De lotgevallen van Tom Sawyer

LES AVENTURES DE TOM SAWYER

   HOOFDSTUK XXI.

   CAPÍTOL XXI

   De vacantie begon te naderen. De altijd strenge schoolmeester werd strenger en veeleischender dan ooit, en scheen het er op gezet te hebben, op den "examendag" met de scholieren te pronken. Zijn roede en plak waren thans zelden werkeloos, ten minste onder de kleinere leerlingen. De grootste jongens en de dames van zestien en zeventien jaren hadden het geluk de roede ontwassen te zijn. De zweepslagen van meester Dobbins waren voorwaar niet kinderachtig, want ofschoon hij onder zijn pruik een geheel kaal en glimmend hoofd verborg, bezaten zijne spieren nog haar volle kracht. Naarmate de groote dag naderde scheen al wat er van den dwingeland in hem was, naar boven te komen, en 't was alsof hij er een wreed behagen in schepte, de scholieren voor de geringste tekortkomingen te straffen. Het gevolg daarvan was, dat de kleineren onder zijne leerlingen overdag zwoegden onder angst en smart en bij nacht zonnen op wraak. Zij lieten dan ook geene gelegenheid om den meester een poets te spelen, ongebruikt voorbijgaan. Ongelukkig was hij voortdurend op zijn hoede. De vergelding, die op elke zegepraal hunner wraakzucht volgde, was zoo vreeselijk, dat de knapen doorgaans met blauwe plekken op het lijf het veld ruimden. Eindelijk werd er een plan beraamd, dat eene schitterende overwinning beloofde. De verversjongen werd in het komplot opgenomen, met hunne ontwerpen bekend gemaakt en zijne hulp ingeroepen. Die verversjongen had zijn eigen redenen om tot het verbond toe te treden, want de meester woonde op kamers bij zijn vader en had den knaap reden te over gegeven om hem te haten. De vrouw van den meester zou een paar dagen uit de stad gaan en er bestond dus geen vrees, dat van dien kant een spaak in 't wiel zou gestoken worden. De meester had de gewoonte om zich voor de examens en andere groote plechtigheden voor te bereiden, door zich een een roes aan te drinken, en de verversjongen beloofde, dat, wanneer de onderwijzer op den avond van het examen weer boven zijn bier was en in zijn stoel lag te dommelen, hij "het dingetje wel klaar zou spelen." Hij zou hem dan zoo laat mogelijk wakker maken, omdat hij alleen maar tijd zou hebben om in vliegende vaart naar school te ijlen.

   S'acostaven les vacances. El mestre d'escola, sever en tota ocasió, esdevingué més sever i més exigent que mai, perquè volia que l'escola es lluís el dia dels exàmens. El seu regle i la seva fèrula ja estaven poques vegades en vaga: almenys entre els alumnes menors. Només els nois més grans, i les senyoretes de divuit i de vint, s'escapaven del fuet. Els fueteigs del senyor Dobbins eren d'alló més vigorosos, altrament; perquè, encara que son cap, sota la perruca, era perfectament calb i resplendent, acabava d'arribar a la mitja edat, i no hi havia indici de feblesa en son sistema muscular. A mesura que el gran dia s'atansava, tota la tirania que hi havia dins ell comparegué a la superfície: semblava trobar un plaer venjatiu a castigar les menors negligències. La conseqüència era que els nois més petits despenien llurs dies en la terror i el sofriment, i llurs nits en maquinar revenges. No deixaven de banda oportunitat de fer entremaliadures al mestre. Però ell els passava al davant cada vegada. La retribució que seguia a cada èxit venjatiu era tan vasta i majestuosa, que els minyons sempre es retiraven del camp greument derrotats. A la fi conspiraren tots junts i se'ls acudí un pla que prometia una victòria enlluernadora. Hi juramentaren el noi del pinta-rètols: li digueren el projecte i li demanaren son ajut. I ell tenia les seves raons per regalar-se'n, perquè el mestre estava a dispesa a casa del seu pare i havia donat al minyó amples motius d'odiar-lo. La muller del mestre faria una eixida al camp, d'aquí a pocs dies, i el pla no trobaria cap destorb. El mestre solia preparar-se per a es grans ocasions traguejant de valent, i el noi del pinta-rètols digué que quan el mestre tites, el dia abans dels exàmens, hagués arribat a l'estat escaient, ell «endegaria la cosa» mentre el senyor Dobbins dormisquegés a la seva cadira: després el despertaria en el temps oportú, per apretar a córrer cap a l'escola.

