De avonturen van Alice

不思議の国のアリス

     それは黄金の昼下がり
      気ままにただようぼくら
      オールは二本ともあぶなげに
      小さな腕で漕がれ
      小さな手がぼくらのただよいを導こうと
      かっこうだけ申し訳につけて

     ああ残酷な三人!こんな時間に
      こんな夢見る天気のもとで
      どんな小さな羽さえもそよがぬ
      弱い息のお話をせがむとは!
      でもこの哀れな声一つ
      三つあわせた舌に逆らえましょうか?

     居丈だかなプリマがまずは唱える
      その宣告は「おはじめなさい」
      すこし優しげに二番手の希望
      「でたらめをいれること」
      そして三番手が語りをさえぎること
      一分に一度以上ではないにせよ

     すぐに、とつぜんの沈黙が勝り
      想像で彼女らが追いかける
      夢の子が奔放で新しい謎の地を
      動き回るのを追って
      鳥や獣と親しく語る――
      そしてそれを半ば真に受け

     そしてやがて、お話が渇えると
      想像の井戸も枯れ
      そして疲れた語り手が
      肩の荷をおろそうとすれば
      「つづきはこんど――」「いまがこんどよ!」
      と声たちがうれしそうにさけぶ。

     かくして不思議の国のお話がそだち
      ゆっくり、そして一つ一つ
      その風変わりなできごとがうちだされ――
      そして今やお話は終わり
      そしてみんなでおうちへと向かう
      楽しい船乗りたちが夕日の下で

     アリス! 子どもじみたおとぎ話をとって
      やさしい手でもって子供時代の
      夢のつどう地に横たえておくれ
      記憶のなぞめいた輪の中
      彼方の地でつみ取られた
      巡礼たちのしおれた花輪のように

   I

   1.

   De val door het konijnenhol

   うさぎの穴をまっさかさま

   ALICE begon er erg genoeg van te krijgen om naast haar zusje aan de waterkant te zitten en niets te doen: ze had een paar keer in het boek gegluurd, dat haar zusje aan het lezen was, maar daar stonden geen plaatjes en gesprekken in ‘en wat is nu een boek zonder plaatjes en gesprekken?’ dacht Alice.

   アリスは川辺でおねえさんのよこにすわって、なんにもすることがないのでとても退屈(たいくつ)しはじめていました。一、二回はおねえさんの読んでいる本をのぞいてみたけれど、そこには絵も会話もないのです。「絵や会話のない本なんて、なんの役にもたたないじゃないの」とアリスは思いました。

   Dus ging zij er over nadenken (voorzover zij dat kon, want de hitte maakte haar erg slaperig en suf) of ze een krans van madeliefjes zou gaan vlechten en ze wist niet goed of dat nu de moeite van het opstaan en bloemen-plukken wel waard was, toen plotseling een wit konijn met rode oogjes langs haar heen liep.

   そこでアリスは、頭のなかで、ひなぎくのくさりをつくったら楽しいだろうけれど、起きあがってひなぎくをつむのもめんどくさいし、どうしようかと考えていました(といっても、昼間で暑いし、とってもねむくて頭もまわらなかったので、これもたいへんだったのですが)。そこへいきなり、ピンクの目をした白うさぎが近くを走ってきたのです。

   Dit was nu op zichzelf niet zo erg merkwaardig en Alice verbaasde er zich evenmin over, toen zij het Konijn bij zichzelf hoorde zeggen: ‘O wee, o wee, ik kom vast telaat’ (toen zij er later over nadacht, vond zij, dat zij dit vreemd had moeten vinden, maar op dit ogenblik leek het haar heel gewoon). Maar toen het Konijn werkelijk een horloge uit zijn vestzakje haalde, er op keek, en weg holde, sprong Alice op, want zij bedacht plotseling, dat zij nog nooit een konijn had gezien met een vestzakje of met eenhorloge om er uit te halen, en brandend van nieuwsgierigheid rende ze het na door de weide; gelukkig was ze net op tijd om te zien hoe het in een groot konijnenhol onder de heg verdween.

