De avonturen van Alice

AVENTURES D'ALICE AU PAYS DES MERVEILLES

   IX

   CHAPITRE IX.

   Het verhaal van de soepschildpad

   HISTOIRE DE LA FAUSSE-TORTUE.

   JE weet niet hoe blij ik ben je hier te zien, lieve kind,’ zei de Hertogin en zij stak haar arm hartelijk in die van Alice. Zij wandelden samen verder.

   « Vous ne sauriez croire combien je suis heureuse de vous voir, ma bonne vieille fille ! » dit la Duchesse, passant amicalement son bras sous celui d’Alice, et elles s’éloignèrent ensemble.

   Alice was heel blij dat de Hertogin in zo'n goed humeur was en zij dacht bij zichzelf dat het misschien alleen de peper was, die haar zo boos gemaakt had, toen zij haar in de keuken ontmoette.

   Alice était bien contente de la trouver de si bonne humeur, et pensait en elle-même que c’était peut-être le poivre qui l’avait rendue si méchante, lorsqu’elles se rencontrèrent dans la cuisine.

   ‘Als ik Hertogin word,’ zei ze bij zichzelf (maar niet erg hoopvol) ‘zou ik helemaal geen peper in mijn keuken willen hebben. Het is nergens voor nodig dat er peper in de soep gaat en misschien maakt peper mensen juist zo opvliegend’ dacht zij verder, erg blij dat ze dit had ontdekt, ‘en azijn maakt ze zuur en kamille maakt ze bitter - en - en zuurtjes en zo maakt de kinderen zoet. Ik wou dat de mensen dat eens gingen inzien, dan zouden zij er niet zo zuinig mee zijn.’

   « Quand je serai Duchesse, moi, » se dit-elle (d’un ton qui exprimait peu d’espérance cependant), « je n’aurai pas de poivre dans ma cuisine, pas le moindre grain. La soupe peut très-bien s’en passer. Ça pourrait bien être le poivre qui échauffe la bile des gens, » continua-t-elle, enchantée d’avoir fait cette découverte ; « ça pourrait bien être le vinaigre qui les aigrit ; la camomille qui les rend amères ; et le sucre d’orge et d’autres choses du même genre qui adoucissent le caractère des enfants. Je voudrais bien que tout le monde sût cela ; on ne serait pas si chiche de sucreries, voyez-vous. »

   Zij had de Hertogin helemaal vergeten en schrok een beetje toen zij haar stem vlak bij haar oor hoorde: ‘Je denkt ergens aan liefje, en daardoor vergeet je te praten. Ik weet niet precies wat de moraal daarvan is, maar ik zal er zo wel opkomen.’

   Elle avait alors complètement oublié la Duchesse, et tressaillit en entendant sa voix tout près de son oreille. « Vous pensez à quelque chose, ma chère petite, et cela vous fait oublier de causer. Je ne puis pas vous dire en ce moment quelle est la morale de ce fait, mais je m’en souviendrai tout à l’heure. »

   ‘Misschien heeft het geen moraal,’ waagde Alice op te merken.

   « Peut-être n’y en a-t-il pas, » se hasarda de dire Alice.

   ‘Tut, tut, kind,’ zei de Hertogin, ‘alles heeft een moraal, je moet hem alleen maar vinden.’ En zij drukte zich nog wat dichter tegen Alice aan, terwijl zij dit zei.

   « Bah, bah, mon enfant ! » dit la Duchesse. « Il y a une morale à tout, si seulement on pouvait la trouver. » Et elle se serra plus près d’Alice en parlant.

   Alice vond het niets prettig dat ze zo erg dicht bij haar kwam. Ten eerste was de Hertogin erg lelijk, ten tweede was ze precies zo groot, dat ze haar kin op de schouder van Alice kon zetten en was het een onaangenaam scherpe kin. Maar zij wilde niet onbeleefd zijn en daarom verdroeg zij het zo goed als ze kon.

   Alice n’aimait pas trop qu’elle se tînt si près d’elle ; d’abord parce que la Duchesse était très-laide, et ensuite parce qu’elle était juste assez grande pour appuyer son menton sur l’épaule d’Alice, et c’était un menton très-désagréablement pointu. Pourtant elle ne voulait pas être impolie, et elle supporta cela de son mieux.