   Toen de volheid der tijden gekomen was, greep het belangwekkende feit plaats. Om acht uren in den avond was het schoollokaal schitterend verlicht en met kransen en festoenen van bloemen en loofwerk versierd. De soezerige, halfdronken meester troonde in zijn leuningstoel, op eene opzettelijk daartoe vervaardigde verhevenheid, met het schrijfbord achter zich. Drie rijen met zitbanken en zes rijen in het front waren bezet door de waardigheidsbekleders van het stadje en de ouders der leerlingen. Links van den meester, achter de zitplaatsen der burgerij, was een hoog getimmerte gemaakt, waarop de in hun beste pak gekleede knaapjes gezeten waren, die proeven van hunne bedrevenheid zouden afleggen. Achter dezen zaten eenige rijen magere, opgeschoten jongens. Daarop volgden de hooge banken met meisjes en jonge dames in katoen en neteldoek, die zich blijkbaar heel voornaam gevoelden met hare bloote armen, haar grootmoeders ouderwetsche kostbaarheden, haar rose en blauwe strikken en haar bloemen in het haar. Verder was het lokaal opgevuld met toeschouwers en scholieren.

   Quan els temps hagueren arribat a llur plenitud, la interessant avinentesa es produí. A les vuit del vespre l'escola era brillantment il·luminada i agençada amb garlandes i fistons de fullatge i de flors. El mestre seia entronitzat en sa gran cadira, damunt una tarima, amb la pissarra al darrera. Semblava bastant endolcit. Tres files de bancs a cada banda i sis bancs al seu davant eren ocupats pels dignataris del poblet i els parents dels alumnes. A la seva esquerra, més enllà de les files de ciutadans, hi havia una esbarjosa tarima temporal on seien els alumnes que havien de pendre part en els exercicis del vespre: files de menuts, rentats i abillats fins a un grau intolerable de malestar; files de minyonassos desmanegats; nevades files de noies i senyoretes vestides de llinó i de mussolina, i egrègiament conscients de llurs braços nus, dels antics joiells de llurs àvies, de llurs cintetes rosades i blaves, i les flors de llur cabell. Tota la resta de la casa era plena d'alumnes que no prenien part a l'acte.

   De oefeningen begonnen. Een heel klein jongetje stond op en bracht doodverlegen de van buiten geleerde woorden uit:

    "Mijne hoorders,

    "Gij hadt zeker niet verwacht iemand van mijn leeftijd het spreekgestoelte te zien beklimmen, om in het openbaar het woord te voeren, enz.". En de knaap deed zijne woorden vergezeld gaan van overdreven juiste en krampachtige bewegingen, die aan een machine deden denken, die van de wijs is. Hij bracht het er, ofschoon in duizend angsten, heelhuids af en werd verbazend toegejuicht, toen hij zijne gekunstelde buiging maakte en het tooneel verliet.

   Els exercicis començaren. Un noi molt petit s'aixecà, i va dir tot esparverat: -«Amb prou feines podríeu esperar que un nen de la meva edat parlés en públic damunt la plataforma, etc.»;- acompanyant-se amb els gestos penosament exactes i espasmòdics que una màquina podria haver usat, suposant que la màquina hagués estat una mica desballestada. Però ell se'n va sortir sense entrebancs, encara que cruelment espaordit, i rebé un bell tomb d'aplaudiments, quan féu la seva reverència manufacturada, i es retirà.

   Een klein bedeesd meisje lispelde het versje: "Marietje had een lammetje, enz.," maakte eene medelijdenswekkende dienares, kreeg haar voegzaam deel toejuichingen en ging blozend en voldaan weer zitten.

   Una noieta de cara tota vergonyosa barbotejà: -«Mary tenia una ovelleta, etc.»- Féu una cortesia que trencava el cor, rebé la seva recompensa d'aplaudiments, i s'assegué tota enrojolada i feliç.