   それだけなら、そんなにめずらしいことでもありませんでした。さらにアリスとしては、そのうさぎが「どうしよう! どうしよう! ちこくしちゃうぞ!」とつぶやくのを聞いたときも、それがそんなにへんてこだとは思いませんでした(あとから考えてみたら、これも不思議に思うべきだったのですけれど、でもこのときには、それがごく自然なことに思えたのです)。でもそのうさぎがほんとうに、チョッキのポケットから懐中時計(かいちゅうどけい)をとりだしてそれをながめ、そしてまたあわててかけだしたとき、アリスもとびあがりました。というのも、チョッキのポケットなんかがあるうさぎはこれまで見たことがないし、そこからとりだす時計をもっているうさぎなんかも見たことないぞ、というのに急に気がついたからです。そこで、興味(きょうみ)しんしんになったアリスは、うさぎのあとを追っかけて野原をよこぎって、それがしげみの下の、おっきなうさぎの穴にとびこむのを、ぎりぎりのところで見つけました。

   Het volgende ogenblik liep Alice het na, zonder er aan te denken hoe zij ooit weer terug moest komen.

   次のしゅんかんに、アリスもそのあとを追っかけてとびこみました。いったいぜんたいどうやってそこから出ようか、なんてことはちっとも考えなかったのです。

   Het konijnenhol liep eerst een eindje rechtuit, als een tunnel, en toen plotseling steil naar beneden, zo plotseling dat ze niet eens tijd had om stil te blijven staan; want voor zij daaraan kon denken, besefte ze dat ze door een diepe put naar beneden viel.

   うさぎの穴は、しばらくはトンネルみたいにまっすぐつづいて、それからいきなりズドンと下におりていました。それがすごくいきなりで、アリスがとまろうとか思うひまもあればこそ、気がつくとなにやら深い井戸みたいなところを落っこちているところでした。

   Nu was òf de put heel diep, òf ze viel erg langzaam, want zij had onder het vallen ruimschoots tijd om om zich heen te kijken en zich af te vragen wat er verder zou gebeuren. Eerst probeerde zij naar beneden te kijken om uit te maken waar zij eigenlijk heenging, maar het was te donker om iets te zien; toen keek zij naar de zijmuren van de put en merkte dat deze vol waren met kasten en boekenplanken; hier en daar zag zij kaarten en platen aan krammen hangen. Zij nam een pot van een van de planken, waar zij langs viel; op het etiket stond ‘Sinaasappel-jam’, maar tot haar grote teleurstelling was de pot leeg. Zij wilde deze niet laten vallen, want zij was bang dat iemand daardoor getroffen kon worden en dus zette zij hem met veel moeite in een van de kasten.

   井戸がとっても深かったのか、それともアリスの落ちかたがゆっくりだったのかもしれません。だってアリスは落ちながら、まわりを見まわして、これからどうなっちゃうんだろうと考えるだけの時間がたっぷりあったからです。まずは下をながめて、どこに向かおうとしているのかを見きわめようとしました。でも暗すぎてなにも見えません。それから井戸の横のかべを見てみました。するとそこは、食器だなと本だなだらけでした。あちこちに、地図や絵がとめ金に引っかけてあります。アリスは通りすがりに、たなの一つからびんを手にとってみました。「マーマレード」というラベルがはってあります。が、空っぽだったので、とてもがっかりしてしまいました。下にいる人を殺したくはなかったので、びんを落とすのはいやでした。だから落ちる通りすがりに、なんとか別の食器だなにそれを置きました。

   ‘Nu,’ dacht Alice ‘na zo'n val zal ik er niets meer om geven als ik van de trappen rol. Wat zullen ze me thuis allemaal flink vinden! En trouwens, ik zou er niet eens wat van zeggen als ik van het dak viel!’(wat zeer waarschijnlijk waar was.)