   ‘Het spel schijnt nu wel wat vlotter te gaan’ zei ze om het gesprek een beetje op gang te houden.

   « La partie va un peu mieux maintenant, » dit-elle, afin de soutenir la conversation.

   ‘Dat is waar,’ zei de Hertogin, ‘en de moraal daarvan is: 't Is liefde enkel wat de wereld rond doet draaien.’

   « C’est vrai, » dit la Duchesse ; « et la morale en est : « Oh ! c’est l’amour, l’amour qui fait aller le monde à la ronde ! » »

   ‘Ik heb iemand horen zeggen,’ fluisterde Alice, ‘dat die goed draait, wanneer ieder zich met zijn eigen zaken bemoeit.’

   « Quelqu’un a dit, » murmura Alice, « que c’est quand chacun s’occupe de ses affaires que le monde n’en va que mieux. »

   ‘Zeker, dat is hetzelfde,’ zei de Hertogin en boorde haar scherpe kin in de schouder van Alice, ‘en de moraal daarvan is: Pas op de zin, dan zullen de woorden wel op zich zelf passen!’

   « Eh bien ! Cela signifie presque la même chose, » dit la Duchesse, qui enfonça son petit menton pointu dans l’épaule d’Alice, en ajoutant : « Et la morale en est : « Un chien vaut mieux que deux gros rats. » »

   ‘Zij vindt het blijkbaar erg prettig om de moraal van alles te zoeken!’ dacht Alice.

   « Comme elle aime à trouver des morales partout ! » pensa Alice.

   ‘Je verbaast je er waarschijnlijk over dat ik mijn arm niet om je middel sla,’ zei de Hertogin na een poosje, ‘maar ik vertrouw het karakter van je flamingo niet helemaal. Zal ik het eens wagen?’

   « Je parie que vous vous demandez pourquoi je ne passe pas mon bras autour de votre taille, » dit la Duchesse après une pause : « La raison en est que je ne me fie pas trop à votre flamant. Voulez-vous que j’essaie ? »

   ‘Hij kan best bijten,’ zei Alice voorzichtig, die niet veel voelde voor het experiment.

   « Il pourrait mordre, » répondit Alice, qui ne se sentait pas la moindre envie de faire l’essai proposé.

   ‘Heel juist,’ zei de Hertogin, ‘flamingo's en mosterd bijten allebei. En de moraal daarvan is: Vogels van dezelfde pluimage vliegen samen.’

   « C’est bien vrai, » dit la Duchesse ; « les flamants et la moutarde mordent tous les deux, et la morale en est : « Qui se ressemble, s’assemble. » »

   ‘Maar mosterd is geen vogel,’ merkte Alice op.

   « Seulement la moutarde n’est pas un oiseau, » répondit Alice.

   ‘Precies,’ zei de Hertogin, ‘wat kan jij de dingen duidelijk uitleggen.’

   « Vous avez raison, comme toujours, » dit la Duchesse ; « avec quelle clarté, vous présentez les choses ! »

   ‘'t Is een mineraal, geloof ik,’ zei Alice.

   « C’est un minéral, je crois, » dit Alice.

   ‘Natuurlijk,’ zei de Hertogin, die blijkbaar instemde met alles wat Alice zei, ‘er is hier een grote mosterdmijn in de buurt. En de moraal daarvan is: Hoe meer het mijn, hoe minder het dijn.’

   « Assurément, » dit la Duchesse, qui semblait prête à approuver tout ce que disait Alice ; « il y a une bonne mine de moutarde près d’ici ; la morale en est qu’il faut faire bonne mine à tout le monde ! »

   ‘O, nu weet ik het,’ riep Alice, die op deze laatste opmerking niet had gelet, ‘het is een groente. Het ziet er wel niet zo uit, maar het is er toch een.’