   Tom Sawyer trad voorwaarts met gemaakt zelfvertrouwen en wond zich met prachtig nagebootste en allerzotste gebaren op tot het onsterfelijke: "Geef mij de vrijheid, of geef mij den dood!"--doch werd in het midden door een akelige tooneelvrees bevangen. Zijne knieën knikten en hij dreigde in zijne woorden te stikken. Wel is waar wekte hij zichtbaar het medelijden en de sympathie van de toehoorders, maar zij hielden zich doodstil, en dat zwijgen van het publiek was erger dan medegevoel. Tot overmaat van smart fronste de meester zijne wenkbrauwen. Tom spande nogmaals alle krachten in, doch zag zich verplicht verslagen af te treden. Voor een oogenblik kwam er eene zwakke poging om te applaudisseeren, doch zij werd in hare wording gesmoord.

   Tom Sawyer avançà amb confiança arrogant: anà enfilant-se per l'inestroncable i indestructible parlament. -«Deu-me la llibertat o deu-me la mort»- amb bella fúria i frenètica gesticulació, i s'interrompé a la meitat. Una tètrica basarda s'apoderà d'ell, ses cames tremolaren, i estigué a punt d'ofegar-se. Comptava, certament, amb la simpatia palesa de l'auditori, però també amb el silenci de l'auditori, que era encara pitjor que no la seva simpatia. El mestre arrufà el nas, i això completà el desastre. Tom lluità una estona, i després es retirà, enterament derrotat. Hi hagué un feble propòsit d'aplaudiment, però morí totduna.

   Daarop volgde: "De knaap stond op het brandende dek;" toen: "De Assyriërs zakten den stroom af;" en andere juweeltjes voor de declamatiekunst. Toen had men de leesoefeningen en een kampstrijd in het spellen. De schraal bezette klasse der Latinisten bracht het er met haar voordracht schitterend af. Het eerste bedrijf was naar behooren afgeloopen en nu volgde de "zelfgemaakte" opstellen van de jonge dames, die elk op hare beurt op de verhevenheid stapten, kuchten, haar handschrift, dat met een keurig lintje was vastgemaakt, in de hand hielden en begonnen te lezen. De onderwerpen waren dezelfde, waarmede bij dergelijke gelegenheden hare moeders, hare grootmoeders en ongetwijfeld al de voorouders in de vrouwelijke linie geschitterd hadden. Daar was er een over de "Vriendschap," en verder; "Herinnering aan vroegere dagen," "Godsdienst in de geschiedenis," "Het land der droomen," "De voordeelen der beschaving;" "Het verschil en de overeenkomst van de onderscheidene staatsvormen," "Droefgeestigheid," "Kinderliefde," "Hartstochten," enz. enz.

   Seguiren un parell de masegats poemes i altres perles declamatòries. Després hi hagué exercicis de lectura i un torneig de confegiment. La magra classe de llatí recità amb honor. Arribà la flor del vespre: les composicions originals de les senyoretes. Cadascuna, per torn, avançà fins al caire de la plataforma, escurà la gorja, enlairà son manuscrit (lligat amb una cinta exquisida), i es posà a llegir, fixant-se per peces menudes en l'expressió i la puntuació. Els temes foren els mateixos ja escatits en semblants avinenteses, abans que per elles per llurs mares, llurs àvies, i segurament per tota llur ascendència de línia femenina fins a les Creuades. L'Amistat n'era un; Memòries d'altres dies, La Religió en la Història, País de somnis, Els aventatges de la cultura, Formes de Govern polític comparades i contrastades, Melangia, Amor filial, Dalers del cor, etc., etc.

   Een hoofdgebrek van al deze opstellen was eene zorgvuldig gekweekte droefgeestigheid en een kwistige overvloed van mooie woorden. In sommigen was een merkbare neiging om modewoorden er met de haren bij te sleepen, zoo dikwijls zelfs, dat zij geheel afgezaagd werden. En dan was er eene bijzonderheid, welke ze alle kenmerkte en bedierf,--namelijk de onuitstaanbare zedepreek, die zijn gebrekkelijken staart aan het eind van elk opstel deed kwispelen. Welk ook het onderwerp mocht wezen, er werd altijd een hersens folterende poging gedaan om er op de een of andere wijze iets in te lasschen waarop het zedelijk en godsdienstig gemoed met stichting kon nederzien. Niettegenstaande de ergerlijke onoprechtheid, die het publiek uit dergelijke zedepreken tegenblonk, werden zij niet afgeschaft. En zij zijn dat nog niet en zullen het waarschijnlijk nooit worden, zoolang de wereld zal bestaan. Er is geen school in gansch Amerika, waar de jonge dames zich niet verplicht gevoelen hare opstellen met een preek te eindigen; en het zijn doorgaans de lichtzinnigste en minst godsdienstige meisjes, die de mooiste preken maken. Maar genoeg hiervan. De waarheid wil niet altijd gezegd zijn. Laat ons daarom tot het examen terugkeeren.