   アリスは思いました。「でもこんなに落ちたあとなら、もう階段をころげ落ちるなんて、なんとも思わないわよ! おうちじゃみんな、あたしがすごく勇敢(ゆうかん)だと思うでしょうね! ええ、おうちのてっぺんから落っこちたって、もう一言も文句を言わないはずよ」(そりゃまあそのとおりでしょうけど)

   Al dieper en dieper. Zou het nooit meer ophouden? ‘Ik zou wel eens willen weten hoeveel kilometers ik nu al gevallen ben,’ zei ze hardop, ‘ik moet zo langzamerhand bij het middelpunt van de aarde zijn gekomen. Laat eens kijken: dat zou ongeveer 6000 kilometers zijn, denk ik’, - want zie je, Alice had allerlei van dit soort belangrijke dingen op school geleerd en zij wou graag eens laten zien wat zij allemaal wist. Dit was nu wel niet zo'n erg goede gelegenheid, want er was niemand die naar haar kon luisteren, maar kwaad kon het toch nooit. ‘Ja, dat klopt, maar dan vraag ik me af op welke Lengte en Breedte ik nu ben.’ (Alice had er geen flauw idee van wat Lengte en Breedte was, maar ze vond die woorden wel heel mooi klinken.)

   下へ、下へ、もっと下へ。このままいつまでもずっと落ちてくのでしょうか? 「いままでもう何マイルくらい落ちたんだろ」とアリスは声に出して言いました。「そろそろ地球のまん中くらいにきたはず。えーと、そうなると四千マイルくらい落ちたことになる、のかな――」(つまりね、アリスは教室の授業で、こんなようなことをいくつか勉強していたわけ。で、このときはまわりにだれもいなかったから、もの知りなのをひけらかすにはあまりつごうがよくはなかったんだけれど、でもこうして暗唱してみると、いいれんしゅうにはなったってこと)「――そうね、きょりはそんなもんね――でもそれだと、緯度(いど)や経度(けいど)はどこらへんにきたのかしら」(アリスは緯度(いど)や経度(けいど)ってのがなんなのか、まるっきり見当もついてなかったけれど、でも口にだすのにかっこいい、えらそうなことばだと思ったわけね)

   Al gauw begon ze opnieuw. ‘Ik vraag me af, of ik recht door de aarde heen zal vallen. Wat zal het grappig zijn om bij de mensen terecht te komen, die met hun hoofd naar beneden lopen. De Antipathieën geloof ik,’ (ze was nu wel heel blij dat er niemand naar haar luisterde, want dit woord was beslist niet goed) ‘maar dan moet ik hun vragen hoe dat land heet. Ach mevrouw, is dit Nieuw-Zeeland of Australië?’ (en ze probeerde een buiging te maken, terwijl ze dat zei - stel je voor, een buiging maken als je door de lucht valt, zou jij dat kunnen?) ‘en wat zullen ze me een dom meisje vinden! Nee, ik zal er maar niet naar vragen, misschien zie ik de naam wel ergens opstaan.’

   しばらくして、アリスはまたはじめました。「このまま地球をドンッとつきぬけて落ちちゃうのかな! 頭を下にして歩く人たちのなかに出てきたら、すっごくおかしく見えるでしょうね! それってたとえば日本とかだとあるぜん人、だっけ――」(ここではだれも聞いてる人がいなくて、アリスはむしろホッとしたんだ。だってどう考えても正しいことばには聞こえなかったし)「――でも、国の名前はだれかにきかないと。あの、奥さま、ここってニュージーランドでしょうか、オーストラリアでしょうか?」(そしてアリスは、しゃべりながらおじぎをしようとした――宙を落っこちながら会釈をするなんて、考えてもごらんよ! きみならそんなこと、できると思う?)「そしたらその方、そんなことを聞くなんて、あたしのことをすごくバカな女の子だと思っちゃうわ! だめだめ、そんなこと聞いちゃ。どっかに書いてあるのが見つかるかもしれない」

   Al dieper en dieper! Alice had niets anders te doen en daarom begon ze al gauw weer te praten. ‘Dina zal me vanavond wel missen, denk ik’ (Dina was de kat) ‘ik hoop maar dat ze thuis er aan denken haar een schoteltje met melk te geven. Lieve Dina, ik wou dat je hier was. Ik denk niet dat er muizen in de lucht zijn, maar je mag een vleermuis vangen, dat is net een muis, weet je. Maat eten katten vleermuizen?’ En nu werd Alice tamelijk slaperig en bleef alsmaar dromerig bij zichzelf zeggen ‘eten katten vleermuizen, eten katten vleermuizen?’ en soms ‘eten vleermuizen katten?’, want, zie je, ze kon geen van beide vragen beantwoorden en het deed er dus niet veel toe wat ze precies vroeg. Ze voelde dat ze in slaap viel en ze begon juist te dromen, dat zij hand in hand met Dina aan het wandelen was, en heel ernstig tegen haar zei: ‘Dina, zeg me eens eerlijk, heb jij ooit een vleermuis gegeten’, toen zij plotseling, bons, bons, op een hoop droge bladeren neerkwam en de val was uit.