   « Oh ! je sais, » s’écria Alice, qui n’avait pas fait attention à cette dernière observation, « c’est un végétal ; ça n’en a pas l’air, mais c’en est un. »

   ‘Ik ben het volkomen met je eens,’ zei de Hertogin, ‘en de moraal daarvan is: Wees zoals je wilt lijken of als je het wat eenvoudiger wilt: Verbeeld je nooit anders te zijn dan wat anderen denken dat je was of zou zijn niet anders was wat ze anders denken dat je was.’

   « Je suis tout à fait de votre avis, » dit la Duchesse, « et la morale en est : « Soyez ce que vous voulez paraître ; » ou, si vous voulez que je le dise plus simplement : « Ne vous imaginez jamais de ne pas être autrement que ce qu’il pourrait sembler aux autres que ce que vous étiez ou auriez pu être n’était pas autrement que ce que vous aviez été leur aurait paru être autrement. » »

   ‘Ik geloof dat ik dat beter zou begrijpen,’ zei Alice, ‘als ik het eens voor me zag, maar ik kan het eigenlijk niet goed volgen zoals u het nu zegt.’

   « Il me semble que je comprendrais mieux cela, » dit Alice fort poliment, « si je l’avais par écrit : mais je ne peux pas très-bien le suivre comme vous le dites. »

   ‘Dat is nog niets bij wat ik zou kunnen zeggen als ik wilde,’ antwoordde de Hertogin gestreeld.

   « Cela n’est rien auprès de ce que je pourrais dire si je voulais, » répondit la Duchesse d’un ton satisfait.

   ‘Maar doet u heus geen moeite om het nog wat langer te zeggen,’ zei Alice.

   « Je vous en prie, ne vous donnez pas la peine d’allonger davantage votre explication, » dit Alice.

   ‘Maar helemaal geen moeite,’ zei de Hertogin, ‘ik geef je alles wat ik gezegd heb cadeau.’

   « Oh ! ne parlez pas de ma peine, » dit la Duchesse ; « je vous fais cadeau de tout ce que j’ai dit jusqu’à présent. »

   ‘Een goedkoop soort cadeau!’ dacht Alice, ‘ik ben blij dat ze niet zulke verjaarscadeautjes geven!’ Maar zij dorst dit niet hardop te zeggen.

   « Voilà un cadeau qui n’est pas cher ! » pensa Alice. « Je suis bien contente qu’on ne fasse pas de cadeau d’anniversaire comme cela ! » Mais elle ne se hasarda pas à le dire tout haut.

   ‘Weer aan het denken?’ vroeg de Hertogin en boorde haar kin weer wat vaster in de schouder van Alice.

   « Encore à réfléchir ? » demanda la Duchesse, avec un nouveau coup de son petit menton pointu.

   ‘Ik heb toch het recht om te denken,’ zei Alice, want zij begon zich nu wat te ergeren.

   « J’ai bien le droit de réfléchir, » dit Alice sèchement, car elle commençait à se sentir un peu ennuyée.

   ‘Evenveel recht,’ zei de Hertogin, ‘als biggen hebben om te vliegen en de mo -’

   « À peu près le même droit, » dit la Duchesse, « que les cochons de voler, et la mo— »

   Maar nu zweeg de stem van de Hertogin plotseling tot Alice's grote verrassing precies in het midden van haar geliefde woord ‘moraal’ en de arm die in de hare was gestoken begon te beven. Alice keek op en daar stond de Koningin, vlak tegen over hen, met gevouwen armen en een blik als een donderwolk.

   Mais ici, au grand étonnement d’Alice, la voix de la Duchesse s’éteignit au milieu de son mot favori, morale, et le bras qui était passé sous le sien commença de trembler. Alice leva les yeux et vit la Reine en face d’elle, les bras croisés, sombre et terrible comme un orage.

   ‘Mooi weer vandaag, Majesteit,’ begon de Hertogin bevend.

   « Voilà un bien beau temps, Votre Majesté ! » fit la Duchesse, d’une voix basse et tremblante.

   ‘Ik waarschuw je nog één keer,’ riep de Koningin en zij stampte daarbij op de grond, ‘of jij of je hoofd moet verdwijnen en wel in minder dan de helft van geen tijd. Doe wat je wilt!’