   Tret preponderant d'aquestes composicions era una malenconia atesa i afalagada; n'era un altre el doll opulent i malversador de bell llenguatge; n'era un altre una tendència a encabir a les orelles paraules i frases especialment preades, fins que esdevenien gastades del tot; i una peculiaritat que les caracteritzava i les malmetia assenyaladament era l'inveterat i intolerable sermó, que remenava la cua estropellada a la fi de totes i cada una d'elles. Fos quin fos el tema, hom havia fet un esforç espremedor del cervell per recargolar-lo d'una o altra manera que un esperit moral i religiós pogués contemplar amb edificació. La palesa insinceritat d'aquests sermons no bastava per a assolir que la moda en fos bandejada de les escoles, i no basta avui en dia: potser mai no bastarà mentre el món sigui món. No hi ha escola en el nostre país on les joves damisel·les no es sentin obligades a cloure llurs composicions amb un sermó; i reparareu que el sermó de la noia més frívola i menys religiosa de l'escola és sempre el més llarg i el més implacablement piadós. Però prou d'aquesta cançó: la veritat casolana és indigesta.

   Het eerste opstel, dat voorgelezen werd, droeg tot opschrift: "Is dit nu het leven?" De lezer zal mij wel willen vergunnen er een uittreksel van mede te deelen. Het luidde ongeveer aldus:

   Tornem als examens. La primera composició llegida fou una que duia per títol És, doncs, això la Vida? Potser el lector podrà suportar-ne un extracte.

   "Met welk een verrukking ziet gewoonlijk het jeugdig gemoed niet uit naar een hem wachtend feest! De verbeelding toovert rooskleurige tafereelen van genot. Daar ziet de aanbidster van wereldsche genoegens zich reeds te midden der feestvierende menigte als 'de bewonderde door al de bewonderaars.' Haar bevallige gestalte, in een sneeuwwit kleed gehuld, zweeft rond in den doolhof van den vroolijken dans; haar oog is schitterender, haar tred lichter dan die van de gansche lustige schare.

   «En les ordinàries vies de l'existència, amb quínes delectables emocions no mira l'ànima jovenívola cap endavant, envers l'anticipada escena d'alguna festa! La imaginació treballa dibuixant imatges rosades de gaubança. En la seva fantasia, la voluptuosa adoradora de la moda es veu entre la multitud festívola, contemplada de tots els contempladors. La seva graciosa figura, agençada amb un vestit de neu, giravolta entre els laberints de la joiosa dansa; sos ulls són els més resplendents, ses passes les més lleugeres en la gaia assemblea.»

   "Onder zulke heerlijke droomen glijdt de tijd spoedig voort en weldra is de gelukkige ure daar, waarop zij de Elyseesche velden betreden zal, van welke zij zoo verrukkelijk had gedroomd. Hoe tooverachtig schoon vertoont zich alles aan hare ontvlamde verbeelding! Elk nieuw tooneel wint aan bekoring. Maar na eene wijle ervaart zij, dat onder dat schoon vernis niets dan ijdelheid schuilt. De vleitaal, welke eens haar hart streelde, klinkt haar schril in het oor; de balzaal heeft hare aantrekkelijkheid voor haar verloren en met een verwoeste gezondheid en een verbitterd hart trekt zij zich uit de wereld terug, de overtuiging met zich voerende, dat aardsch genot de ziel, die naar hoogere dingen streeft, niet bevredigen kan."

   «Amb tals delitoses fantasies el temps llisca de pressa, i arriba l'hora benvinguda de la seva entrada en el món elisià, que li ha inspirat somnis tan fulgurants. Còm sembla màgica tota cosa en front de son esguard meravellat! Cada nova escena l'encisa més que la darrera. Però al cap d'una estona descobreix que sota aquestes belles exterioritats tot és vanitat: l'adulació que havia embadalit la seva ànima, ara grinyola asprament a la seva oïda; i amb la salut malmesa i el cor amargat, gira l'espatlla, amb la convicció que els plaers de la terra no poden satisfer els anhels de l'esperit!»

