednak cos, czego nie dostrzegla przedtem: zaslone, za która znajdowaly sie drzwi niespelna pólmetrowej wysokosci. Przymierzyla zloty kluczyk i przekonala sie z radoscia, ze pasuje.
Alice deed de deur open en zag een lange, smalle gang voor zich, niet veel wijder dan een rattenhol. Ze knielde op de grond en keek door de gang in de mooiste tuin, die je ooit hebt gezien. Wat verlangde zij ernaar om uit die donkere zaal weg te gaan en daar buiten te wandelen tussen de perken met kleurige bloemen en de koele fonteinen!, maar ze kon haar hoofd niet eens door de deuropening krijgen, ‘en als ik mijn hoofd er door heb gestoken,’ dacht de arme Alice, ‘kunnen mijn schouders er niet door en dan ben ik nog niet veel verder. O wat zou ik graag in elkaar kunnen schuiven als een verrekijker. En dat zou ik trouwens best kunnen, denk ik, als ik maar wist, hoe ik moest beginnen.’ Want zie je, er waren de laatste tijd al zo veel zonderlinge dingen gebeurd, dat Alice maar heel weinig meer voor onmogelijk hield.
Drzwiczki prowadzily do korytarzyka niewiele wiekszego od szczurzej nory. Alicja uklekla i przez korytarzyk ujrzala najpiekniejszy chyba na swiecie ogród. Jakze pragnela przechadzac sie tam wsród slicznych kwietników i orzezwiajacych wodotrysków! ale jak tu o tym marzyc, skoro nie potrafilaby wsunac przez norke nawet glowy. „A zreszta, gdyby nawet moja glowa dostala sie do ogrodu, nie na wiele by sie zdala bez ramion i reszty. Och, gdybym mogla zlozyc sie tak jak teleskop*. Moze bym nawet i umiala, ale jak sie do tego zabrac?” (Alicja bowiem doznala ostatnio tylu niezwyklych wrazen, ze nic nie wydawalo sie jej niemozliwe).
Maar ze schoot er niet veel mee op, wanneer ze bij het deurtje bleef zitten treuren. Daarom liep zij terug naar de tafel en hoopte zo half, dat ze een ander sleuteltje zou vinden of in ieder geval een handleiding om mensen als verrekijkers in elkaar te schuiven; maar dit keer stond er enkel een flesje op (dat er straks beslist niet stond, zei Alice) en om de hals van die fles was met een touwtje een stuk papier vastgemaakt; ‘Drink mij’ stond er met mooie, grote letters op gedrukt.
Dluzej stac pod drzwiczkami nie mialo sensu. Wrócila wiec do stolika z niejasnym przeczuciem, ze znajdzie na nim nowy kluczyk albo chociaz przepis na skladanie ludzi na wzór teleskopów. Tym razem na stoliku stala buteleczka(„Na pewno nie bylo jej tu przedtem” - pomyslala Alicja) z przytwierdzona do szyjki za pomoca nitki karteczka. Alicja przeczytala na niej pieknie wykaligrafowane slowa: Wypij mnie.
Nu was het heel mooi om te zeggen ‘Drink mij’, maar de verstandige Alice deed dat dan nog maar niet onmiddellijk. ‘Nee,’ zei ze, ‘ik moet eerst eens kijken of er nergens ‘vergif’ op staat, want zij had allerlei aardige verhaaltjes gelezen over kinderen, die verbrand waren en opgegeten door wilde dieren en allerlei andere onplezierige dingen hadden beleefd, omdat zij nu eenmaal niet wilden luisteren naar de vermaningen van de grote mensen, b.v. dat een hete pook je brandt, als je hem te lang vasthoudt, dat als je erg diep met een mes in je vinger snijdt, die gewoonlijk gaat bloeden, dat als je veel drinkt uit een fles, waar ‘vergif’ op staat, het in de meeste gevallen vroeger of later slechte gevolgen zal hebben.