   下へ、下へ、もっと下へ。ほかにすることもなかったので、アリスはまたしゃべりだしました。「今夜、ダイナはあたしがいなくてさびしがるでしょうね!」(ダイナってのはねこ。)「お茶の時間に、みんなダイナのミルクのお皿を忘れないでくれるといいけど。かわいいダイナ! おまえがいっしょにここへいてくれたらいいのに! 空中にはネズミはいないみたいだけれど、コウモリがつかまるかもしれないわよ、コウモリってすごくネズミみたいなんだから。でもねこってコウモリ食べるのかな?」そしてここで、アリスはいささか眠くなってきて、ちょっと夢うつつっぽい感じで、こうつぶやきつづけました。「ねこってコウモリ食べる?ねこ、コウモリ食べる?」そしてだんだん「ねこうもりって食べる?」とも。だって、どの質問にも答えられないので、どれをきいてもあんまりちがわなかったのですね。うつらうつらしてきて、ダイナと手に手をとって歩いている夢を見はじめました。そしてその中で、とても真剣にこうきいています。「さあダイナ、正直におっしゃい。おまえ、コウモリ食べたことあるの?」とそのときいきなり、ズシン!ズシン!アリスは小枝と枯れ葉の山のてっぺんにぶつかって、落ちるのはもうそれっきり。

   Alice had zich heel geen pijn gedaan en sprong direct weer op; ze keek naar boven, maar daar was het erg donker; voor haar lag weer een lange gang en zij zag nog net hoe het Witte Konijn daar razend vlug doorheen holde. Zij had geen ogenblik te verliezen; vooruit schoot Alice, als de wind en zij was net op tijd om hem, terwijl hij een hoek omging, bij zichzelf te horen zeggen: ‘Bij mijn oren en snorrebaard, wat wordt het laat!’ Ze was vlak achter hem toen hij de hoek omliep, maar het Konijn was nergens meer te zien; zij stond in een lange, lage zaal, die verlicht werd door een rij lampjes aan het plafond.

   けがはぜんぜんなくて、すぐにとび起きました。見上げても、頭上はずっとまっ暗。目の前にはまた長い通路があって、まだ白うさぎがその通路をあわてて走っていくのが見えました。これは一刻もむだにできません。アリスはびゅーんと風のようにかけだして、ちょうどうさぎがかどを曲がりしなに「やれ耳やらヒゲやら、こんなにおそくなっちゃって!」と言うのが聞こえました。そのかどをアリスが曲がったときには、かなり追いついていました。が、うさぎがどこにも見あたりません。そこは長くて天井のひくいろうかで、屋根からランプが一列にぶら下がって明るくなっていました。

   Aan alle kanten van de zaal waren deuren, maar die waren allemaal dicht; en toen Alice de zaal op en af was gelopen en iedere deur geprobeerd had, liep zij treurig naar het midden en vroeg zich af hoe zij er ooit weer uit moest komen.

   そのろうかはとびらだらけでしたが、どれも鍵がかかっています。アリスは、ろうかの片側をずっとたどって、それからずっともどってきて、とびらをぜんぶためしてみました。どれも開かないので、アリスはろうかのまん中をしょんぼり歩いて、いったいどうやってここから出ましょうか、と思案するのでした。

   Plotseling kwam ze bij een kleine, driepotige tafel van dik glas; er lag enkel een gouden sleuteltje op en Alice dacht onmiddellijk dat dit wel eens passen kon op een van de deuren; maar ach! òf de sloten waren te groot, òf het sleuteltje was te klein; in elk geval kon zij er geen enkele mee openmaken. Toen zij echter voor de tweede keer de zaal doorliep, zag ze een laaghangend gordijn, dat ze eerst niet had opgemerkt en daarachter was een kleine deur van ongeveer veertig centimeter: ze stak het gouden sleuteltje in het slot en tot haar grote vreugde paste het!