   En zoo ging het voort. Van tijd tot deed zich onder het lezen een gegons van bijvalsbetuigingen hooren, vergezeld van fluisterende uitroepen, als: "Hoe lief! Hoe welsprekend! Hoe waar!" enz. enz. En toen het stuk met een ijselijk sombere preek eindigde, volgde er een uitbundige toejuiching.

   I així successivament, i així sempre. De tant en tant hi havia una bonior de plaer durant la lectura, acompanyada de murmurades exclamacions de «Què bonic!», «Què eloqüent!», «Quína veritat!», etc.; i, després que la cosa hagué acabat amb un sermó especialment aflictiu, l'aplaudiment fou entusiasta.

   Vervolgens stond een tenger, droefgeestig meisje op, dat zich door de belangwekkende bleekheid onderscheidde, welke het gevolg is van pillen en indigestie, en droeg een gedicht voor, waarvan ik u twee coupletten zal mededeelen:

   Després s'aixecà una noia prima i melangiosa, la faç de la qual tenia la interessant pal·lidesa que causen les píndoles i la indigestió, i llegí un Poema. Amb dues estrofes n'hi haurà prou:

   L'ADÉU D'UNA DONZELLA DEL MISSURI A L'ALABAMA

    Alabama, vaarwel! Och 'k min U zoo teer!
Toch ga 'k voor een poos van U scheiden!
Maar het denken aan U doet mij 't harte zoo zeer,
Mijn ziel blijft bij U steeds verbeiden.
Uw lommerrijke wouden heb 'k dikwijls doorkruist;
'k Heb gedoold langs Uw liefelijke stroomen;
Gehoord hoe uw water bij stormwinden bruist
En bewonderend Aurora zien komen.

   «Adéu, mon Alabama! O mon amor pregon! Però per una estona et tinc d'abandonar. Tristes idees, tristes, sento en el cor niar; memòries arborades s'acoblen en mon front. Que jo per tes boscúries aní, totes florides; vora el Tallapoosa vaig córrer, llegir vaig; he oït del Talassee les ones enfurides, i el flanc del bell Coosa he vist de l'alba al raig.

    De tranen die 'k schrei, o! ik schaam ze mij niet,
Geen blos dekt mijne vochtige wangen;
Niet vreemd is mij 't land, dat mijn aandoening ziet,
't Is een vriend waar mijn ziel aan blijft hangen.
Een meer hartelijke ontvangst vond ik nergens, o neen!
Dan bij U, wien 'k mijn land wel mag heeten;
En mijn hoofd en mijn hart moest wel koud zijn als steen,
Alabama, als het U kon vergeten!"

    Er waren er slechts zeer weinigen, die wisten wat het woord "Aurora" beteekende, doch het gedicht viel niettemin zeer in den smaak.

   I de mon cor oprès no m'haig d'avergonyir ni de girar la cara, i els ulls, regalimant. No és pas de terra estranya que els passos meus se'n van. No és als estranys que dono avui el meu sospir. Jo vaig trobar-hi casa i l'alegror que hi lluu en eix Estat que deixo enrera, amb plor desfet. Freds han de ser mos ulls, mon cor, la meva téte, per tal com, Alabama, s'apartaran de tu!»

    N'hi havia pocs que sabessin què significava téte, però el poema va plaure, tanmateix.

   Daarop verscheen een jonge dame met een donkere gelaatskleur, donkere oogen en donker haar, die een indrukwekkend oogenblik pauseerde, haar best deed om haar gelaat eene tragische uitdrukking te geven en toen op afgemeten toon begon:

   Després aparegué una senyoreta bruna, d'ulls negres i de cabell negre, que romangué muda per un moment sensacional, assumí una expressió tràgica, i començà de llegir, en to acompassat:

   UNA VISIÓ

   "Zwart en stormachtig was de nacht. Om den hemeltroon flikkerde een enkele ster, doch zware donderslagen trilden aanhoudend door het zwerk, terwijl de vreeselijke bliksem gramstorig door de onbewolkte hemelzalen dartelde, alsof hij de macht bespotte, welke de beroemde Franklin zich over zijne verschrikkingen had aangematigd! Zelfs de onstuimige winden kwamen eendrachtig uit hunne geheimzinnige woonplaatsen te voorschijn en bulderden in het rond, begeerig naar 't scheen, om de woestheid van het tooneel door hunne hulp te verhoogen.