   « Je vous en préviens ! » cria la Reine, trépignant tout le temps. « Hors d’ici, ou à bas la tête ! et cela en moins de rien ! Choisissez. »

   De Hertogin deed wat zij wou en in een ogenblik was ze uit het gezicht.

   La Duchesse eut bientôt fait son choix : elle disparut en un clin d’œil.

   ‘Kom, laten we weer gaan spelen,’ zei de Koningin tot Alice en Alice was veel te bang om een woord uit te brengen, maar liep langzaam achter haar aan naar het croquetveld.

   « Continuons notre partie, » dit la Reine à Alice ; et Alice, trop effrayée pour souffler mot, la suivit lentement vers la pelouse.

   De andere gasten hadden gebruik gemaakt van de afwezigheid van de Koningin en lagen in de schaduw wat te rusten. Maar toen zij haar aan zagen komen, holden ze allen terug naar het spel. De Koningin zei enkel dat één ogenblik uitstel hun het leven zou kosten.

   Les autres invités, profitant de l’absence de la Reine, se reposaient à l’ombre, mais sitôt qu’ils la virent ils se hâtèrent de retourner au jeu, la Reine leur faisant simplement observer qu’un instant de retard leur coûterait la vie.

   Terwijl zij aan het spelen waren, hield de Koningin niet op om ruzie te maken met andere spelers en te roepen ‘Zijn hoofd eraf!’ of ‘Haar hoofd eraf!’ De veroordeelden werden bewaakt door de soldaten, die dan niet meer voor poortje konden dienen, zodat er na een half uur niet één poortje meer over was en alle spelers behalve de Koning, de Koningin en Alice gevangen waren genomen en ter dood veroordeeld.

   Tant que dura la partie, la Reine ne cessa de se quereller avec les autres joueurs et de crier : « Qu’on coupe la tête à celui-ci ! Qu’on coupe la tête à celle-là ! » Ceux qu’elle condamnait étaient arrêtés par les soldats qui, bien entendu, avaient à cesser de servir d’arches, de sorte qu’au bout d’une demi-heure environ, il ne restait plus d’arches, et tous les joueurs, à l’exception du Roi, de la Reine, et d’Alice, étaient arrêtés et condamnés à avoir la tête tranchée.

   Toen hield de Koningin volkomen buiten adem op en zei tegen Alice: ‘Heb jij de Soepschildpad al gezien?’

   Alors la Reine cessa le jeu toute hors d’haleine, et dit à Alice : « Avez-vous vu la Fausse-Tortue ? »

   ‘Nee,’ zei Alice, ‘ik weet helemaal niet wat een Soepschildpad is.’

   « Non, » dit Alice ; « je ne sais même pas ce que c’est qu’une Fausse-Tortue. »

   ‘Dat is het beest waarvan schildpadsoep gemaakt wordt,’ zei de Koningin.

   « C’est ce dont on fait la soupe à la Fausse-Tortue, » dit la Reine.

   ‘Ik heb er nog nooit van gehoord,’ zei Alice.

   « Je n’en ai jamais vu, et c’est la première fois que j’en entends parler, » dit Alice.

   ‘Kom dan mee,’ zei de Koningin, ‘hij zal je zijn geschiedenis vertellen.’

   « Eh bien ! venez, » dit la Reine, « et elle vous contera son histoire. »

   Toen ze samen wegwandelden hoorde zij de Koning tegen het hele gezelschap zeggen: ‘Ik verleen jullie allemaal gratie.’ ‘Dat is nu eens goed,’ zei ze bij zichzelf, want ze vond het verschrikkelijk dat de Koningin zoveel doodvonnissen had uitgesproken.

   Comme elles s’en allaient ensemble, Alice entendit le Roi dire à voix basse à toute la compagnie : « Vous êtes tous graciés. » « Allons, voilà qui est heureux ! » se dit-elle en elle-même, car elle était toute chagrine du grand nombre d’exécutions que la Reine avait ordonnées.