   いきなり、小さな三本足のテーブルにでくわしました。ぜんぶかたいガラスでできています。そこには小さな金色の鍵がのっているだけで、アリスがまっ先に思ったのは、これはろうかのとびらのどれかに合うんじゃないかな、ということでした。でもざんねん! 鍵穴が大きすぎたり、それとも鍵が小さすぎたり。どっちにしても、とびらはどれも開きません。でも、二回目にぐるっとまわってみたところ、さっきは気がつかなかったひくいカーテンがみつかりました。そしてそのむこうに、高さ40センチくらいの小さなとびらがあります。さっきの小さな金色の鍵を、鍵穴に入れてためしてみると、うれしいことにぴったりじゃないですか!

   Alice deed de deur open en zag een lange, smalle gang voor zich, niet veel wijder dan een rattenhol. Ze knielde op de grond en keek door de gang in de mooiste tuin, die je ooit hebt gezien. Wat verlangde zij ernaar om uit die donkere zaal weg te gaan en daar buiten te wandelen tussen de perken met kleurige bloemen en de koele fonteinen!, maar ze kon haar hoofd niet eens door de deuropening krijgen, ‘en als ik mijn hoofd er door heb gestoken,’ dacht de arme Alice, ‘kunnen mijn schouders er niet door en dan ben ik nog niet veel verder. O wat zou ik graag in elkaar kunnen schuiven als een verrekijker. En dat zou ik trouwens best kunnen, denk ik, als ik maar wist, hoe ik moest beginnen.’ Want zie je, er waren de laatste tijd al zo veel zonderlinge dingen gebeurd, dat Alice maar heel weinig meer voor onmogelijk hield.

   あけてみると、小さな通路になっていました。ネズミの穴くらいの大きさしかありません。ひざをついてのぞいてみると、それは見たこともないようなきれいなお庭につづいています。こんな暗いろうかを出て、あのまばゆい花だんやつめたいふん水の間を歩きたいなぁ、とアリスは心から思いました。でも、その戸口には、頭さえとおらないのです。「それに頭はとおったにしても、かたがないとあんまり使いものにならないわ」とかわいそうなアリスは考えました。「ああ、望遠鏡みたいにちぢまれたらな! できると思うんだ、やりかたさえわかれば」というのも、近ごろいろいろへんてこりんなことが起こりすぎたので、アリスとしては、ほんとうにできないことなんて、じつはほとんどないんだと思いはじめていたのです。

   Maar ze schoot er niet veel mee op, wanneer ze bij het deurtje bleef zitten treuren. Daarom liep zij terug naar de tafel en hoopte zo half, dat ze een ander sleuteltje zou vinden of in ieder geval een handleiding om mensen als verrekijkers in elkaar te schuiven; maar dit keer stond er enkel een flesje op (dat er straks beslist niet stond, zei Alice) en om de hals van die fles was met een touwtje een stuk papier vastgemaakt; ‘Drink mij’ stond er met mooie, grote letters op gedrukt.

   その小さなとびらのところで待っていてもしかたないので、アリスはテーブルのところに戻りました。別の鍵がのってたりしないかな、となかば期待していたのです。あるいは少なくとも、望遠鏡みたいにちぢまるやりかたを書いた、規則の本でもないかな、と思いました。するとこんどは、小さなびんがのっかっていて(「これってさっきはぜったいになかったわよねえ」とアリスは言いました)、そしてびんの首のところには紙のふだがついていて、そこに「のんで」ということばが、おっきな字できれいに印刷されていました。

   Nu was het heel mooi om te zeggen ‘Drink mij’, maar de verstandige Alice deed dat dan nog maar niet onmiddellijk. ‘Nee,’ zei ze, ‘ik moet eerst eens kijken of er nergens ‘vergif’ op staat, want zij had allerlei aardige verhaaltjes gelezen over kinderen, die verbrand waren en opgegeten door wilde dieren en allerlei andere onplezierige dingen hadden beleefd, omdat zij nu eenmaal niet wilden luisteren naar de vermaningen van de grote mensen, b.v. dat een hete pook je brandt, als je hem te lang vasthoudt, dat als je erg diep met een mes in je vinger snijdt, die gewoonlijk gaat bloeden, dat als je veel drinkt uit een fles, waar ‘vergif’ op staat, het in de meeste gevallen vroeger of later slechte gevolgen zal hebben.