   «Ombrívola i tempestuosa era la nit. Al volt de la peanya de Déu, en les altures, no tremolejava ni un sol estel, sinó que, les pregones detonacions del tro feixuc, constantment vibraven a l'oïda, mentre el llampec terrorífic s'abandonava a una orgia furiosa a través de les cambres ennuvolades del cel, semblant menyspreuar el poder exercit sobre ses terrors per l'il·lustre Franklin! Fins i tot els vents estrepitosos eixiren unànimement de llurs místics habitatges, i bufaren iradament per aquells entorns com per posar de relleu amb llur ajut la desolació d'aquella escena. En aquella avinentesa, tan ombrívola, tan paorosa, la meva ànima sospirava per l'auxili humà; però, en lloc d'això,

   "Op zulk een tijdstip, zoo duister, zoo droevig, zuchtte mijn hart naar menschelijk medegevoel,--maar in plaats daarvan,

   ma volguda amiga i ma consellera, ma aconhortadora i ma dolça guia, mon goig en la pena (i en la meva joia, ma segona joia), vora meu venia.

   Mijn dierbaarste vriendin, mijn gids en mijn geleide, Mijn vreugde bij mijn smart, stondt ge eensklaps aan mijn zijde! "Zij bewoog zich voort als een van die liefelijke wezens, welke de romantische jeugd zich op de zonnige paden van het Eden der verbeelding, voor den geest toovert,--een koningin der schoonheid, zonder versierselen, maar getooid met hare alles overtreffende bekoorlijkheid. Haar tred was zoo licht, dat het oor hare nadering niet vernam, en indien hare bezielde aanraking niet eene magische trilling had doen ontstaan, zou zij ongemerkt, ongezocht voorbijgegleden zijn. Een zonderlinge droefheid zetelde op hare gelaatstrekken, als ijzige tranen op Decembers winterkleed, toen zij naar de strijdende elementen daar buiten wees en mij verzocht de beide wezens, die daar werden voorgesteld, te aanschouwen."

   »Ella avançà com un d'aquests éssers resplendents pintats a les vies solelloses de l'Edèn de la imaginació per les ànimes joves i romàntiques: reina de bellesa, agençada només per la seva pròpia bellesa transcendent. Tan blana era la seva passa, que no arribava a fer cap so; i si no hagués estat pel màgic estremiment que produïa el seu benigne contacte, hauria passat desapercebuda i mai recercada, com altres belleses plenes de modèstia. Una estranya tristesa reposava en sos trets, com a llàgrimes glaçades damunt l'abillament del desembre, i ella assenyalava els elements que lluitaven, per enfora, i em comandava de contemplar els dos éssers que mostrava».

   Deze nachtmerrie omvatte tien bladzijden schrifts en sloot met een preek, wanhopig akelig voor de Anti-Presbyterianen, doch die den eersten prijs behaalde en als de schoonste proeve van den avond werd beschouwd. De burgemeester van St. Petersburg hield onder het overreiken van den prijs aan haar, die hem behaald had, eene schitterende redevoering, in welke hij betuigde, dat dit de welsprekendste rede was, die zijne ooren ooit gehoord hadden en dat Daniel Webster zelfs er trotsch op had kunnen zijn.

   Aquest pesombre ocupava unes deu pàgines de manuscrit, i acabava amb un sermó tan destructor de tota esperança per als no-presbiterians, que guanyà el primer premi. Aquesta composició fou judicada el més bell esforç del vespre. El batlle del poblet, en remetre el premi a l'autora, féu un discurs abrandat, en el qual digué que era de molt la cosa «més eloqüent que mai hagués sentit, i que el mateix Daniel Webster hauria pogut enorgullir-se'n».

   In het voorbijgaan moet gezegd worden, dat de opstellen, welke overvloeiden van het woord "heerlijk" als ook van de vergelijking "menschelijke ondervinding," met "een bladzijde uit het leven," het gemiddeld aantal overtrof.