Latwo powiedziec „Wypij mnie”, ale nasza mala, madra Alicja bynajmniej sie do tego nie kwapila. „Zobacze najpierw - pomyslala - czy nie ma tam napisu: Uwaga - Trucizna. Czytala bowiem wiele uroczych opowiastek o dzieciach, które spalily sie, zostaly pozarte przez dzikie bestie lub doznaly innych przykrosci tylko dlatego, ze nie stosowaly sie do prostych nauk: na przyklad, ze rozpalonym do bialosci pogrzebaczem mozna sie oparzyc, gdy trzyma sie go zbyt dlugo w reku, albo ze gdy zaciac sie bardzo gleboko scyzorykiem, to palec krwawi. Alicja przypomniala sobie doskonale, ze picie z butelki opatrzonej napisem: „Uwaga - Trucizna rzadko komu wychodzi na zdrowie.
Maar ze zag er geen ‘vergif’ op staan en dus dorst Alice wat te proeven; en toen het erg lekker bleek te smaken (het smaakte naar een mengsel van kersentaart, pudding, ananas, gebraden kalkoen, toffees en geroosterd brood met boter) dronk zij de fles gauw leeg.
Ta buteleczka jednak nie miala napisu: Trucizna. Alicja zdecydowala sie wiec skosztowac plynu. Byl on bardzo smaczny mial jednoczesnie smak ciasta z wisniami, kremu, ananasa, pieczonego indyka, cukierka i buleczki z maslem), tak ze po chwili buteleczka zostala oprózniona.
‘Wat een gek gevoel!’, dacht Alice, ‘het lijkt wel of ik als een verrekijker in elkaar schuif!’
- Cóz za dziwne uczucie - rzekla Alicja - skladam sie zupelnie jak teleskop.
En dat was zo; ze was nu geen vijf-en-twintig centimeter meer groot en toen zij bedacht, dat ze nu precies groot genoeg was om door het deurtje in de mooie tuin te komen, werd zij erg blij. Maar eerst wachtte ze nog een paar minuten of ze nog meer in elkaar zou schrompelen; ze was wel een beetje bezorgd, want ‘als dat zo doorgaat,’ zei Alice, ‘ga ik uit, net als een kaars. Ik zou wel eens willen weten hoe ik er dan uit zie.’ En zij probeerde zich voor te stellen, hoe een uitgeblazen kaarsvlam er uit ziet, maar zij kon zich niet herinneren, dat zij ooit naar zoiets had gekeken.
Tak bylo naprawde. Alicja miala teraz tylko cwierc metra wzrostu i radowala sie na mysl o tym, ze wejdzie przez drzwiczki do najwspanialszego z ogrodów. Najpierw jednak odczekala pare minut, aby zobaczyc, czy sie juz nie bedzie dalej zmniejszala. Szczerze mówiac, obawiala sie troche tego. „Mogloby sie to skonczyc w taki sposób, ze stopnialabym zupelnie niczym swieczka. Ciekawe, jakbym wtedy wygladala”. Tu Alicja usilowala wyobrazic sobie, jak wyglada plomien zdmuchnietej swiecy, ale nie umiala przypomniec sobie takiego zjawiska.
Na een poosje, toen er verder niets meer gebeurde, besloot ze om maar eens naar de tuin te gaan; maar ach! arme Alice! toen zij bij de deur kwam, merkte ze dat ze het gouden sleuteltje vergeten had, en toen ze terug liep naar de tafel om het te halen, zag ze dat ze er onmogelijk meer bij kon; ze konhet door het glas heen zien liggen en zij probeerde tegen een van de tafelpooten op te klauteren, maar die was veel te glad, en toen ze doodmoe was van alle inspanningen ging het arme kind op de grond zitten en begon te huilen.