   Ze kwamen al heel gauw bij een Griffioen, die in de zon vast lag te slapen. (Als je niet weet wat een griffioen is, kijk je maar op het plaatje). ‘Sta op luilak,’ zei de Koningin, ‘en breng deze jonge dame naar de Soepschildpad om zijn geschiedenis te horen. Ik moet terug naar mijn doodvonnissen,’ en zij liep weg en liet Alice alleen met de Griffioen. Het uiterlijk van dit beest beviel Alice niet erg, maar ze vond dat het tenslotte even veilig was om hier te blijven als om die boze Koningin achterna te gaan en daarom bleef ze.

   Elles rencontrèrent bientôt un Griffon, étendu au soleil et dormant profondément. (Si vous ne savez pas ce que c’est qu’un Griffon, regardez l’image.) « Debout ! paresseux, » dit la Reine, « et menez cette petite demoiselle voir la Fausse-Tortue, et l’entendre raconter son histoire. Il faut que je m’en retourne pour veiller à quelques exécutions que j’ai ordonnées ; » et elle partit laissant Alice seule avec le Griffon. La mine de cet animal ne plaisait pas trop à Alice, mais, tout bien considéré, elle pensa qu’elle ne courait pas plus de risques en restant auprès de lui, qu’en suivant cette Reine farouche.

   De Griffioen was gaan zitten en wreef in zijn ogen. Toen keek hij of de Koningin niet meer te zien was en toen grinnikte hij. ‘Wat een mop,’ zei hij half in zichzelf, half tegen Alice.

   Le Griffon se leva et se frotta les yeux, puis il guetta la Reine jusqu’à ce qu’elle fût disparue ; et il se mit à ricaner. « Quelle farce ! » dit le Griffon, moitié à part soi, moitié à Alice.

   ‘Wat is een mop?’ zei Alice.

   « Quelle est la farce ? » demanda Alice.

   ‘Ach’, zei de Griffioen, ‘dat denk ze allemaal maar, er wordt nooit niemand tereggesteld. Kom mee!’

   « Elle ! » dit le Griffon. « C’est une idée qu’elle se fait ; jamais on n’exécute personne, vous comprenez. Venez donc ! »

   ‘Iedereen zegt hier Kom mee,’ dacht Alice toen zij langzaam achter hem aan liep, ‘ik ben nog nooit zoveel gecommandeerd in mijn leven, nog nooit!’

   « Tout le monde ici dit : « Venez donc ! » » pensa Alice, en suivant lentement le Griffon. « Jamais de ma vie on ne m’a fait aller comme cela ; non, jamais ! »

   Het was geen lange wandeling voor zij de Soepschildpad zagen. Deze zat droevig en eenzaam op een klein rotsblok en toen zij dichter bij hem kwamen, hoorde Alice hem zuchten of zijn hart zou breken. Zij had diep medelijden met hem. ‘Wat scheelt hem?’ vroeg zij aan de Griffioen en de Griffioen antwoordde bijna met dezelfde woorden als daarnet: ‘Dat denktie maar, hem scheelt helemaal niks, weet je. Kom mee!’

   Ils ne firent pas beaucoup de chemin avant d’apercevoir dans l’éloignement la Fausse-Tortue assise, triste et solitaire, sur un petit récif, et, à mesure qu’ils approchaient, Alice pouvait l’entendre qui soupirait comme si son cœur allait se briser ; elle la plaignait sincèrement. « Quel est donc son chagrin ? » demanda-t-elle au Griffon ; et le Griffon répondit, presque dans les mêmes termes qu’auparavant : « C’est une idée qu’elle se fait ; elle n’a point de chagrin, vous comprenez. Venez donc ! »

   Dus gingen ze naar de Soepschildpad, die hen met grote ogen vol tranen aankeek, maar niets zei.

   Ainsi ils s’approchèrent de la Fausse-Tortue, qui les regarda avec de grands yeux pleins de larmes, mais ne dit rien.

   ‘Deze jonge dame,’ zei de Griffioen, ‘wil je geschiedenis horen.’

   « Cette petite demoiselle, » dit le Griffon, « veut savoir votre histoire. »

   ‘Ik zal hem vertellen,’ zei de Soepschildpad met een diepe holle stem, ‘gaan jullie allebei zitten en zeg geen woord tot ik klaar ben.’