   「のんで」は結構なのですけれど、でもかしこいアリスは、そんなことをあわててするような子ではありません。「いいえ、まずちゃんと見てみようっと。『毒』とか書いてないかどうか、たしかめるんだ」とアリス。というのも、お友だちに教わったかんたんな規則をまもらなかったばっかりに、やけどをしたり、野獣に食べられちゃったりした子供たちについて、すてきなお話をいくつか読んだことがあったからです。そういう規則というのは、たとえばまっ赤にやけた火かき棒をあんまり長くにぎっているとやけどをするよ、とか、指をナイフでとぉってもふかく切っちゃったら、たぶん血が出てくるよ、とかですね。そして『毒』と書いてあるびんの中身をたくさんのんだら、たぶんまちがいなく、いずれ困ったことになるよ、というのも、アリスはぜったいにわすれなかったのでした。

   Maar ze zag er geen ‘vergif’ op staan en dus dorst Alice wat te proeven; en toen het erg lekker bleek te smaken (het smaakte naar een mengsel van kersentaart, pudding, ananas, gebraden kalkoen, toffees en geroosterd brood met boter) dronk zij de fles gauw leeg.

   でも、びんには「毒」とは書いてありませんでした。そこでアリスは、ためしに味見をしました。そしてそれがとってもおいしかったので(どんな味かというと、チェリータルトと、カスタードと、パイナップルと、しちめんちょうローストと、トフィーと、熱いバターつきトーストをまぜたような味ね)、すぐにそれをのみほしてしまいました。

   ‘Wat een gek gevoel!’, dacht Alice, ‘het lijkt wel of ik als een verrekijker in elkaar schuif!’

   「へんなの、へーんなの!」とアリス。「あたし、望遠鏡みたいにちぢまっちゃってるのね」

   En dat was zo; ze was nu geen vijf-en-twintig centimeter meer groot en toen zij bedacht, dat ze nu precies groot genoeg was om door het deurtje in de mooie tuin te komen, werd zij erg blij. Maar eerst wachtte ze nog een paar minuten of ze nog meer in elkaar zou schrompelen; ze was wel een beetje bezorgd, want ‘als dat zo doorgaat,’ zei Alice, ‘ga ik uit, net als een kaars. Ik zou wel eens willen weten hoe ik er dan uit zie.’ En zij probeerde zich voor te stellen, hoe een uitgeblazen kaarsvlam er uit ziet, maar zij kon zich niet herinneren, dat zij ooit naar zoiets had gekeken.

   そしてたしかにそのとおり。アリスはいまや、身のたけたったの25センチ。これであの小さなとびらをとおって、あのきれいなお庭にいくのにちょうどいい大きさになったと思って、アリスは顔をかがやかせました。でもまず、もう何分かまってみて、もっとちぢんじゃわないかどうかたしかめました。これはちょっと心配なところでした。「だってあたしがロウソクみたいに、ぜんぶ消えちゃっておしまいになるかもしれないでしょ」とアリスはつぶやきました。「そうなったらあたし、どうなっちゃうんだろ」そしてアリスは、ロウソクをふき消したあとで、ロウソクの炎がどんなようすかを想像してみようとしました。というのも、そんなものを見たおぼえがなかったからです。

   Na een poosje, toen er verder niets meer gebeurde, besloot ze om maar eens naar de tuin te gaan; maar ach! arme Alice! toen zij bij de deur kwam, merkte ze dat ze het gouden sleuteltje vergeten had, en toen ze terug liep naar de tafel om het te halen, zag ze dat ze er onmogelijk meer bij kon; ze konhet door het glas heen zien liggen en zij probeerde tegen een van de tafelpooten op te klauteren, maar die was veel te glad, en toen ze doodmoe was van alle inspanningen ging het arme kind op de grond zitten en begon te huilen.