Po chwili, gdy uznala, ze jej wzrost juz sie nie zmienia, postanowila pójsc natychmiast do ogrodu. Niestety. Kiedy biedna Alicja znalazla sie przy drzwiach, uprzytomnila sobie, ze zapomniala na stole kluczyka. Wrócila wiec, ale okazalo sie, ze jest zbyt mala, by dosiegnac klucza. Widziala go wyraznie poprzez szklo, chciala nawet wspiac sie po nogach stolika, ale byly zbyt sliskie. Kiedy przekonala sie, biedactwo, o bezskutecznosci swoich prób, usiadla na podlodze i zaczela rzewnie plakac.
‘Kom, het is onzin, om hier te zitten huilen,’ zei Alice streng tegen zichzelf, ‘ik raad je aan daar dadelijk mee op te houden!’ Zij gaf dikwijls heel goede raad aan zichzelf (al volgde zij die zelden op) en soms gaf zij zich zo'n standje, dat ze er tranen van in de ogen kreeg; een keer had ze nog geprobeerd om zichzelf een draai om de oren te geven, omdat zij vals had gedaan bij een spelletje croquet, dat zij tegen zichzelf speelde. Want dit dwaze kind hield er erg van om te doen alsof zij twee kinderen was. ‘Maar nu schiet ik er niet veel mee op, om te doen alsof ik twee kinderen ben,’ dacht de arme Alice, ‘er is nauwelijks genoeg van me over voor één behoorlijk mens.’
„Dosc tego - powiedziala sobie po chwili surowym tonem - placz nic ci nie pomoze. Rozkazuje ci przestac natychmiast!” (Alicja udzielala sobie czesto takich dobrych rad - choc rzadko sie do nich stosowala - i czasami karcila sie tak ostro, ze konczylo sie to placzem. Raz nawet usilowala przeciagnac sie za uszy, aby ukarac sie za oszukiwanie w czasie partii krokieta, która rozgrywala przeciwko sobie - Alicja bardzo lubila udawac dwie osoby naraz. „Ale po cóz - pomyslala - udawac dwie osoby naraz, kiedy ledwie wystarczy mnie na jedna, godna szacunku osobe”).
Ze keek wat in het rond en weldra zag ze een glazen doosje onder de tafel staan; ze maakte het open en zag er een klein koekje in liggen, waar krenten op zaten, die de woorden ‘Eet mij’ vormden. ‘Waarom zou ik het niet opeten?’, zei Alice, ‘als het me groter maakt, kan ik bij de sleutel, en als het me kleiner maakt, kan ik onder de deur door kruipen; ik kan op alle twee de manieren in de tuin komen en het kan me niet schelen hoe.’
Nagle zauwazyla pod stolikiem male, szklane pudeleczko. Otworzyla je i znalazla w srodku ciasteczko z napisem: Zjedz mnie, pieknie ulozonym z rodzynków.
- Dobrze, zjem to ciastko - rzekla Alicja. - Jesli przez to urosne, to dosiegne kluczyka, jesli zas jeszcze bardziej zmaleje, to bede mogla przedostac sie przez szpare w drzwiach. Tak czy owak, dostane sie do ogrodu, a reszta malo mnie obchodzi.
Ze at een stukje en was erg benieuwd welke kant ze uit zou groeien; haar hand had ze op haar hoofd gelegd om te voelen wat er zou gebeuren en ze vond het heel gek, dat ze even groot bleef als ze was, want dat is nu wel gebruikelijk, als je een koekje eet, maar Alice was intussen zo aan ongewone gebeurtenissen gewend geraakt, dat ze het saai en vervelend vond wanneer alles zo maar bij het oude bleef.
Odgryzla kawalek ciastka i czekala z niepokojem, trzymajac reke na czubku glowy, aby zbadac w ten sposób, czy rosnie czy tez maleje. Przekonala sie jednak ze zdziwieniem, ze jest nadal tego samego wzrostu. Co prawda zdarza sie to zwykle ludziom judzacych ciastka, ale Alicja przyzwyczaila sie tak bardzo do czarów i niezwyklosci, ze uwazala rzeczy normalne i zwykle - po prostu za glupie i nudne.
En daarom begon ze snel door te eten en had ze het koekje al gauw op.
Jeszcze pare kesów - i po ciastku.