   « Je vais la lui raconter, » dit la Fausse-Tortue, d’un ton grave et sourd : « Asseyez-vous tous deux, et ne dites pas un mot avant que j’aie fini. »

   Zij gingen zitten en niemand zei meer iets. Alice dacht: ‘Ik begrijp niet hoe hij ooit klaar kan komen als hij helemaal niet begint.’ Maar zij wachtte geduldig.

   Ils s’assirent donc, et pendant quelques minutes, personne ne dit mot. Alice pensait : « Je ne vois pas comment elle pourra jamais finir si elle ne commence pas. » Mais elle attendit patiemment.

   ‘Eens,’ zei de Soepschildpad tenslotte met een diepe zucht, ‘was ik een echte schildpad.’

   « Autrefois, » dit enfin la Fausse-Tortue, « j’étais une vraie Tortue. »

   Op deze woorden volgde een heel lange stilte, die alleen onderbroken werd door een enkel luid ‘Hatsjie’ van de Griffioen en het voortdurende gesnik van de Soepschildpad. Alice was bijna van plan om op te staan en te zeggen: ‘Dank u wel voor uw interessant verhaal, mijnheer,’ maar zij dacht dat er toch nog beslist iets moest komen en daarom bleef ze zitten en zei niets.

   Ces paroles furent suivies d’un long silence interrompu seulement de temps à autre par cette exclamation du Griffon : « Hjckrrh ! » et les soupirs continuels de la Fausse-Tortue. Alice était sur le point de se lever et de dire : « Merci de votre histoire intéressante, » mais elle ne pouvait s’empêcher de penser qu’il devait sûrement y en avoir encore à venir. Elle resta donc tranquille sans rien dire.

   ‘Toen wij klein waren,’ ging de Soepschildpad eindelijk verder (hij was nu iets rustiger, al snikte hij nog zo nu en dan) ‘gingen we in zee op school. De meester was een oude Schildpad - wij noemden hem Roodschild.’

   « Quand nous étions petits, » continua la Fausse Tortue d’un ton plus calme, quoiqu’elle laissât encore de temps à autre échapper un sanglot, « nous allions à l’école au fond de la mer. La maîtresse était une vieille tortue ; nous l’appelions Chélonée. »

   ‘Waaromnoemde u hem Roodschild!’ vroeg Alice, ‘was hij zo rijk?’

   « Et pourquoi l’appeliez-vous Chélonée, si ce n’était pas son nom ? »

   ‘Omdat hij socialist was natuurlijk,’ zei de Soepschildpad boos, ‘jij bent ook niet erg snugger!’

   « Parce qu’on ne pouvait s’empêcher de s’écrier en la voyant : « Quel long nez ! » » dit la Fausse-Tortue d’un ton fâché ; « vous êtes vraiment bien bornée ! »

   ‘Je moest je schamen om zulke domme dingen te vragen!’ voegde de Griffioen er aan toe en toen zaten ze allebei een tijdje naar de arme Alice te staren, die niet wist waarheen zij kijken moest. Tenslotte zei de Griffioen tegen de Soepschildpad: ‘Ga verder kerel en schiet nou een beetje op!’ En deze ging verder:

   « Vous devriez avoir honte de faire une question si simple ! » ajouta le Griffon ; et puis tous deux gardèrent le silence, les yeux fixés sur la pauvre Alice, qui se sentait prête à rentrer sous terre. Enfin le Griffon dit à la Fausse-Tortue, « En avant, camarade ! Tâchez d’en finir aujourd’hui ! » et elle continua en ces termes :

   ‘We gingen dus in zee op school of je het gelooft of niet -’

   « Oui, nous allions à l’école dans la mer, bien que cela vous étonne. »

   ‘Ik heb helemaal niet gezegd dat ik het niet geloofde!’ zei Alice.

   « Je n’ai pas dit cela, » interrompit Alice.

   ‘Dat heb je wel,’ snauwde de Soepschildpad.

   « Vous l’avez dit, » répondit la Fausse-Tortue.