   Cal advertir, tot passant, que el nombre de composicions a les quals la paraula bell era constantment afalagada, i l'experiència humana al·ludida en qualitat de pàgina de la vida, passava de l'usual tant per cent.

   Thans schoof de meester, opgewonden tot aan luidruchtigheid toe, zijn stoel op zijde, ging met den rug naar het publiek staan en begon zijne aardrijkskundige lessen door op het bord eene kaart van Amerika te teekenen. Doch hij maakte met zijne onvaste hand een figuur--en er werd een onderdrukt gelach in de school gehoord. Hij wist wat er aan haperde en deed zijn best om de fout te herstellen, veegde enkele lijnen met de spons uit en maakte weder nieuwe. Helaas! zij werden hoe langer hoe slechter en het gegiegel werd luider. Hij wijdde zijn gansche aandacht aan het werk, alsof hij besloten had zich niet door het publiek uit het veld te laten slaan. Hij voelde, dat aller oogen op hem gevestigd waren, en verbeeldde zich dat het beter ging. En toch hield het gegiegel aan, ja, het vermeerderde blijkbaar. En daartoe was wel reden. Boven zijn hoofd was een vliering met een luik, en uit dat luik, kwam een kat te voorschijn, welke men een touw om de achterpooten gehecht had. Die kat had een doekje om den kop en de kaken gebonden, on haar het miauwen te beletten. Terwijl zij langzaam naar beneden sukkelde, kromde zij zich naar alle kanten, sloeg hare klauwen om het touw, schommelde vervolgens naar de laagte en krabde tegen de ontastbare lucht. Het gegiegel werd erger en erger: de kat was omstreeks zes duim van des soezerigen meesters hoofd. Nog een weinig later en zij greep met hare klauwen wanhopig naar des meesters pruik, klemde zich daaraan vast en werd een oogenblik later weder tot de vliering opgetrokken, met haar zegeteeken tusschen de pooten. En welk een lichtgloed verspreidde zich toen van des meesters hoofd. Immers de verversjongen had dat lichaamsdeel met verguldsel besmeerd.

   En acabat, el mestre, endolcit gairebé fins al caire de la bondat, retirà la seva cadira, girà l'esquena a l'auditori, i començà a dibuixar un mapa d'Amèrica a la pissarra perquè hi fes exercici la classe de Geografia. Però la seva mà vacil·lant va sortir-se'n malauradament, i una sofocada rialleta brunzí en l'auditori. Ell sabia per què, i es posà a esmenar-ho. Esborrà línies i les tornà a fer; però no féu sinó tòrcer-les més que mai, i la rialleta es féu més pronunciada. Fixà tota la seva atenció en la seva tasca, aleshores, com si estigués determinat a no deixar-se abatre per l'alegria. Sentí que tots els ulls es clavaven en ell: s'imaginà que reeixia; i, amb tot, la rialleta continuà, i àdhuc creixia, palesament. I no li mancava raó. Dalt de l'aula hi havia una golfa, perforada amb un espiell damunt son cap. A través de l'espiell anà baixant un gat, lligat, al volt de les anques, amb un cordill. El gat tenia un parrac fermat damunt son cap i barres perquè no miolés. Mentre davallava a pleret, s'encorbava cap amunt i garfia el cordill, i es gronxava cap avall i garfia l'aire intangible. La rialleta anà pujant i pujant de to: el gat es trobava a sis polsades de la testa del mestre obsessionat. Tot baixant, una mica més avall, arrabassà la seva perruca amb urpes desesperades, s'hi aferrà, i fou estirat cap a la golfa, en un instant, amb el trofeu encara en son poder! I còm irradià la llum, eixint de la testa calba del mestre! Perquè el noi del pinta-rètols l'havia daurada!

   Met dit tooneel werd de vergadering gesloten. De jongens waren gewroken en de vacantie was begonnen.

   Això interrompé la reunió. Els minyons estaven venjats. Les vacances havien arribat.

   NOTA.-Les preteses composicions citades més amunt. són tretes sense alteració d'un volum titulat Prosa i poesia, per una «Dama Occidental», però són fetes exactament i precisament segons el model escola-de-noies, i, per tant, resulten molt més felices que no pas simples imitacions.