   しばらくして、それ以上なにもおきないのがわかって、アリスはすぐにお庭にいこうときめました。でもかわいそうなアリス、ざんねんでした!とびらのところにきてみると、あの小さな金色の鍵をわすれてきたのに気がついたのです。そしてテーブルのところに戻ってみると、ぜったいに手がとどきません。ガラスごしに、とてもはっきりと見えてはいます。アリスはがんばってテーブルの脚をよじのぼろうとしましたが、つるつるでだめです。そしてがんばったあげくにつかれきって、かわいそうなこの子は、すわって泣き出してしまいました。

   ‘Kom, het is onzin, om hier te zitten huilen,’ zei Alice streng tegen zichzelf, ‘ik raad je aan daar dadelijk mee op te houden!’ Zij gaf dikwijls heel goede raad aan zichzelf (al volgde zij die zelden op) en soms gaf zij zich zo'n standje, dat ze er tranen van in de ogen kreeg; een keer had ze nog geprobeerd om zichzelf een draai om de oren te geven, omdat zij vals had gedaan bij een spelletje croquet, dat zij tegen zichzelf speelde. Want dit dwaze kind hield er erg van om te doen alsof zij twee kinderen was. ‘Maar nu schiet ik er niet veel mee op, om te doen alsof ik twee kinderen ben,’ dacht de arme Alice, ‘er is nauwelijks genoeg van me over voor één behoorlijk mens.’

   「こら、そんなふうに泣いてちゃだめだぞ!」とアリスは、ちょっときびしく自分に言いきかせました。「いいわね、いますぐ泣きやみなさい!」アリスが自分にする忠告は、とてもりっぱなものが多いのです(そのとおりにすることはほとんどなかったんだけどね)。そしてときどきは、自分をきびしくしかりすぎて、涙が出てくるほどでした。いちどなんか、自分相手にやっていたクロケーの試合でいんちきをしたので、自分の耳をぶとうとしたくらい。というのも、このふうがわりな子は、一人で二役をやるのがとても好きだったからです。「でもいまじゃ、二役をやってみてもしょうがないわよね。だってあたしはもうほとんど残ってなくて、まともな人間一人にも足りないくらいなんだもの!」とかわいそうなアリスは考えました。

   Ze keek wat in het rond en weldra zag ze een glazen doosje onder de tafel staan; ze maakte het open en zag er een klein koekje in liggen, waar krenten op zaten, die de woorden ‘Eet mij’ vormden. ‘Waarom zou ik het niet opeten?’, zei Alice, ‘als het me groter maakt, kan ik bij de sleutel, en als het me kleiner maakt, kan ik onder de deur door kruipen; ik kan op alle twee de manieren in de tuin komen en het kan me niet schelen hoe.’

   やがて、テーブルの下の小さなガラスのはこが、アリスの目にとまりました。あけてみると、中にはとってもちっちゃなケーキが入っていて、ほしぶどうで「たべて」ときれいに書いてあります。「食べちゃおうっと」とアリス。「これで大きくなれたら、鍵に手がとどくでしょ。小さくなるようなら、とびらの下からもぐれるな。だからどっちにしてもあのお庭には行けるわけよね。あたしはどっちだっていいわ!」

   Ze at een stukje en was erg benieuwd welke kant ze uit zou groeien; haar hand had ze op haar hoofd gelegd om te voelen wat er zou gebeuren en ze vond het heel gek, dat ze even groot bleef als ze was, want dat is nu wel gebruikelijk, als je een koekje eet, maar Alice was intussen zo aan ongewone gebeurtenissen gewend geraakt, dat ze het saai en vervelend vond wanneer alles zo maar bij het oude bleef.

   ちょっと食べてみて、アリスは心配そうに自分に言いました。「どっちかな?どっちかな?」そして頭のてっぺんに手をやって、自分がどっちにのびているかを確かめようとします。ところが同じ大きさのままだったので、アリスはとってもびっくりしました。そりゃたしかに、ふつうはケーキを食べるとそうなるのですが、アリスはへんてこりんなことを期待するのになれすぎちゃっていたもので、人生がふつうのやり方でつづくなんていうのは、すごくつまんなくてばかばかしく思えたのです。

   En daarom begon ze snel door te eten en had ze het koekje al gauw op.

   そこでアリスはそのままつづけて、じきにケーキをたいらげてしまいました。

Text from www.dbnl.org
Text from genpaku.org