   ‘Hou je mond!’ voegde de Griffioen er aan toe voor Alice weer iets kon zeggen. De Soepschildpad ging verder:

   « Taisez-vous donc, » ajouta le Griffon, avant qu’Alice pût reprendre la parole. La Fausse-Tortue continua :

   ‘Het was een heel goede opvoeding, we gingen iedere dag naar school.’

   « Nous recevions la meilleure éducation possible ; au fait, nous allions tous les jours à l’école. »

   ‘Dat doe ik ook,’ zei Alice, ‘daar hoeft u heus niet zo trots op te zijn.’

   « Moi aussi, j’y ai été tous les jours, » dit Alice ; « il n’y a pas de quoi être si fière. »

   ‘Met facultatieve vakken?’ vroeg de Soepschildpad een beetje bezorgd.

   « Avec des « en sus, » » dit la Fausse-Tortue avec quelque inquiétude.

   ‘Ja,’ zei Alice, ‘Frans en muziek.’

   « Oui, » dit Alice, « nous apprenions l’italien et la musique en sus. »

   ‘En wassen?’ zei de Soepschildpad.

   « Et le blanchissage ? » dit la Fausse-Tortue.

   ‘Natuurlijk niet!’ zei Alice verontwaardigd.

   « Non, certainement ! » dit Alice indignée.

   ‘O, dan is het geen goede school,’ zei de Soepschildpad opgelucht, ‘nee, wij hadden nog extra Frans, muziek en wassen.’

   « Ah ! Alors votre pension n’était pas vraiment des bonnes, » dit la Fausse-Tortue comme soulagée d’un grand poids. « Eh bien, à notre pension il y avait au bas du prospectus : « l’italien, la musique, et le blanchissage en sus. » »

   ‘Dat was toch nergens voor nodig,’ zei Alice, ‘als U op de bodem van de zee woonde.’

   « Vous ne deviez pas en avoir grand besoin, puisque vous viviez au fond de la mer, » dit Alice.

   ‘Ik had er jammer genoeg geen gelegenheid voor,’ zei de Soepschildpad zuchtend, ‘ik volgde alleen de gewone cursus.’

   « Je n’avais pas les moyens de l’apprendre, » dit en soupirant la Fausse-Tortue ; « je ne suivais que les cours ordinaires. »

   ‘Wat was dat?’ vroeg Alice.

   « Qu’est-ce que c’était ? » demanda Alice.

   ‘Pezen en drijven om te beginnen natuurlijk,’ antwoordde de Soepschildpad, ‘en dan verschillende onderdelen van het rekenen: opzwellen, aftrappen, vermenigschuldigen en stelen.’

   « À Luire et à Médire, cela va sans dire, » répondit la Fausse-Tortue ; « et puis les différentes branches de l’Arithmétique : l’Ambition, la Distraction, l’Enjolification, et la Dérision. »

   ‘Wat is vermenigschuldigen?’ dorst Alice te zeggen, ‘daar heb ik nog nooit van gehoord.’

   « Je n’ai jamais entendu parler d’enjolification, » se hasarda de dire Alice. « Qu’est-ce que c’est ? »

   De Griffioen stak zijn poten in de lucht van verbazing. ‘Nog nooit gehoord van vermenigschuldigen,’ riep hij uit, ‘je weet wat menig is en je weet wat schuldig is, denk ik’

   Le Griffon leva les deux pattes en l’air en signe d’étonnement. « Vous n’avez jamais entendu parler d’enjolir ! » s’écria-t-il. « Vous savez ce que c’est que « embellir, » je suppose ? »

   ‘Ja,’ zei Alice weifelend, ‘menig is veel en schuldig ben je als je iets gedaan hebt dat niet mag.’

   « Oui, » dit Alice, en hésitant : « cela veut dire — rendre — une chose — plus belle. »

   ‘Nou,’ ging de Griffioen verder, ‘als je dan nog niet weet wat vermenigschuldigen is, dan ben je wel heel dom.’

   « Eh bien ! » continua le Griffon, « si vous ne savez pas ce que c’est que « enjolir » vous êtes vraiment niaise. »

   Alice dorst niet meer te vragen en zij keerde zich naar de Soepschildpad en zei: ‘Wat leerde u daar verder?’

   Alice ne se sentit pas encouragée à faire de nouvelles questions là-dessus, elle se tourna donc vers la Fausse-Tortue, et lui dit, « Qu’appreniez-vous encore ? »

   ‘Wel, zeeografie,’ zei de Soepschildpad en telde de vakken af op zijn vinnen, ‘zeeografie en vaderhandse verbiedenis.’

   « Eh bien, il y avait le Grimoire, » répondit la Fausse-Tortue en comptant sur ses battoirs ; « le Grimoire ancien et moderne, avec la Mérographie, et puis le Dédain ; le maître de Dédain était un vieux congre qui venait une fois par semaine ; il nous enseignait à Dédaigner, à Esquiver et à Feindre à l’huître. »

   ‘Wat was dat dan?’ zei Alice.

   « Qu’est-ce que cela ? » dit Alice.

   ‘Ik zal het je maar niet voordoen,’ zei de Soepschildpad, ‘want het doet pijn. En de Griffioen heeft het nooit geleerd.’

   « Ah ! je ne peux pas vous le montrer, moi, » dit la Fausse-Tortue, « je suis trop gênée, et le Griffon ne l’a jamais appris. »

   ‘Ik had geen tijd,’ zei de Griffioen, ‘ik had een leraar in oude talen, die maakte de hele klas ziek, het was een oude krab.’

   « Je n’en avais pas le temps, » dit le Griffon, « mais j’ai suivi les cours du professeur de langues mortes ; c’était un vieux crabe, celui-là. »

   ‘Ik ben één keer bij hem geweest,’ zuchtte de Soepschildpad, ‘toen kreeg ik Lachpijn en Griep.’

   « Je n’ai jamais suivi ses cours, » dit la Fausse-Tortue avec un soupir ; « il enseignait le Larcin et la Grève. »

   ‘Zo was het, zo was het,’ zuchtte de Griffioen op zijn beurt en beide dieren verborgen hun gezichten in hun poten.

   « C’est ça, c’est ça, » dit le Griffon, en soupirant à son tour ; et ces deux créatures se cachèrent la figure dans leurs pattes.

   ‘En hoeveel uren per dag had u school?’ zei Alice, die gauw over iets anders wou beginnen.

   « Combien d’heures de leçons aviez-vous par jour ? » dit Alice vivement, pour changer la conversation.

   ‘De eerste dag tien uur,’ zei de Soepschildpad, ‘de tweede negen uur en zo verder.’

   « Dix heures, le premier jour, » dit la Fausse-Tortue ; « neuf heures, le second, et ainsi de suite. »

   ‘Wat raar!’ riep Alice.

   « Quelle singulière méthode ! » s’écria Alice.

   ‘Helemaal niet raar,’ zei de Griffioen, ‘we gingen er heen om onderwijs te genieten en daar geniet je iedere dag minder van.’

   « C’est pour cela qu’on les appelle leçons, » dit le Griffon, « parce que nous les laissons là peu à peu. »

   Dit was een heel nieuw gezichtspunt voor Alice en zij dacht er een beetje over na voor zij verder ging: ‘Had u de elfde dag dan vrij?’

   C’était là pour Alice une idée toute nouvelle ; elle y réfléchit un peu avant de faire une autre observation. « Alors le onzième jour devait être un jour de congé ? »

   ‘Natuurlijk,’ zei de Soepschildpad.

   « Assurément, » répondit la Fausse-Tortue.

   ‘En wat deed u dan de twaalfde?’ vroeg Alice vlug.

   « Et comment vous arrangiez-vous le douzième jour ? » s’empressa de demander Alice.

   ‘We hebben nu lang genoeg over lessen gepraat,’ onderbrak de Griffioen op besliste toon, ‘vertel haar eens iets over de spelletjes.’

   « En voilà assez sur les leçons, » dit le Griffon intervenant d’un ton très-décidé ; « parlez-lui des jeux maintenant. »

Text from www.dbnl.org
Text from wikisource.org
Audio from litteratureaudio